Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/1639/GA, 28 januari 2011, beroep
Uitspraakdatum:28-01-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Vermissing  v

Uitspraak

nummer: 10/1639/GA

betreft: [klager] datum: 28 januari 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 7 juni 2010 van de beklagcommissie bij de locatie Zoetermeer,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman, [...], om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Aan de directeur is verzocht om een schriftelijke verklaring van het dienstdoende personeel met betrekking tot hetgeen is waargenomen tijdens de portiersdienst op 5 april 2010. De directeur heeft op 13 januari 2011 die nadere schriftelijke verklaring
aan de beroepscommissie gezonden. Van die verklaring is een afschrift ter kennisneming gezonden aan klager en diens raadsman.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de vermissing van een Nintendo spelcomputer en tien bijbehorende spelletjes.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
Klager handhaaft hetgeen hij tegenover de beklagcommissie naar voren heeft gebracht. Hij wil graag dat de personeelsleden die betrokken waren bij de invoer van goederen op 5 april 2010, als getuigen worden gehoord.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

De door de directeur nagezonden schriftelijke verklaring van de op 5 april 2010 als portier dienstdoende inrichtingsmedewerker [...], houdt het volgende in.
Naar aanleiding van de klacht van klager is aan de inrichtingsmedewerker gevraagd of hij zich kan herinneren of er op die dag een spelcomputer met een aantal bijbehorende spelletjes is afgegeven bij de portier. Door de inrichtingsmedewerker is de
registratie van invoer van goederen alsmede de bezoekerslijsten van 5 april 2010 nagekeken. Daaruit komt naar voren dat niemand zich op die dag heeft gemeld voor de afgifte van goederen voor klager. Indien dit wel het geval zou zijn geweest, was dat
geregistreerd. De inrichtingsmedewerker komt het niet bekend voor dat er ooit iemand die een Nintendo spelcomputer en tien bijbehorende spelletjes heeft aangeboden, geen geld had voor het kluisje en vervolgens boos is weggelopen met achterlating van
een
spelcomputer en spelletjes. Voor de kluisjes bestemd voor goedereninvoer is overigens geen geld nodig omdat deze met een sleutel worden afgesloten. Indien een en ander zou zijn gebeurd zoals klager heeft gesteld, zou het personeelslid zich dat zeker
herinneren. Dat is niet het geval.

3. De beoordeling
De beroepscommissie wijst het verzoek van klager om getuigen te horen af nu daartoe mede in het licht van het nadere onderzoek geen noodzaak meer bestaat.

De beroepscommissie acht, gelet op de nadere schriftelijke verklaring van de op 5 april 2010 als portier dienstdoende inrichtingsmedewerker, niet aannemelijk geworden dat op die dag voor klager een spelcomputer en bijbehorende computerspelletjes ter
invoer zijn aangeboden. Gelet daarop kan hetgeen in beroep is aangevoerd – voor zover een ander is komen vast te staan – niet leiden tot een ander oordeel dan dat van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard, met
bevestiging van de uitspraak van beklagcommissie onder aanvulling van gronden.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie onder aanvulling van gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 28 januari 2011

secretaris voorzitter

Naar boven