Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/1335/GB, 9 september 2010, beroep
Uitspraakdatum:09-09-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 10/1335/GB

Betreft: [klager] datum: 9 september 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 23 april 2010 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Klager is uitgenodigd om op 27 augustus 2010 in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam door een lid van de Raad te worden gehoord. Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorggedragen, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in het huis van bewaring (h.v.b.) van de locatie Schutterswei te Alkmaar ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 10 november 2009 gedetineerd. Hij verbleef in de locatie
Westlinge te Heerhugowaard, waar een regime van algehele gemeenschap geldt en een beperkt beveiligingsniveau. Op 2 april 2010 is klager ter herselectie geselecteerd voor het h.v.b. van de locatie Schutterswei. Op 7 mei 2010 is hij geselecteerd voor de
gevangenis van de locatie Schutterswei.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Klager is niet in de gelegenheid gesteld zijn bezwaarschrift voor de selectiefunctionaris nader te onderbouwen. Klager heeft destijds bij het BSD van de inrichting aangegeven bezwaar te hebben tegen
zijn plaatsing in de locatie Westlinge, omdat hij aldaar mensen kent met wie hij persoonlijke conflicten heeft. Klager wilde het liefst voor een andere b.b.i. geselecteerd worden. Hij was geselecteerd voor een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.)
zonder regimair verlof en verbleef aldaar tot 25 maart 2010. Op 25 maart 2010 is klager overgeplaatst naar de locatie Westlinge met regimair verlof. Klager is het niet eens met de rapportages waarin klager wordt verweten problemen te veroorzaken.
Klager
had conflicten met twee medegedetineerden en is meerdere malen bedreigd. Klagers verhaal is niet serieus genomen. Hij heeft vrijwillig in een isoleercel geslapen en heeft in korte tijd emotionele schade opgelopen. Klagers vertrouwen is hierdoor
geschonden. Klager houdt zich tijdens zijn verblijf in het h.v.b. van de locatie Schutterswei aan de regels. Klager heeft tijdens zijn detentie nooit lichamelijk geweld toegepast of bedreigingen geuit jegens medegedetineerden of p.i.w.-ers. Klagers
verhaal is niet nagegaan. Hij werd niet geloofwaardig geacht.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Klagers verblijf in de b.b.i. kon niet worden gecontinueerd. Er zijn diverse meldingen en rapporten opgemaakt. Klager lijkt niet gemeenschapsgeschikt. Hij kan met
niemand overweg en veroorzaakt conflicten. Ook heeft hij dreigende uitlatingen gedaan. Overplaatsing naar een andere paviljoen lijkt geen oplossing omdat klager zelf aangegeven heeft dat het ook daar niet goed zou gaan komen. Klager is op eigen verzoek
in afzondering geplaatst. De situatie leek niet meer houdbaar door ruzie. De selectiefunctionaris verwijst naar diverse meldingen.
Klager is gezien het feit dat hij zich bedreigd voelde, anderen heeft bedreigd en voorts allerlei problemen op de afdeling veroorzaakte, voorgedragen voor plaatsing in een gesloten inrichting.

4. De beoordeling
4.1. Klager, die als passant ter herselectie in het h.v.b. is geplaatst, behoort, gelet op artikel 9, tweede lid, van de Pbw, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie neemt hierbij in aanmerking
het inrichtingsadvies van de directeur van de locatie Westlinge van 2 april 2010. Hieruit komt naar voren dat sinds klagers plaatsing in de locatie Westlinge veelvuldig sprake is van problemen. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 9 september 2010

secretaris voorzitter

Naar boven