Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/2916/GV, 16 november 2010, beroep
Uitspraakdatum:16-11-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 10/2916/GV

betreft: [klager] datum: 16 november 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 4 oktober 2010 genomen beslissing van de Minister van Justitie (de Minister),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Minister in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Minister heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. De aanvraag om algemeen verlof wordt telkens afgewezen, terwijl klager zich gedraagt zoals dat van hem verwacht wordt. Klager is nog nooit in aanmerking gekomen voor verlof en is nu al 18 maanden bezig
verlof te krijgen.

Namens de Minister is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager verbleef sinds 15 april 2010 in de gevangenis voor beperkt gemeenschapsgeschikten (b.g.g.) van de locatie De Schie te Rotterdam. Hij is voor deze inrichting geselecteerd, omdat hij in de p.i. Lelystad verschillende malen rapporten opgelegd heeft
gekregen voor het uiten van agressie tegen medegedetineerden. In de p.i. Zwaag, waar klager voordien verbleef, heeft hij tweemaal een handgemeen gehad met een medegedetineerde. In de b.g.g. heeft klager snel aansluiting in de groep. Hij kan nog wel
eens
achterdochtig reageren, maar over het algemeen neemt hij op correcte wijze deel aan het dagprogramma. Op 6 september 2010 is hem een ordemaatregel opgelegd om verdere escalatie tussen klager en een andere gedetineerde te voorkomen. Klager wordt een
individueel programma aangeboden voor de duur van 14 dagen. Als gevolg van dit incident is klager tevens overgeplaatst naar de p.i. Zoetermeer met een b.g.g. regime.

Klager is nog niet in staat gebleken zonder conflicten in een p.i. te functioneren. Zolang klager nog niet in een regime van algehele gemeenschap kan functioneren, is verlofverlening niet aan de orde. Door de gehele detentie heen is gebleken dat klager
een risico vormt in het contact met anderen waardoor het risico hoog is dat een verlof niet ongestoord zal verlopen.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van De Schie heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van vier jaar met aftrek, wegens doodslag. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 25 maart 2011.

Bij uitspraak van 11 oktober 2010, kenmerk 10/2384/GV, heeft de beroepscommissie klagers beroep ongegrond verklaard. Ook nu blijkt nog uit de stukken dat klagers gedrag in de inrichting problematisch te noemen is. Klager verblijft nog steeds in een
b.g.g. Hoewel zijn gedrag daar enige verbetering laat zien en klager ook in gesprek is voor behandeling van zijn agressieproblematiek in de Waag, is die periode te kort om daaruit te kunnen concluderen dat klagers verlof op dit moment rustig en
ongestoord zal verlopen. De beroepscommissie is van oordeel dat voornoemde omstandigheid thans nog steeds een contra-indicatie vormt voor verlofverlening en dat deze een afwijzing van klagers verlofaanvraag rechtvaardigt. Derhalve kan de beslissing van
de Minister, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen en gelet op de weigeringsgronden zoals bedoeld in artikel 4 onder e van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 16 november 2010

secretaris voorzitter

Naar boven