Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/1561/GM, 21 september 2010, beroep
Uitspraakdatum:21-09-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 10/1561/GM

betreft: [klager] datum: 21 september 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan de penitentiaire inrichting (p.i.) Zuyderbos te Heerhugowaard,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 25 mei 2010 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Justitie.

Ter zitting van de beroepscommissie van 28 juli 2010, gehouden in de p.i. Amsterdam, is klager gehoord. De inrichtingsarts verbonden aan de p.i. Zuyderbos heeft schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur van 16 oktober 2009, betreft het niet kunnen volgen van een dieet in verband met klagers diabetes.

2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Klager heeft zijn klacht als volgt toegelicht. Klager is diabetespatiënt en heeft van de arts in het penitentiair ziekenhuis een diabetesdiëtiste toegewezen gekregen, die klager een dieet heeft voorgeschreven. Klager is hierdoor ongeveer 24 kilo
afgevallen, wat een gunstig effect op zijn glucosewaarde had. In de p.i. Zuyderbos kan klager dit dieet niet volgen, waardoor hij weer 12 kilo is aangekomen. Voor het dieet heeft klager onder andere volkorenbrood, rauwkost en magere kaas en beleg
nodig.
Klager werd eerst medegedeeld dat deze producten via de buitenlijst van de inrichtingswinkel te verkrijgen is. De ‘buitenkantine’ is echter opgeheven. Als gevolg daarvan kan klager deze produkten niet verkrijgen. In alle informatie staat dat je moet
afvallen. Hij krijgt daar echter niet de mogelijkheid toe.

De inrichtingsarts heeft het volgende standpunt ingenomen. Klager meent recht te hebben op een bepaald dieet in verband met zijn diabetes mellitus. Verschillende malen is klager uitgelegd dat er geen speciaal diabetesdieet bestaat en dat gezonde en
gevarieerde voeding belangrijk was. Bij verpleegkundigen bestond sterk het idee dat de dieetrichtlijnen door klager met voeten getreden werden, waardoor klagers gewicht sterk toenam.

3. De beoordeling
De beroepscommissie is op grond van de stukken, waaronder het medisch dossier, en de door klager ter zitting gegeven toelichting van oordeel dat er geen medische noodzaak bestaat om klager andere voeding dan normaal voor te schrijven. De inzichten over
een speciaal diabetesdieet zijn veranderd. Een speciaal diabetesdieet bestaat niet meer, anders dan het advies gezonde en gevarieerde voeding te eten. De omstandigheid dat het aanbod aan voedingswaren in de inrichtingswinkel niet voorziet in de door
klager gewenste produkten om af te vallen zoals volkorenbrood, rauwkost en magere zuivelprodukten, is betreurenswaardig maar kan de medische dienst niet worden verweten.
De beroepscommissie is het voorgaande in samenhang en onderling verband bezien van oordeel dat het handelen van de inrichtingsarts niet kan worden aangemerkt als in strijd met de in artikel 28 Pm neergelegde norm. Het beroep zal derhalve ongegrond
worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. Chr.M. Aarts, voorzitter, drs. M.F. van Brederode-Zwart en drs. P.A. Arnold, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 21 september 2010

secretaris voorzitter

Naar boven