Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/1999/GM, 6 december 2010, beroep
Uitspraakdatum:06-12-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 10/1999/GM

betreft: [klager] datum: 6 december 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingstandarts verbonden aan de penitentiaire inrichting (p.i.) Alphen aan den Rijn,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 22 juni 2010 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Justitie.

Ter zitting van de beroepscommissie van 7 oktober 2010, gehouden in de p.i. Amsterdam, is klager gehoord.
De inrichtingstandarts verbonden aan de p.i. Alphen aan den Rijn is niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur van 13 mei 2010, betreft het niet vervangen van enige tanden en het niet krijgen van een gebit.

2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Klager heeft zijn klacht als volgt toegelicht. Hij is regelmatig, in totaal driemaal, bij de inrichtingstandarts geweest. Onder meer in oktober 2009 en ook circa twee maanden voor het schrijven van zijn brief. Eén tand is tweemaal gevuld. De vulling
viel er steeds uit. De tand zou vervangen moeten worden. De tandarts zou navragen wat de mogelijkheden waren. Klager heeft er niets meer van gehoord. Klager heeft achter in zijn mond geen kiezen, hij heeft enkel voortanden. Hij kan moeilijk eten. Soms
heeft hij pijn met kauwen van brood. De tand waar de vullingen uit vielen is bij het derde bezoek aan de tandarts uit zijn mond gehaald. Klager krijgt geen speciaal zacht voedsel. Klager zit nog in voorlopige hechtenis.

Omdat er geen standpunt van de inrichtingstandarts bij de stukken zat en hij ook niet ter zitting is verschenen om een nadere toelichting te geven, is hem schriftelijk verzocht antwoord te geven op de volgende vragen.
- Kan de beroepscommissie de tandheelkundige gegevens, een kopie van de kaart, krijgen?
- Klopt het dat klager met zijn problemen bij u is geweest?
- Heeft u gelet op de staat van het gebit aanleiding gezien een verzoek om verlening van een machtiging, eventueel om humanitaire redenen, in te dienen?
Naar aanleiding hiervan heeft de inrichtingstandarts een kopie van de kaart van klager toegezonden

3. De beoordeling
De beroepscommissie leidt uit de stukken, en met name de toelichting van de inrichtingstandarts af, dat klager met zijn problemen bij de inrichtingstandarts is geweest. De inrichtingstandarts heeft, gegeven het feit dat klager nog niet was afgestraft
en
er geen sprake was van een situatie dat klager in het geheel niet zou kunnen eten, destijds geen machtiging voor het uitvoeren van een bijzondere verrichting aangevraagd. Dat, zoals uit de door de inrichtingstandarts toegezonden stukken blijkt, hij op
9
november 2010 alsnog een machtiging voor een partiele prothese heeft aangevraagd, maakt de beoordeling niet anders. Gegeven vorenstaande kan het handelen van de inrichtingstandarts niet worden aangemerkt als in strijd met de in artikel 28 Pm
neergelegde
norm. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. dr. H.M.E. Laméris-Tebbenhoff Rijnenberg, voorzitter, M.F. van Brederode-Zwart en H.J.P Kroeze, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 6 december 2010

secretaris voorzitter

Naar boven