Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/3162/JB, 18 januari 2011, beroep
Uitspraakdatum:18-01-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 10/3162/JB

Betreft: [klager] datum: 18 januari 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 78, eerste lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. B.J.P. van Gils, namens

[...], geboren op [1993], verder te noemen klager,

gericht tegen een beslissing van 20 oktober 2010 van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Ter zitting van de beroepscommissie van 16 december 2010, gehouden in de locatie Eikenstein te Zeist, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. B.J.P. van Gils, en [...], selectiefunctionaris en [...], werkzaam bij de Dienst Justitiële
Jeugdinrichtingen van het ministerie van Veiligheid en Justitie.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem van de justitiële jeugdinrichting (j.j.i.) Rentray, locatie Rekken over te plaatsen naar de j.j.i. Rentray, locatie Lelystad ongegrond verklaard.

2. De feiten
Bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak van 25 februari 2009 is klager veroordeeld tot een jeugddetentie van een jaar en is aan hem de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen opgelegd. De tenuitvoerlegging van de maatregel
is
begonnen op 12 maart 2009.
Klager is in juni 2009 opgenomen in Rentray, locatie Rekken. Bij schrijven van 29 juli 2010 heeft de directeur van deze inrichting in verband met de wijziging van de bestemming de selectiefunctionaris verzocht klager door te laten stromen naar de
Justitie Inkoop Plekken (JIP) van Rentray, locatie Rekken. Bij schrijven van 19 augustus 2010 en 27 september 2010 heeft genoemde directeur de selectiefunctionaris aangegeven dat een dergelijke doorstroming voor klager te vroeg zou zijn. De directeur
heeft de selectiefunctionaris bij advies van 27 september 2010 aangegeven dat klager geplaatst kan worden in de normaal beveiligde inrichting Rentray, locatie Lelystad.
De selectiefunctionaris heeft bij beslissing van 25 augustus 2010 besloten klager naar die inrichting over te plaatsen. Op 7 oktober 2010 is klager in die inrichting opgenomen.

3. De standpunten
Door en namens klager is het beroep tegen de beslissing van de selectiefunctionaris, mede aan de hand van het overgelegde, door klager geschreven pleidooi, als volgt toegelicht.
Het is procedureel onjuist en in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel dat de selectiefunctionaris naar aanleiding van het advies van de directeur van Rentray, locatie Rekken van 29 juli 2010 in overleg met die directeur is getreden, dat de directeur
op verzoek van de selectiefunctionaris zijn advies heeft gewijzigd en de selectiefunctionaris dienovereenkomstig de bestreden overplaatsingsbeslissing heeft genomen. Volgens de behandelaren die klager hebben zien groeien, zijn er behandelargumenten om
klager door te plaatsen naar een JIP in Rekken en werd het risico op onttrekking en recidive uiterst laag ingeschat. Klager had nog geen meerdaags onbegeleid verlof, maar de behandelaren wilden de meerdaagse onbegeleide verlofstatus voor klager
aanvragen en toewerken naar stp/proefverlof in de zomer van 2011. De selectiefunctionaris heeft op basis van de stukken, het beleid en politieke argumenten besloten klager naar Rentray, locatie Lelystad over te plaatsen. Bij voorbaat wordt
vooruitgelopen op verlenging van klagers pij-maatregel tot een duur van zes jaar. Niet is gekeken naar klagers persoonlijke en behandelargumenten. Klager is bang dat door de overplaatsing vertraging in zijn verloftraject zal ontstaan en zijn
behandeling
zal stagneren. Klager kan, zoals dat ook in Rentray, locatie Rekken het geval was, in januari of februari 2011 met een stage gaan beginnen. Hij moet echter in de inrichting opnieuw beginnen en de groepsleiding gaan vertrouwen. Hij heeft daar moeite mee
en is bang dat hij daardoor niet veel kan opbouwen. Hij kan niet wennen aan het type jongeren dat in Rentray, locatie Lelystad verblijft. Deze jongeren zijn druk en maken vaak dingen op de groep kapot, waardoor er vaak alarm is. Klager moet zich dan
inhouden. Als de spanning bij hem te hoog oploopt, gaat hij fitnessen of naar zijn kamer. In Rentray, locatie Rekken had hij rust. Daar had hij ook meer vrijheden dan nu in Lelystad. Hij heeft nu alleen in het weekend meerdaags onbegeleid verlof dat
hij
bij zijn tante in [woonplaats 1] doorbrengt en straks ook bij zijn broer G. in [woonplaats 2]. Dit verlof verloopt goed. Juist is dat dit verlof is stopgezet. Het is absoluut niet waar dat hij met anderen zou hebben gesproken over drugshandel en/of een
drugsoverval. Klager weet niet waarom zijn tante heeft gezegd dat zij dat van anderen heeft gehoord. Hij weet alleen dat zijn familie angst voor hem heeft vanwege zijn delict en strafblad. Zijn tante wil daarom niet dat klager met haar zonen omgaat.
Op 8 december 2010 is klager met zijn voogd, [...], op verlof geweest. Het betreffende e-mailbericht van de voogd aan klagers raadsman wordt overgelegd. Daarin staat ook vermeld dat klager al binnen twee weken na opname in Rentray, Lelystad meerdaags
onbegeleid verlof kreeg en dat tijdens een perspectiefplanbespreking van november 2010 is afgesproken zo snel mogelijk een verlofplan op te stellen om klagers terugplaatsing naar Rekken te bespoedigen.
Klager wil op een goede manier aan zijn toekomst werken en is nog zeer gemotiveerd voor een goede afronding van zijn behandeling in Rentray, locatie Rekken en wil zo spoedig mogelijk weer in die inrichting geplaatst worden. Er zijn daar nog mensen die
klager kent. Het frustreert klager dat hij onnodig is overgeplaatst en daardoor achteruit is gegaan. Hij begrijpt de overplaatsing ook niet, omdat hij twee weken daarvóór de meerdaagse verlofstatus kreeg.

