Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/1448/GB, 19 oktober 2010, beroep
Uitspraakdatum:19-10-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 10/1448/GB

Betreft: [klager] datum: 19 oktober 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. N. Swart, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 18 mei 2010 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis Zoetermeer ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 16 juli 2009 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring (h.v.b.) De Kruisberg. Vanuit deze inrichting is hij geselecteerd voor de gevangenis Zoetermeer, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager heeft voorafgaand aan zijn selectie aangegeven graag geplaatst te willen worden in Nieuwegein, omdat zijn partner en dochter in Utrecht wonen. Klager heeft diverse stukken overgelegd waaruit blijkt dat zijn partner wegens haar medische
gesteldheid en werkverplichtingen alsmede wegens een schoolgaande dochter niet in staat is klager in Zoetermeer te komen bezoeken. Ondanks deze persoonlijke omstandigheden oordeelde de selectiefunctionaris dat het belang van een optimale
capaciteitsbenutting zwaarder moest wegen Toen klager een tweede voorkeur opgaf was dit niet omdat het hem om het even was waar hij geplaatst zou worden.
Gedurende zijn verblijf in h.v.b. De Kruisberg heeft hij geen bezoek gehad van zijn partner of dochter. Nu hij is geplaatst in Zoetermeer is er voor hem evenmin zicht op bezoek van zijn partner of dochter.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is geplaatst overeenkomstig zijn tweede voorkeur. Klager zou niet de indruk hebben overeenkomstig te zullen worden geselecteerd. De aanwezigheid van diverse motivatiebrieven en onderliggende stukken zouden de noodzaak tot plaatsing in Nieuwegein
aantonen. Deze stukken hadden echter betrekking op een eerdere selectieprocedure. Klager is gewezen op de mogelijkheid tot het doen van een verzoek om horizontale overplaatsing. Van deze mogelijkheid heeft hij tot op heden geen gebruik gemaakt.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis Zoetermeer is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die in eerste aanleg is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris moet bij afweging van alle in aanmerking komende belangen als onredelijk en onbillijk worden aangemerkt. Hierbij is in aanmerking genomen dat uit de
inrichtingsrapportage is gebleken dat klager tijdens zijn verblijf in De Kruisberg slechts éénmaal bezoek heeft gekregen van zijn vriendin, omdat voor haar de afstand om op bezoek te komen te ver is. Daarbij is gebleken dat van een
capaciteitsproblematiek van de p.i. Nieuwegein geen sprake meer is.
Derhalve dient de bestreden beslissing te worden vernietigd.
De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
Nu de gevolgen van de bestreden beslissing nog ongedaan zijn te maken, zal de beroepscommissie klager geen tegemoetkoming toekennen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 19 oktober 2010

secretaris voorzitter

Naar boven