Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/2239/GB, 18 november 2010, beroep
Uitspraakdatum:18-11-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 10/2239/GB

Betreft: [klager] datum: 18 november 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 26 juli 2010 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep en de toelichting van klagers raadman mr. D.P. Hein.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis Alphen aan den Rijn afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 29 november 2001 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis van de locatie De Schie te Rotterdam.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager heeft zelf verzocht om van Alphen aan den Rijn overgeplaatst te worden naar de locatie De Schie in verband met zijn bezoek en de gemaakte afspraken. Klager ontving jarenlang bezoek zonder toezicht (b.z.t.) van zijn vrouw en kinderen. Dat is niet
mogelijk in de locatie De Schie. Klager ontvangt geen bezoek en wil daarom terug naar Alphen aan den Rijn. Hij heeft geen rapporten of foute urinecontroles etc. In casu is sprake van een dwingende reden, namelijk klagers levenslange detentie, om van de
algemene regel om een jaar te wachten voor een nieuwe overplaatsing af te wijken. De locatie De Schie hanteert andere bezoektijden, waardoor het voor klagers familie niet mogelijk is om klager te bezoeken. Het contact met de familie is erg belangrijk.
Met contact wordt niet alleen telefonisch contact bedoeld, maar ook om regelmatig in alle privacy met de geliefden te zijn. De locatie De Schie ondersteunt klagers overplaatsingsverzoek. De bestreden beslissing is onredelijk en onbillijk en in strijd
met artikel 8 van het EVRM nu het gezinsleven van klager erg onder druk komt te staan. Klager wenst zijn beroep mondeling toe te lichten.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Op 30 maart 2010 is klagers verzoek ontvangen om naar de penitentiaire inrichtingen Nieuwegein overgeplaatst te worden vanwege bezoektechnische redenen. Nog dezelfde dag is dat verzoek gehonoreerd. Voor de daadwerkelijke overplaatsing heeft klager
verzocht om naar de locatie De Schie overgeplaatst te worden omdat zijn partner en kinderen op nog geen tien minuten afstand van de locatie De Schie wonen. Op 20 april 2010 is dat verzoek gehonoreerd en klager is op 7 juni 2010 overgeplaatst naar de
locatie De Schie. Op 22 juli 2010 heeft klager verzocht om terugplaatsing naar de gevangenis Alphen aan den Rijn omdat hij zijn kinderen niet kan ontvangen zoals hij zou willen. Klager kan in de locatie De Schie zijn bezoek ontvangen als elke andere
gedetineerde. In het verleden had klager in de gevangenis Alphen aan den Rijn een zeer ruime bezoekregeling. Bij een terugplaatsing is deze ruime bezoekregeling niet meer van kracht. Het terugplaatsingsverzoek is afgewezen omdat klager een maand in de
locatie De Schie verblijft, op zijn eigen verzoek is overgeplaatst en hij niet verstoken is van bezoek. Het bezoekprobleem is een situatie waar helaas vele gedetineerden mee geconfronteerd worden en tot op zekere hoogte draagt dit probleem een algemeen
karakter.

4. De beoordeling
4.1. De beroepscommissie acht zich voldoende ingelicht om op het beroep te beslissen en wijst het verzoek van klager om het beroep mondeling toe te lichten af.

4.2. In het selectieadvies van 30 maart 2010 van de gevangenis Alphen aan den Rijn is vermeld dat klager in de gevangenis Alphen aan den Rijn een aantal maanden lang een heel dagdeel b.z.t. toegewezen heeft gekregen op psychische gronden en dat deze
toewijzing eind maart 2010 is ingetrokken. In het selectieadvies van de locatie De Schie staat vermeld dat klagers kinderen wegens andere verplichtingen niet op b.z.t. kunnen komen. Klager heeft op grond van artikel 38 van de Pbw recht om minimaal
éénmaal per week bezoek te ontvangen. Een verschil in ontvangstmomenten van bezoek of b.z.t. binnen diverse gevangenissen vormt geen zwaarwegende grond om een terugplaatsing naar de gevangenis Alphen aan den Rijn te rechtvaardigen. Daarbij heeft de
beroepscommissie in acht genomen dat klager op eigen verzoek is overgeplaatst naar een inrichting van zijn voorkeur in de nabijheid van de woonplaats van zijn gezin. De op de onder 3.2. genoemde gronden gebaseerde beslissing van de
selectiefunctionaris,
waarvan niet kan worden aangenomen dat deze in strijd is met artikel 8 van het EVRM kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen en omstandigheden, dan ook niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema,
voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 18 november 2010

secretaris voorzitter

Naar boven