Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/1746/JB, 25 oktober 2010, beroep
Uitspraakdatum:25-10-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 10/1746/JB

Betreft: [klager] datum: 25 oktober 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 78, eerste lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M.C. Bekkering, namens

[...], geboren op [1993], verder te noemen klaagster,

gericht tegen een beslissing van 17 juni 2010 van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Ter zitting van de beroepscommissie van 30 september 2010, gehouden in de locatie Eikenstein te Zeist zijn gehoord klaagster, bijgestaan door haar raadsman mr. M.C. Bekkering, haar vader de [...]en haar mentor [...], en [...], juridisch medewerker bij
de dienst justitiële jeugdinrichtingen, [...], selectiefunctionaris en [...], gedragswetenschapper verbonden aan de locatie Eikenstein.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klaagster gericht tegen de beslissing haar te plaatsen op een behandelafdeling van de locatie Eikenstein ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klaagster is sedert 18 december 2009 gedetineerd.
Bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak van 8 april 2010 is aan klaagster de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen opgelegd. De tenuitvoerlegging van de maatregel is begonnen op 9 april 2010.

Klaagster verbleef op een opvangafdeling van de locatie Eikenstein. Vanuit deze inrichting is zij geselecteerd voor de normaal beveiligde behandelafdeling van de locatie Eikenstein.

3. De standpunten
Door en namens klaagster is het beroep tegen de beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Op grond van het IVRK heeft klaagster recht op de best mogelijke behandeling in de minst bezwarende omgeving en dat is in de Fjord te Capelle aan den IJssel. In de brief van 22 juni 2010 is door de klinisch psycholoog heel duidelijk uitgelegd waarom
behandeling in de Fjord nodig is. Er is sprake van psychiatrische problematiek richting borderline en mogelijk een alcoholprobleem. Onderdeel van borderline is een hechtingsprobleem. Alleen structuur aanbrengen, verbetert niets aan de borderline op
lange duur. Er moet gefaseerd en individueel met vrijheden worden omgegaan en dat kan beter in de Fjord, een instelling voor kinderen met psychiatrische problemen. De interventies en wijze van omgaan die het ministerie noemt zijn allemaal
gedragsinterventies die niets te maken hebben met borderline. Alleen YOUTURN is terug te vinden op de lijst van het Nederlands Jeugdinstituut. Alleen de mogelijkheid van therapieën wordt geopperd. De Fjord heeft twee psychiaters permanent in huis
beschikbaar. Locatie Eikenstein heeft dat niet.
Frequent bezoek van moeder is nodig voor de positieve ontwikkeling en hechting van klaagster. Verblijf dichtbij haar sociale omgeving is nodig voor klaagster aldus de jeugdreclassering.
Met het openbaar vervoer reizen van Brielle naar Zeist en terug geeft een reistijd van bijna vijf uur, waarbij acht keer moet worden overgestapt. Van Brielle naar Capelle en terug is bijna drie uur, met zes keer overstappen. Drie uur reizen voor
klaagster of haar moeder ligt binnen de normale mogelijkheden. Verlof vanuit Zeist naar huis is ondoenlijk.
Artikel 37 van het Kinderrechtenverdrag schrijft voor dat vrijheidsbeneming zo kort mogelijk duurt en dat rekening wordt gehouden met de behoeften van de persoon en de leeftijd. Er ligt een unaniem advies om klaagster in een GGz-instelling te plaatsen.
Er zijn geen aanwijzingen dat voor klaagster beveiliging noodzakelijk is. De Fjord heeft een laag hek en ziet eruit als een gewoon instellingsgebouw.
Klaagster wordt wel behandeld in de locatie Eikenstein, maar die behandeling is niet gericht op klaagsters problematiek.
Desgevraagd heeft klaagster toegelicht dat ze met haar problematiek bedoelt: borderline, stemmingswisselingen, zwart-witdenken.
Ze staat erg open voor behandeling. Dat zij goed functioneert in de locatie Eikenstein wil niet zeggen dat het van binnen bij haar goed gaat. Als ze op haar kamer zit, heeft ze het moeilijk.
Klaagster wil liever in de Fjord behandeld worden, omdat ze daar meer ervaring hebben met jongeren zoals zij.
De raadsman heeft geïnformeerd bij de Fjord. Als zij daar geplaatst zou worden, zou dat waarschijnlijk in een besloten groep zijn. Klaagster zou bij overplaatsing niet van het begin af aan hoeven te beginnen, maar er zou sprake zijn van een ‘warme
overdracht’.

