Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/1426/GA, 5 november 2010, beroep
Uitspraakdatum:05-11-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 10/1426/GA

betreft: [klager] datum: 5 november 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 19 mei 2010 van de beklagcommissie bij de gevangenis Dordrecht

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 27 augustus 2010, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, zijn gehoord klager en [...], vestigingsdirecteur van de gevangenis Dordrecht.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de weigering toestemming te verlenen voor een radio op cel met een vermogen van 43 Watt.

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager meent dat het onredelijk zou zijn als van apparatuur die gedurende het verblijf in een andere inrichting is aangeschaft en in verscheidene andere
inrichtingen op cel mocht worden gehouden, de invoer wordt geweigerd. Wanneer de directeur regels opstelt die afwijken van de Regeling model huisregels zijn deze niet verbindend. In de Regeling model huisregels is geen maximum vermogen opgenomen. Enkel
in de huisregels van de gevangenis Dordrecht staat dat alleen een radio met een vermogen van niet meer dan 20 Watt is toegestaan.
Klager heeft de radio in 2008 van zijn zoon gekregen. De radio heeft voor hem emotionele waarde. In de vorige inrichtingen (p.i. Krimpen aan den IJssel en p.i. Zoetermeer) mocht klager de radio op cel hebben. In de gevangenis Dordrecht wordt hem dit
verboden. Klager meent dat in geval er sprake is van geluidsoverlast de stroom op de cel eenvoudig eraf kan worden gehaald. Buiten de cel bevindt zich een schakelaar. Ook heeft klager aangeboden de radio alleen te gebruiken met een headset. De radio
bevindt zich nu in de fouillering. Klager heeft momenteel geen andere radio.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Het opnemen van een maximaal vermogen voor een radio, cassette- of compact-discspeler in de huisregels is om de geluidsoverlast beheersbaar te
houden. Andere pogingen om de geluidsoverlast beperkt te houden hebben geen resultaat opgeleverd. De voorwaarden die door de inrichting worden gesteld omtrent het voorhanden hebben van voorwerpen op cel zijn scherp gesteld.

3. De beoordeling
Naar vaste jurisprudentie van de beroepscommissie staat tegen een algemeen in de inrichting geldende regeling geen beklag open, tenzij deze in strijd is met een hogere regeling. Dit is nu aan de orde, waar klager stelt dat het voorschrift in de
huisregels van de gevangenis Dordrecht, dat alleen het voorhanden hebben van een radio, cassette- of compact-discspeler met een vermogen van maximaal 20 watt is toegestaan, in strijd is met de Regeling model huisregels penitentiaire inrichtingen
(hierna: de Regeling), omdat in de Regeling een dergelijke limitering niet is opgenomen.
De Regeling heeft gelet op de toelichting bij deze regeling in beginsel een dwingend karakter. In hoofdstuk 4.5.1.2 (Toegestane voorwerpen) van de Regeling is echter omtrent de dwingendheid een uitzondering gemaakt voor een penitentiaire inrichting of
afdeling met een bijzondere bestemming of met een meerpersoonverblijfsruimte. In deze gevallen is de directeur niet verplicht de in de modelregeling opgenomen bepalingen en onderwerpen over te nemen. Nu evenals in de meeste inrichtingen ook in de
locatie Dordtse Poorten meerpersoonverblijfruimten aanwezig zijn, is de directeur bevoegd van de Regeling af te wijken op een wijze zoals hiervoor is omschreven: met name door het beperken van het wattage.

Nu het beklag zich richt tegen de uitvoering van een regeling is klager ten onrechte door de beklagcommissie niet-ontvankelijk in zijn beklag verklaard. De beroepscommissie zal de uitspraak van de beklagcommissie derhalve vernietigen en klager alsnog
ontvangen in zijn beklag. Omtrent het beperken van het wattage van de radio’s die klager voorhanden mag hebben, is de beroepscommissie van oordeel dat dit niet in strijd is met voormelde Regeling. Het beklag zal derhalve ongegrond worden verklaard.

De beroepscommissie overweegt nog ten overvloede dat het aanbeveling verdient om dergelijke onderdelen van de huisregels regionaal eenduidig te formuleren.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag maar verklaart dit beklag ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 5 november 2010

secretaris voorzitter

Naar boven