nummer: 10/1531/GA
betreft: [klager] datum: 24 november 2010
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 10 mei 2010 van de beklagcommissie bij het PPC locatie Maastricht,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
De beroepscommissie heeft de directeur van het PPC locatie Maastricht in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een andere verblijfsruimte dan een afzonderingscel voor de duur van zeven dagen.
De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
Het beklag met betrekking tot de afzonderingsmaatregel is gegrond verklaard. Daarmee is klager het eens, maar na de afzonderingsmaatregel is klager van april 2010 tot medio juli 2010 op ‘kamerprogramma rood’ gezet. Klager had hierdoor veel minder recht
op luchten en recreatie. Klager heeft geen mededeling of iets dergelijks ontvangen. Klager wil zijn beroep graag mondeling toelichten.
De directeur heeft daarop als volgt geantwoord.
Het beklag van klager met betrekking tot de ordemaatregel is gegrond verklaard. De toepassing van een kamerprogramma aansluitend op de ordemaatregel is een nieuwe klacht, welke klager bij de beklagcommissie kan indienen. Met betrekking tot de
oorspronkelijke klacht verwijst de directeur inhoudelijk naar zijn standpunt dat hij heeft ingenomen bij de beklagcommissie.
3. De beoordeling
De beroepscommissie acht zich voldoende ingelicht om op het beroep te beslissen en wijst het verzoek van klager om het beroep mondeling toe te lichten af.
Uit de stukken blijkt dat klagers beklag omtrent een ordemaatregel van een week afzondering is gegrond verklaard. Tegen een dergelijke beslissing stelt de wet voor klager geen beroep open. Klager zal om die reden in beroep niet-ontvankelijk worden
verklaard. Klagers klacht over het kamerprogramma na afloop van de disciplinaire straf is op 17 juni 2010 doorgestuurd naar de beklagcommissie bij het PPC locatie Maastricht.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 24 november 2010
secretaris voorzitter