Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/1269/GA, 12 oktober 2010, beroep
Uitspraakdatum:12-10-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Activiteiten  v

Uitspraak

nummer: 10/1269/GA

betreft: [klager] datum: 12 oktober 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 1 juni 2010 van de beklagcommissie bij gevangenis Breda,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 24 augustus 2010, gehouden in de penitentiaire inrichting Dordrecht, zijn gehoord klager en [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur bij voormelde gevangenis. Na de behandeling ter zitting is aan de directeur
schriftelijk een nadere toelichting gevraagd, welke op 10 september 2010 op het secretariaat is ontvangen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het feit dat klager op zaterdag moet kiezen tussen het bijwonen van een kerkdienst of te gaan luchten.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Sinds 1 maart 2010 is er veel veranderd in het dagprogramma. Klager moet nu iedere zaterdag kiezen tussen luchten of naar de kerk gaan. Het betreft alleen gedetineerden van de tweede ring die een dergelijke keuze moeten maken. Andere gedetineerden
hebben wel de mogelijkheid op dezelfde dag een dienst bij te wonen en te luchten. De tijdstippen voor het luchten van de verschillende ringen zouden periodiek afgewisseld moeten worden.

De plaatsvervangend vestigingsdirecteur heeft in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Met de invoering van het nieuwe dagprogramma zijn bepaalde activiteiten samen komen te vallen. Voor de meeste gedetineerden betekent dit dat er een samenloop is met een luchtmoment en een andere activiteit. Het is niet mogelijk de gedetineerden van de
tweede ring op een ander moment te laten luchten. Voor de verscheidene diensten is gekozen voor het houden van de dienst op het tijdstip dat dat buiten de inrichting ook gebeurt. Klager heeft, als hij op de zaterdagochtend liever gebruik maakt van zijn
luchtmoment, de mogelijkheid om een individueel gesprek met een geestelijk verzorger aan te vragen.
Gegeven het systeem van het dagprogramma is het niet mogelijk de programma’s van de verscheidene ringen uit te wisselen.

In de desgevraagd toegestuurde nadere reactie heeft de vestigingsdirecteur, onder overlegging ven een gedeelte van het weekrooster, samengevat aangegeven dat met invoering van het Strategisch Kader Modernisering gevangeniswezen het dagprogramma bestaat
uit een vast en een variabel deel mat daarin de verschillende activiteiten. Uitgangspunt daarbij is dat de standaard rechtactiviteiten worden gegarandeerd. Verder dient er rekening mee te worden gehouden dat kerkdiensten en bezinningsmomenten worden
gehouden op de dagen die volgens de denominaties als gebruikelijk worden gehanteerd in de reguliere samenleving. Het staat geprogrammeerd naast andere activiteiten. De keuze van de gedetineerde prevaleert. Bij het opmaken van het dagprogramma dient
tevens rekening te worden gehouden met het gegeven dat er een ruimte beschikbaar is voor kerkdiensten en bezinningsmomenten, die gebruikt wordt door verschillende units met verscheidene ringen en waarbij ook rekening gehouden moet worden met het
gegeven
dat mannen en vrouwen gescheiden bij de diensten worden begeleid.

3. De beoordeling
Met de invoering van het Strategisch Kader Modernisering gevangeniswezen is een dagprogramma gerealiseerd dat voor klager, die zijn verblijf heeft op de tweede ring, tot gevolg heeft dat hij op zaterdag een keuze moet maken tussen het deelnemen aan een
kerkdienst en verblijf in de open lucht. Klager wenst deel te nemen aan de kerkdienst, maar wenst niet zijn recht op luchten prijs te geven.

Ingevolge het bepaalde in artikel 49, derde lid, van de Pbw, draagt de directeur zorg dat de gedetineerde in de gelegenheid wordt gesteld dagelijks tenminste een uur in de buitenlucht te verblijven. De beroepscommissie kent aan die norm grote waarde
toe
in verband met onder meer menswaardige tenuitvoerlegging en de daaronder begrepen gezondheid van gedetineerden. De wetgever heeft het fundamentele belang van het verblijf in de buitenlucht voor gedetineerden erkend door er in geval van afzondering op
welke grond dan ook geen (structurele) beperking anders dan individueel verblijf in de buitenlucht op aan te brengen.

Tegen deze achtergrond is de beroepscommissie van oordeel dat in beginsel een keuze voor een activiteit binnen de inrichting er niet toe mag leiden dat de gedetineerde geen gebruik kan maken van zijn recht op verblijf in de buitenlucht. De toelichting
die de directeur heeft gegeven op het dagprogramma, alsmede het door de directeur nagezonden rooster, geven geen blijk van de absolute onmogelijkheid het rooster zo in te richten dat bij het gebruikmaken van het recht op het bijwonen van een kerkdienst
de mogelijkheid tot verblijf in de buitenlucht die dag vervalt.

De beroepscommissie zal de klacht gegrond verklaren en acht termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming voor het door klager ondervonden ongemak, te weten het meermalen moeten missen van het zogenaamde luchtmoment, en zal de hoogte
daarvan
vaststellen op € 50,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 50,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. J.P.S. Fiselier en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van
mr. I. Lispet, secretaris, op 12 oktober 2010

secretaris voorzitter

Naar boven