Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/3123/GB, 21 februari 2011, beroep
Uitspraakdatum:21-02-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 10/3123/GB

Betreft: [klager] datum: 21 februari 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door [...], namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 14 oktober 2010 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Dordrecht (gevangenis) ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 1 januari 2010 gedetineerd. Op 4 januari 2010 is hij geplaatst in het huis van bewaring van de p.i. Dordrecht. Op 10 september 2010 is hij geplaatst in de gevangenis van de p.i. Dordrecht, waar een regime van algehele gemeenschap geldt
met een normaal beveiligingsniveau. Op 22 december 2010 is hij overgeplaatst naar de locatie Westlinge, gevangenis met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau als bedoeld in artikel 20, tweede lid, van de Regeling
tijdelijk
verlaten van de inrichting (hierna: de Regeling).

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager wenst doorgeplaatst te worden naar een meer open setting. Zijn functioneren in de inrichting geeft geen aanleiding om een dergelijk verzoek af te wijzen.
Snelle recidive is niet aan de orde. Het feit, waarvoor klager eerder gedetineerd was, dateert van 1999. Hij is daarvoor in 2007 veroordeeld - de beroepscommissie leest hiervoor in de plaats: 2008 - . Door een zeer ongelukkige samenloop van
omstandigheden is klager na elektronische detentie betrokken geraakt bij het feit waarvoor hij thans vastzit. Hoger beroep loopt nog. Een geslaagd beroep op noodweer is niet uitgesloten.
Klager heeft in oktober 2010 al deelgenomen aan een Risc-analyse. Volgens klager dient hij deel te nemen aan een agressiecursus buiten de inrichting. Om dit te bewerkstelligen, is een meer open setting nog noodzakelijker geworden. Hij zal zonder
doorplaatsing niet in de gelegenheid zijn om aan de cursus deel te nemen. De Risc heeft te lang op zich laten wachten. Dit mag niet op klager worden afgewenteld. Algemeen verlof is klager eveneens onthouden.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is op 29 december 2009 ontslagen uit detentie vanuit een penitentiair programma. Op 1 januari 2010 is klager opnieuw gearresteerd en preventief ingesloten. Dat is zeer snel na zijn invrijheidsstelling. Het feit dat klager drie dagen na zijn
detentie is opgepakt op verdenking van een ernstig strafbaar feit en dat hij ter zake daarvan inmiddels in eerste aanleg is veroordeeld, maakt het maatschappelijk onaanvaardbaar dat hij nu in aanmerking komt voor vrijheden tijdens zijn detentie. Hij is
daarom geselecteerd voor een normaal beveiligde inrichting. In het kader van Terugdringen Recidive wordt een Risc afgenomen ten einde vast te stellen of interventies geïndiceerd zijn met het doel om recidive te voorkomen.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de p.i. Dordrecht is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die in eerste aanleg is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. Uit de stukken volgt dat klager drie dagen na beëindiging van zijn penitentiair programma in voorlopige hechtenis is gesteld ter zake van zware mishandeling die de dood ten gevolg heeft gehad. Klager is inmiddels voor het delict in eerste
aanleg
veroordeeld tot een gevangenisstraf van dertig maanden, met aftrek van voorarrest, en heeft hoger beroep ingesteld.

4.4. Gelet op de snelle recidive, de ernst van het feit waarvoor klager thans in voorlopige hechtenis is gesteld en de ernst van de overige feiten vermeld op het uittreksel uit het algemeen documentatieregister, is de beroepscommissie van oordeel
dat
de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt.
Hierbij is in aanmerking genomen dat de selectiefunctionaris in redelijkheid heeft kunnen oordelen dat klager, gelet op ernst van de over het delict verstrekte gegevens en de ernst van de recidive, vooralsnog niet in aanmerking komt voor plaatsing in
een inrichting met regimaire verlofmogelijkheden.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 21 februari 2011

secretaris voorzitter

Naar boven