Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/1632/TB, 18 november 2010, beroep
Uitspraakdatum:18-11-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 10/1632/TB

betreft: [klager] datum: 18 november 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. C.W.J. Faber, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een beslissing van 9 juni 2010 van de Minister van Justitie, verder te noemen de Minister,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

De beroepscommissie heeft de Minister in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman mr. C.W.J. Faber om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Minister heeft beslist klager te plaatsen in het forensisch psychiatrisch centrum Veldzicht te Balkbrug (hierna: fpc Veldzicht).

2. De feiten
Klager is bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak ter beschikking gesteld (tbs) met bevel tot verpleging van overheidswege.
De Minister heeft op 9 juni 2010 beslist klager te plaatsen in Veldzicht. Deze plaatsing is op 15 juni 2010 gerealiseerd.

3. De standpunten
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager heeft pas zeer recent vernomen dat hij geplaatst werd in fpcVeldzicht. Er heeft geen intakegesprek plaatsgevonden, waardoor niet beoordeeld kan worden of klager past binnen fpc Veldzicht en of hij daar een passende behandeling kan ondergaan.
Klager en zijn familie komen uit Zuid-Limburg. In deze regio zal klager na beëindiging van de tbs-maatregel zijn dagelijkse leven weer oppakken. De familieleden van klager zijn niet in staat de aanzienlijke afstand naar fpc Veldzicht af te leggen. Het
ontbreekt hen daarvoor aan financiële middelen. Ook de slechte medische gesteldheid van de naaste familieleden belemmert de mogelijkheden tot bezoek. De biologische vader van klager kan vanwege zijn slechte gezondheid geen auto rijden. Klagers broer
heeft een meervoudige persoonlijkheidsstoornis. De andere broer heeft een spierziekte. De biologische moeder heeft de zorg over voorgenoemde familieleden.
Het ziet er naar uit dat ook klagers kinderen niet de financiële middelen hebben om hem met enige regelmaat te bezoeken. De onmogelijkheid van het ontvangen van bezoek binnen fpc Veldzicht houdt kortom een verdergaande isolatie in van klager ten
opzichte van de buitenwereld. De bestreden beslissing is in strijd met artikel 8 EVRM.
Klager verblijft nu al zes weken in fpc Veldzicht en heeft ondanks herhaaldelijk aandringen nog geen psycholoog of psychiater gesproken. Van een spoedige aanvang van behandeling lijkt geen sprake.
Klagers intelligentie is tijdens het onderzoek van drs. J.E.J. S. als gemiddeld geschat. Hij heeft verdere onderzoeken geweigerd. Onderzoekers kunnen slechts een inschatting geven van klagers intelligentie. Hij voldoet ruim aan de norm van 80.
Hij prefereert plaatsing in het fpc De Rooyse Wissel, locatie Maastricht dan wel in een andere fpc in de regio Limburg/Zuid-Nederland.

Namens de Minister is inzake het beroep het volgende standpunt ingenomen.
Uitgangspunt bij plaatsing van tbs-patiënten is de a-selecte plaatsingssystematiek. Doel van deze systematiek is om patiënten zo spoedig mogelijk te plaatsen, opdat hun behandeling snel een aanvang kan nemen. Met regionale en/of persoonlijke voorkeuren
wordt om die reden geen rekening gehouden. Daarbij komt dat in geval van klager rekening is gehouden met mogelijke zwakbegaafdheid. Dit kon niet worden vastgesteld, omdat klager niet wenst mee te werken aan een IQ test. Klager is om die reden opgenomen
in een fpc, waar zowel zwakbegaafde als normaalbegaafde patiënten behandeld kunnen worden.

4. De beoordeling
Bij de plaatsing van ter beschikking gestelden dient de Minister, op grond van artikel 11, tweede lid, van de Bvt in zijn overwegingen te betrekken:
a) de eisen die de bescherming van de maatschappij tegen de gevaarlijkheid van de ter beschikking gestelde voor de veiligheid van anderen dan de ter beschikking gestelde of de algemene veiligheid van personen of goederen stelt, en
b) de eisen die de behandeling van de ter beschikking gestelde gezien de aard van de bij hem geconstateerde gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens stelt.

Uitgangspunt van het op grond van het IBO II-rapport door de Minister geformuleerde beleid is dat alle tbs-inrichtingen geoutilleerd zijn voor iedere ter beschikking gestelde, met uitzondering van een aantal speciale categorieën, te weten vrouwen,
zwakbegaafden en extreem beheers- en vluchtgevaarlijke ter beschikking gestelden. Daarnaast wordt onderscheiden naar de primaire psychopathologie: psychotische stoornis of persoonlijkheidsstoornis.

De Minister heeft de beslissing tot plaatsing van klager genomen met inachtneming van klagers geslacht, de ten aanzien van hem gestelde diagnose en gegevens omtrent het al dan niet bestaan van een beheers/vluchtrisico, alsmede de bestaande
wachtlijsten.

Omdat klager niet heeft willen meewerken aan een IQ test kon niet worden nagegaan of klager zwakbegaafd is, terwijl uit de bij de stukken gevoegde rapportages kan worden opgemaakt dat dit mogelijk het geval zou kunnen zijn.
In dit licht gezien, is de beroepscommissie van oordeel dat de beslissing van de Minister om klager in fpc Veldzicht te plaatsen, waar zowel afdelingen zijn voor zwakbegaafden als voor niet zwakbegaafden, niet in strijd is met de wet en dat deze, bij
afweging van alle in aanmerking komende belangen, evenmin als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt.
Daarbij komt dat klager geen zwaarwegende argumenten heeft aangevoerd die zouden kunnen of moeten leiden tot het oordeel dat de Minister in redelijkheid niet tot de bestreden plaatsingsbeslissing heeft mogen komen.
Hetgeen klager heeft aangevoerd omtrent de bezoekmogelijkheden van zijn familie kan evenmin tot een ander oordeel leiden. Het belang dat een tbs-gestelde zo snel mogelijk wordt geplaatst opdat behandeling zo spoedig mogelijk kan aanvangen, weegt in
casu
zwaarder dan regionale voorkeur.
Het hiervoor overwogene in aanmerking genomen kan de beslissing klager te plaatsen in fpc Veldzicht, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden
verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. drs. F.A.M. Bakker, voorzitter, mr. S.L. Donker en drs. G.A.M. Mensing, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 18 november 2010

secretaris voorzitter

Naar boven