nummer: 10/2619/TA
betreft: [klager] datum: 11 februari 2011
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.L. Louwerse, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 30 augustus 2010 van de alleensprekende beklagrechter bij FPK Oldenkotte te Rekken, verder te noemen de inrichting,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
De beroepscommissie heeft het hoofd van de inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw mr. A.L. Louwerse om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft;
a. afzondering op 22 en 23 juni 2010 en
b. voeding.
De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
a. Klager is bekend met de wetgeving, maar meent dat daarop een uitzondering gemaakt moet worden. De afzondering is ten onrechte en op onjuiste gronden opgelegd. Klager is aangevallen en geslagen door een medepatiënt, die hij (klager) erop had
aangesproken dat deze aanstekers leverde aan een patiënt die bekend is met brandstichting. Klager heeft die medepatiënt uit zelfverdediging teruggeslagen. Alle tijdens de groepsbesprekingen aanwezige patiënten kunnen dit bevestigen. Klager is daarop
afgezonderd. Voor zover klager bekend, is aan de medepatiënt geen maatregel opgelegd. Gelet hierop dient klager in zijn klacht te worden ontvangen en de klacht dient gegrond te worden verklaard. Hem dient een passende tegemoetkoming te worden geboden.
b. Klager klaagt over het niet betrachten van de zorgplicht en kan daarom in zijn klacht worden ontvangen. Hij betwist dat hem een mogelijkheid is geboden een maaltijd te genieten. De klacht dient gegrond te worden verklaard en aan klager dient een
passende tegemoetkoming te worden geboden.
Het hoofd van de inrichting heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.
3. De beoordeling
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter. Hierbij is ten aanzien van onderdeel a. van het beklag in aanmerking genomen dat de Bvt geen grondslag
biedt
om een uitzondering te maken op de ontvankelijkheidsbepaling in artikel 57, derde lid, Bvt.
Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. drs. F.A.M. Bakker, voorzitter, mr. S.L. Donker en drs. G.A.M. Mensing, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 11 februari 2011
secretaris voorzitter