De selectiefunctionaris heeft inzake het beroep het volgende standpunt naar voren gebracht.
Rentray, locatie Rekken kreeg in oktober 2010 een AWBZ-bestemming. Dit betreft niet een inkoopplaats, maar er is wel een intentieverklaring om jongeren met een strafrechtelijke titel daarin te kunnen plaatsen. De directeur van die inrichting heeft de
selectiefunctionaris op 29 juli 2010 gevraagd in Rekken verblijvende jongens over te plaatsen naar Rentray, locatie Lelystad (met dezelfde LVG-bestemming) dan wel andere inrichtingen die in de regio van het netwerk van de jongens zijn gelegen. Voor een
aantal jongens, onder wie klager, is vanuit behandelargumenten gevraagd de plaatsing in Rekken te mogen behouden. De selectiefunctionaris heeft een eigen toets gemaakt en een aantal verzoeken gehonoreerd. In een aantal andere gevallen bestond twijfel.
Zoals bij klager, daar hij pas vanaf 9 juli 2010 onbegeleid verlof had en aldus onvoldoende is geoefend met eendaags onbegeleid verlof, wat als risico wordt gezien. Op dat moment was meerdaags onbegeleid verlof nog niet in de pijplijn. Verder heeft
klager een tot zes jaar verlengbare pij-maatregel, waarvan pas een jaar is verstreken. In het algemeen vindt dan nog geen overplaatsing naar een open regime plaats. Volgens het beleid worden verlofstapjes in dat geval over een langere periode
uitgesmeerd dan bij een jongere die slechts een maximaal twee jaar durende pij-maatregel heeft. In dat laatste geval moet sneller stapsgewijs worden geoefend met verlofstappen zodra dat kan. In elk geval is de behandeling leidend en elk geval wordt
individueel bekeken. De jongens die naar een JIP zijn gegaan hadden langer onbegeleid verlof dan klager.
De selectiefunctionaris heeft overleg met de directeur gevoerd. Niet om hem te beïnvloeden, maar in het kader van samenwerking om te kijken of zij tot een gezamenlijk advies konden komen. De directeur gaf aan overtuigd te zijn door de argumenten van de
selectiefunctionaris en heeft het plaatsingsverzoek ten aanzien van klager gewijzigd. Als de directeur zijn oorspronkelijke verzoek had gehandhaafd, zou een second opinion mogelijk zijn geweest, zoals is aangegeven in het e-mailbericht van 19 augustus
2010. Klager is vervolgens van de normaal beveiligde inrichting te Rekken overgeplaatst naar de normaal beveiligde inrichting te Lelystad. Daarbij kon niet worden gewacht totdat op het bezwaar was beslist, omdat Rekken een beperkt beveiligde inrichting
werd.
Als het in de behandeling past, kan hij vanuit Lelystad naar een beperkt beveiligde inrichting overgeplaatst worden. Ook de JIP in Rekken is dan een optie.
Blijkens telefonisch contact met Rentray, locatie Lelystad gaat het daar goed met klager. Wel is op dit moment het meerdaags onbegeleid verlof van klager stopgezet. Klagers tante, bij wie klager zijn verlof doorbrengt, wil geen verantwoordelijkheid
voor
klager meer nemen. Zij heeft aangegeven te hebben gehoord dat klager heeft gesproken over drugshandel en een drugsoverval.
In Rekken werkt nu ander personeel dan in de tijd dat klager daar verbleef. Zijn behandelcoördinator [...]. werkt er ook niet meer.

