Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/2247/GB, 3 september 2010, beroep
Uitspraakdatum:03-09-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 10/2247/GB

Betreft: [klager] datum: 3 september 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 19 juli 2010 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn bezwaarschrift gericht tegen de beslissing van de selectiefunctionaris hem over te plaatsen naar het detentiecentrum Alphen aan de Rijn.

2. De feiten
Klager is sedert 14 oktober 2005 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring Alphen aan de Rijn. Op 25 juni 2010 is hij overgeplaatst naar het detentiecentrum Alphen aan de Rijn. Op 14 juli 2010 is hij overgeplaatst naar het detentiecentrum
Zeist
te Soesterberg.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Het gebouw van het detentiecentrum Alphen aan de Rijn is door de Rijksgebouwendienst onveilig bevonden. Klagers veiligheid liep daar dan ook gevaar. In totaal heeft klager 20 dagen in het detentiecentrum Alphen aan de Rijn verbleven. De
selectiefunctionaris wist van de rapportage van de Rijksgebouwendienst. Ondanks dat plaatste hij klager daar. Dit had niet mogen gebeuren. De selectiefunctionaris is verantwoordelijk voor de onverantwoorde plaatsing en klager wenst daarvoor een
schadevergoeding.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager voldeed aan de voorwaarden om in het detentiecentrum Alphen aan de Rijn te worden geplaatst. Ten tijde van de selectie was de selectiefunctionaris op de hoogte van de bouwtechnische problemen aldaar. Deze problemen waren voor het hoofdkantoor
van
DJI geen reden om een opnamestop af te kondigen. Wel werd gekeken naar mogelijkheden gedetineerden elders te plaatsen. Inmiddels is het detentiecentrum Alphen aan de Rijn aan de capaciteit onttrokken en zijn de gedetineerden elders ondergebracht.
Klager meent dat hij ten onrechte 20 dagen in het detentiecentrum Alphen aan de Rijn heeft gezeten. De selectiefunctionaris is, gelet op het feit dat de inrichting niet aan de capaciteit was onttrokken, van mening dat het geen onverantwoorde selectie
en
plaatsing is geweest en acht een compensatie dan ook niet aan de orde.

4. De beoordeling
4.1. Het detentiecentrum Alphen aan de Rijn is een inrichting met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager is in bezwaar gegaan tegen de beslissing tot overplaatsing naar het detentiecentrum Alphen aan de Rijn. Blijkens de tekst van het bezwaarschrift was het doel van dit bezwaar elders geplaatst te worden, waar klagers veiligheid tijdens
zijn
detentie gegarandeerd zou kunnen worden. In bezwaar rept klager niet over een eventuele schadevergoeding.
Op het moment van de behandeling van het bezwaar bevond klager zich niet langer in het detentiecentrum Alphen aan de Rijn. Het belang aan zijn bezwaar was dan ook komen te vervallen. De beslissing van de selectiefunctionaris is dan ook juist.
Dit brengt mee dat het verzoek tot vergoeding van schade, dat moet worden gezien als een verzoek een tegemoetkoming toe te kennen, niet aan de orde kan komen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. L. Kersten, secretaris, op 3 september 2010

secretaris voorzitter

Naar boven