De selectiefunctionaris, de juridisch medewerker en de gedragswetenschapper hebben inzake het beroep het volgende standpunt naar voren gebracht.
Klaagster is in december 2009 in het kader van haar voorlopige hechtenis in de locatie Eikenstein geplaatst. In april 2010 was haar vonnis onherroepelijk en toen is bezien of in de locatie Eikenstein haar een passend behandelaanbod kon worden gedaan.
Het hoofd behandeling van de locatie Eikenstein heeft aangegeven dat op de locatie aan klaagster een passend aanbod kan worden geboden. Begonnen wordt met de basismethodiek YOUTURN om sociale vaardigheden te vergroten, om te gaan met kwaadheid,
verantwoordelijk gedrag te stimuleren en moreel de juiste keuzes te maken. Het oplossen van problemen en het bespreken van moeilijke situaties komt wekelijks terug in zogenaamde TIP- en EQUIPbijeenkomsten. Ze heeft de eerste twee fasen van YOUTURN goed
doorlopen en werkt inmiddels aan persoonlijke profielen. Daarnaast is ze sinds kort gestart met de delictscenarioprocedure van De Waag. Ze krijgt agressieregulatie op maat - dit wordt door de psycholoog gegeven - en is ook bezig met cognitieve
gedragstherapie. Voorts bestaat het voornemen om te starten met Brains 4 Use in verband met de alcoholproblematiek. Tevoren zal een inschatting worden gemaakt door een externe psycholoog van het Centrum Maliebaan.
Het is voor klaagster tot nu toe (nog) niet noodzakelijk geweest om de psychiater in de locatie Eikenstein te consulteren. Er is momenteel geen psychiatrische problematiek in engere zin en er hebben ook geen incidenten plaatsgevonden.
De inrichting heeft het plan om een machtiging begeleid verlof voor haar aan te vragen. Ze zal dan, verwacht wordt half november 2010, eerst met begeleid verlof in Zeist gaan en later begeleid naar haar moeder en vader. Als dit driemaal goed is gegaan,
zal onbegeleid verlof voor haar worden aangevraagd. Verwacht wordt dat dit in het tweede of derde kwartaal van 2011 zal zijn. Bij de opbouw van het verloftraject zal ook gekeken worden naar alcoholmisbruik.
Ook als klaagster in de Fjord zou zijn geplaatst, zou gehandeld worden naar het verloftoetsingskader.
Klaagster wordt een behandeling in de locatie Eikenstein geboden die aansluit bij haar zorgbehoefte. Weliswaar heeft de rechtbank geadviseerd om klaagster in de Fjord te behandelen, maar de selectiefunctionaris dient een eigen afweging te maken. Gelet
op hetgeen dat de locatie Eikenstein met klaagster zou kunnen bereiken, is ervoor gekozen om klaagster in de locatie Eikenstein te behandelen.
Klaagsters ouders worden op de hoogte gehouden van de behandeling en bij de behandeling betrokken.
Klaagster gedijt goed bij haar behandeling in de locatie Eikenstein en profiteert van het behandelaanbod.

4. De beoordeling
Klaagster ondergaat de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen. Hiervoor zijn de behandelinrichtingen bestemd.
De behandelafdeling van de locatie Eikenstein is normaal beveiligd.

De rechtbank heeft gezien de omtrent klaagster uitgebrachte rapportages geadviseerd tot plaatsing van klaagster in de Fjord. Zij is echter geselecteerd voor een behandelafdeling van de locatie Eikenstein. Klaagster verbleef ten tijde van de
selectie op een opvangafdeling van de locatie Eikenstein.

Uit de omtrent klaagster uitgebrachte rapportages en de toelichting ter zitting blijkt geen psychiatrische problematiek in engere zin, waardoor een behandeling in een GGz-instelling noodzakelijk zou zijn. In de rapportages is sprake van een
(psychische) persoonlijkheids-stoornis, te weten borderline.
Door het hoofd behandeling en diagnostiek is in de inrichtingsrapportage aangegeven dat het goed gaat met klaagster in de locatie Eikenstein en dat er geen incidenten hebben plaatsgevonden. In de rapportage is uitgebreid beschreven welke
behandeling klaagster wordt geboden en dat na de basismethodiek YOUTURN haar methodiek op maat zal worden aangeboden, waaronder Brains 4 Use en agressieregulatie. Voorts heeft de inrichting het voornemen om binnenkort een machtiging voor begeleid
verlof
voor klaagster aan te vragen en toe te werken naar onbegeleid verlof in het tweede of derde kwartaal van 2011.
De beroepscommissie is van oordeel dat overplaatsing van klaagster in dit stadium van haar behandeling de opwaartse spiraal, waarvan duidelijk sprake is, zou doorbreken.
Daarbij komt dat bij een plaatsing in de Fjord niet duidelijk is of klaagster daadwerkelijk op een afdeling met een lichter beveiligingsniveau zal worden geplaatst en dat ook in de Fjord hetzelfde verloftoetsingskader zal worden gehanteerd.
Gelet op het voorgaande is de beslissing van de selectiefunctionaris niet in strijd met de wet en kan deze, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, ook niet onredelijk of onbillijk worden genoemd.
Hetgeen klaagster heeft aangevoerd omtrent de bezoekmogelijkheden van haar ouders kan niet tot een ander oordeel leiden.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. B.J. de Jong, voorzitter, mr. R.S.T. van Rossem-Broos en dr. R.A.R. Bullens, leden, bijgestaan door mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 25 oktober 2010

secretaris voorzitter

Naar boven