4. De beoordeling
Klager ondergaat de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen. Hiervoor zijn de behandelinrichtingen bestemd.
Rentray, locatie Lelystad is - evenals Rentray, locatie Rekken vóór klagers overplaatsing was - normaal beveiligd en heeft een afdeling die is bestemd voor de onderbrenging van jeugdigen die een bijzondere behandeling nodig hebben, zoals bedoeld in
artikel 15 Bjj.

Vast staat dat klager van Rentray, locatie Rekken is overgeplaatst naar Rentray, locatie Lelystad in verband met wijziging van de bestemming van die locatie van een gesloten, normaal beveiligde j.j.i. naar een beperkt beveiligde AWBZ-inrichting. Klager
kon volgens de selectiefunctionaris niet in Rekken blijven, omdat klager nog maar kort beschikte over de eendaagse onbegeleid verlofstatus en zijn pij-maatregel net een jaar duurde en in principe verlengbaar is tot maximaal zes jaar. De omstandigheid
dat klager onvoldoende met onbegeleid verlof heeft kunnen oefenen, heeft de selectiefunctionaris in redelijkheid als een te groot risico voor plaatsing van klager in een beperkt beveiligde AWBZ-inrichting kunnen aanmerken en zwaarder mogen laten wegen
dan de recente groei die klager in zijn behandeling in de j.j.i. Rentray, locatie Rekken had gemaakt.
Aannemelijk is te achten dat de bestemmingswijziging van een j.j.i. naar een AWBZ-instelling ook een wijziging in het personeel tot gevolg heeft. In ieder geval werkt klagers toenmalige behandelcoördinator [...] nu niet meer in die inrichting en kan
worden aangenomen dat klager in de JIP niet dezelfde behandeling zal krijgen als de behandeling die hij in de j.j.i. Rentray, locatie Rekken kreeg.
Het besluitvormingstraject is niet onzorgvuldig tot stand gekomen. Overleg tussen de selectiefunctionaris en de directeur van een inrichting is niet ongebruikelijk en naar het oordeel van de beroepscommissie niet ongepast, zolang een ieder zijn eigen
professionele verantwoordelijkheid houdt. Daarvan is in dit geval sprake, daar de selectiefunctionaris zijn mening niet aan de directeur heeft willen opleggen en een second opinion tot de mogelijkheden behoorde als de directeur had willen vasthouden
aan
een verzoek tot plaatsing in de JIP.
Van vertraging in klagers verloftraject door overplaatsing naar Rentray, locatie Lelystad, is niet gebleken. Klager heeft vrij snel na opname meerdaags onbegeleid verlof gekregen en in een perspectiefplanbespreking van november 2010 is afgesproken een
verlofplan op te stellen. Klager kan, zoals ook in Rentray, locatie Rekken het geval was, in januari of februari 2011 met een stage beginnen. Indien klagers behandeling en verloven gedurende langere tijd goed verlopen, bestaat de mogelijkheid klager
over te plaatsen naar een beperkt beveiligde inrichting zoals een JIP te Rekken. Het is aan de behandelaren te bepalen in hoeverre recente geruchten over een gesprek van klager over drugshandel en een drugsoverval daarop van invloed zijn.

Gelet op het voorgaande is de beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet in strijd met de wet en evenmin onredelijk of onbillijk te noemen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. J. Calkoen-Nauta, voorzitter, drs. B. van Dekken en mr. R.S.T. van Rossem-Broos, leden, bijgestaan door mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 18 januari 2011

secretaris voorzitter

Naar boven