Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/0241/GB, 14 februari 2011, beroep
Uitspraakdatum:14-02-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 11/241/GB

Betreft: [klager] datum: 14 februari 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. F.P. Slewe, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 25 januari 2011 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn bezwaar gericht tegen de beslissing hem (als zogenaamde zelfmelder) te plaatsen in de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) van de locatie Westlinge te Heerhugowaard.

2. De feiten
Klager is sedert 1 februari 2011 gedetineerd. Hij verblijft in de b.b.i. van de locatie Westlinge te Heerhugowaard.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep, voor zover hier van belang, als volgt toegelicht.
Indien tegen een besluit bezwaar kan worden gemaakt, dient daarvan bij de bekendmaking en mededeling van het besluit melding te worden gemaakt. Artikel 73, tweede lid, van de Pbw stelt dat in geval er sprake is van een verschoonbare
termijnoverschrijding een niet-ontvankelijkheidverklaring achterwege blijft. Gelet op het feit dat klager de verklaring van 11 oktober 2010 nimmer heeft ontvangen en in de oproep van 5 januari 2011 niet de termijn van bezwaar wordt vermeld, valt het
klager in redelijkheid niet te verwijten dat hij in verzuim is geweest. Klager heeft naar aanleiding van de brief van 5 januari 2011 telefonisch contact opgenomen met de Afdeling Individuele Zaken, Team Plaatsingen en Helpdesk van de Dienst Justitiële
Inrichtingen. De medewerker die hij heeft gesproken, heeft klager meegedeeld dat hij bezwaar kan maken, maar hem niet geïnformeerd over de termijn.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing, voor zover hier van belang, als volgt toegelicht.
Het feit dat tegen de oproep bezwaar kan worden gemaakt en dat dit binnen zeven dagen dient te geschieden, staat uitdrukkelijk vermeld op de eerste pagina van de bijlage die met iedere oproep wordt meegestuurd. Klager is dus wel gewezen op het feit dat
hij een rechtsmiddel kan indienen. Ten overvloede wordt opgemerkt dat indien klager, anders dan het geval is, niet zou zijn gewezen op de mogelijkheid bezwaar in te dienen, dit niet zonder meer zou hebben geleid tot verschoonbaarheid van de
overschrijding van de termijn. Eén en ander staat immers in de wet vermeld. Het niet vermelden van een rechtsmiddelenclausule leidt in bijvoorbeeld het bestuursrecht waar klagers raadsman naar verwijst, niet tot opschorting van de wettelijke
bezwaartermijn.

4. De beoordeling
4.1. In artikel 17, tweede lid, juncto artikel 61, vijfde lid, van de Pbw wordt bepaald dat het bezwaarschrift uiterlijk op de zevende dag na die waarop de gedetineerde kennis heeft gekregen van de beslissing waartegen het bezwaar zich richt wordt
ingediend. Een na afloop van deze termijn ingediend bezwaarschrift is niettemin ontvankelijk, indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de gedetineerde in verzuim is geweest.

4.2. Klager heeft buiten de wettelijke termijn van zeven dagen bezwaar gemaakt tegen de beslissing van de selectiefunctionaris van 5 januari 2011. Namens klager wordt aangevoerd dat er geen melding is gemaakt van de bezwaartermijn en dat klager
derhalve verschoonbaar in verzuim is geweest. De door de selectiefunctionaris verstrekte informatie houdt in dat bij een oproep tot melden een bijlage wordt verstrekt waarin onder meer uiteen wordt gezet dat tegen de oproep in bezwaar kan worden gegaan
en binnen welke termijn dit dient te geschieden. Door of namens klager is niet aangevoerd dat bedoelde bijlage zich niet bij de oproep van 5 januari 2011 bevond. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris is
op
goede gronden en met juistheid genomen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. L. Kersten, secretaris, op 14 februari 2011

secretaris voorzitter

Naar boven