Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/1543/GA, 26 november 2010, beroep
Uitspraakdatum:26-11-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 10/1543/GA

betreft: [klager] datum: 26 november 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. I.R. Rigter, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 28 mei 2010 van de beklagcommissie bij de locatie Esserheem te Veenhuizen,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 14 oktober 2010, gehouden in de locatie De Berg te Arnhem, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman voornoemd, en [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de penitentiaire inrichtingen Veenhuizen
bijgestaan door [...], stagiair beklagzaken.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de beklagen en de uitspraak van de beklagcommissie
a. K 9723/09/Ess en K 9720/09/Ess: een ordemaatregel van observatie door middel van cameratoezicht voor de duur van zeven dagen ingaande 10 december 2009 omdat klager zich onbehoorlijk heeft gedragen tegen personeel;
b. K 9731/09/Ess: een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een andere verblijfsruimte dan een afzonderingscel voor de duur van 14 dagen ingaande 17 december 2009, waarbij klager een aangepast dagprogramma krijgt aangeboden;
c. Eh 2010/000016 en Eh 2010/000001: het feit dat klager in januari en februari 2010 nog steeds voornoemde ordemaatregel ondergaat.

De beklagcommissie heeft de beklagen ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager heeft niet gedreigd. Hij stond samen met een medegedetineerde om zijn medicijnen aan te nemen. Hij hoorde van het transport de volgende dag. Hij had geen glas in zijn hand maar een flesje water. Hij heeft twee keer de naam van die
medegedetineerde doorgegeven om hem te horen als getuige maar dat is niet gebeurd. Het rapport is onterecht en de maatregel ook.
Klager heeft in die periode geen gedragsdeskundige gesproken. Wanneer dat volgens de directeur wel is gebeurd wordt niet duidelijk. De aanleiding voor de ordemaatregel is een welles nietes situatie. Klager moet volgens het personeel mee op transport
maar klager wil niet.
Met betrekking tot de ordemaatregel ingaande 17 december 2009 is onduidelijk of klager is gehoord. De maatregel zou dan formeel nietig moeten worden verklaard.
Klager had last van duizeligheid en hij stond daardoor moeilijk op uit bed. Klager is voor zijn gevoel twee maanden lang gegijzeld en dat was niet voor zijn eigen veiligheid. Klager verbleef soms 23 uur achter de deur. Hij had geen contact met anderen
en mocht ook zijn advocaat niet bellen. Klager komt buiten zijn schuld moeilijk op gang ’s morgens. De activiteiten waar hij wel aan wilde deelnemen werden vroeg gepland.
Het is de vraag of er de facto wel sprake is geweest van verlengingsbeslissingen. Er blijkt niet of hier wel goed naar is gekeken. Ook hier is de hoorplicht geschonden. De beklagcommissie acht het feit dat klager niet is gehoord verschoonbaar omdat hij
niet in zijn rechten is geschaad. Dat criterium staat niet in de wet. Ook hier moet de conclusie zijn dat de ordemaatregelen nietig zijn en dat het beroep gegrond moet worden verklaard.

De directeur heeft in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De beslissing van 10 december 2009 is genomen door [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur. De bedoeling was plaatsing in afzondering en toepassing van cameratoezicht. Dat is niet gebeurd en dat is slordig. De directeur kan tijdens de ordemaatregel
een inschatting maken van de gemoedstoestand van de gedetineerde. Na oplegging daarvan wordt direct de gedragsdeskundige ingeschakeld om te adviseren over voortduring van de ordemaatregel. Het is niet bekend wanneer dat ten aanzien van klager is
gebeurd. Over het algemeen is dit binnen 24 uur.
De aantekening op het verslag van 10 december 2009 is van de directeur na het horen.
Tijdens het cameratoezicht is het gedrag geobserveerd. Verder is het gedrag meegenomen zoals dat is beschreven in de rapportages daarvoor. Dit is terug te vinden in het selectieadvies en de dagrapportages. Klager had een verstoord dag- en nachtritme.
Met het aangepaste dagprogramma is geprobeerd zijn ritme te structureren.
De verlengingsbeslissingen staan niet op schrift. Er is algemene rapportage over klager maar er zijn geen specifieke data terug te vinden dat overleg met gedragsdeskundigen heeft plaatsgevonden. 18 februari 2010 is gestopt met het aangepaste
dagprogramma omdat het niet tot het gewenste resultaat leidde. De directeur moet toegeven dat een en ander niet goed is gegaan.

3. De beoordeling
Met betrekking tot a:
Op grond van artikel 24a, eerste lid, van de Pbw kan de directeur, indien dit ter bescherming van de geestelijke of lichamelijke toestand van de gedetineerde noodzakelijk is, bepalen dat de gedetineerde die in een afzonderingscel verblijft, dag en
nacht
door middel van een camera wordt geobserveerd. In het tweede lid van dat artikel is bepaald dat alvorens hij hiertoe beslist, hij het advies inwint van een gedragsdeskundige onderscheidenlijk de inrichtingsarts, tenzij dit advies niet kan worden
afgewacht. In dat geval wint de directeur het advies zo spoedig mogelijk na zijn beslissing in.

Nu niet is gebleken van een beslissing tot plaatsing in afzondering van klager, deugt de enkele beslissing tot toepassing van cameratoezicht niet. Bovendien is niet gebleken wanneer met betrekking tot de gemoedstoestand van klager een gedragsdeskundige
is geconsulteerd. Het beroep is derhalve ten aanzien van deze klacht gegrond, de uitspraak van de beklagcommissie zal in zoverre worden vernietigd en het beklag zal alsnog gegrond worden verklaard. Aan klager zal een tegemoetkoming worden toegekend van
na te noemen hoogte.

Met betrekking tot b:
Hetgeen in beroep naar voren is gebracht kan, voor zover dat is komen vast te staan, niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie.

Met betrekking tot c:
Op grond van artikel 57, eerste lid onder c, van de Pbw stelt de directeur de gedetineerde in de gelegenheid te worden gehoord alvorens hij beslist omtrent de plaatsing in afzondering en de verlenging hiervan.
Op grond van artikel 58, eerste lid, van de Pbw geeft de directeur de gedetineerde van elke beslissing als bedoeld in artikel 57, eerste lid, onverwijld een schriftelijk gedagtekende en ondertekende mededeling.

Nu vast staat dat klager met betrekking tot de verlengingsbeslissingen niet is gehoord en van omstandigheden als bedoeld in artikel 57, derde lid, van de Pbw om van het horen af te zien niet is gebleken, en er geen schriftelijke mededelingen zijn van
die verlengingsbeslissingen is het beroep ten aanzien van deze klacht gegrond. De uitspraak van de beklagcommissie zal in zoverre worden vernietigd en het beklag zal alsnog gegrond worden verklaard.

Aan klager zal een tegemoetkoming worden toegekend van in totaal € 430,=.
Dit bedrag is als volgt berekend: 7 dagen afzonderingscel maal €10 = € 70,=.
31 dagen januari en 17 dagen februari (maatregel is 18 februari gestopt) eigen cel maal
€ 7,50 = 360. In totaal € 430,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ten aanzien van b. ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie.
De beroepscommissie verklaart het beroep ten aanzien van a en c gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag in zoverre alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van in totaal € 430,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, J. Schagen MA en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Jousma, secretaris, op 26 november 2010

secretaris voorzitter

Naar boven