Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/1421/GB, 20 september 2010, beroep
Uitspraakdatum:20-09-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 10/1421/GB

Betreft: [klager] datum: 20 september 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. K.C.A. van der Meijden, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 17 mei 2010 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 20 april 2010 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring unit 1 te Vught. Op 28 juni 2010 is hij overgeplaatst naar de gevangenis tevens inrichting voor stelselmatige daders te Vught, waar een regime van algehele gemeenschap
geldt.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
De bestreden beslissing is niet tot nauwelijks gemotiveerd behoudens dat wordt vermeld dat de politie en het Openbaar Ministerie (OM) bezwaar hebben tegen plaatsing in een b.b.i. Ook wordt er gesteld dat het door klager opgegeven verlofadres als
onbetrouwbaar wordt aangemerkt vanwege drugsoverlast. Ook dit is niet onderbouwd en wordt door klager betwist. Het verlofadres is een betrouwbaar adres nu klagers nicht daar woont met haar drie kinderen. Het verlofadres is gelegen in een keurige
nieuwbouwwijk waarin van drugsoverlast geen sprake is. Klager is van mening dat hij een kans moet krijgen om in een andere leefomgeving zijn leven weer op te pakken. Klager heeft er bewust voor gekozen niet terug te keren naar Den Bosch en omgeving om
te voorkomen dat hij mensen uit zijn verleden tegenkomt.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Zowel de politie Haaglanden als het OM heeft negatief geadviseerd met betrekking tot plaatsing van klager in een b.b.i.. De directeur van de inrichting waar klager thans verblijft, adviseert ook negatief naar aanleiding van het advies van de politie.
De
selectiefunctionaris acht het negatieve advies van het OM voldoende gemotiveerd. Klager is thans veroordeeld inzake de Opiumwet en is meerdere keren veroordeeld voor overtreding van de Opiumwet. De kans dat klager zich tijdens zijn verlof wederom
schuldig zal maken aan overtreding van de Opiumwet is groot. Klager heeft veel overlast veroorzaakt door zijn drugshandel in de buurt. De politie Haaglanden heeft bezwaar omdat op het door klager opgegeven verlofadres veel drugsoverlast plaatsvindt.

4. De beoordeling
4.1. Op grond van artikel 3 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden komen naast zelfmelders voor plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting in aanmerking gedetineerden die een beperkt vlucht- en maatschappelijk
risico vormen, een strafrestant hebben van maximaal achttien maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.

4.2. In de toelichting op dit artikel (Stcr. 12 september 2000, nr. 176, pagina 9) staat dat bij de plaatsing in zeer beperkt en beperkt beveiligde inrichtingen de beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de samenleving een
belangrijke rol speelt. Indicator bij de beoordeling daarvan is of de gedetineerde reeds eerder tijdens de huidige detentie met goed resultaat bewegingsvrijheid (onbegeleid) buiten de inrichting heeft genoten (algemeen verlof, schorsing van de
preventieve hechtenis, incidenteel verlof, strafonderbreking), alsmede of zich daarna omstandigheden hebben voorgedaan die aan deze indicator ernstig afbreuk doen. Gelet op het open karakter van de inrichting of afdeling spelen de aard, zwaarte en
achtergrond van het gepleegde delict en de persoonlijkheid van de gedetineerde een rol bij de beoordeling of betrokkene geschikt is voor plaatsing in een zeer beperkt of beperkt beveiligde inrichting of afdeling.

4.3. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het OM adviseert negatief ten aanzien van
plaatsing in een b.b.i.. Klager is meerdere malen veroordeeld voor het overtreden van de Opiumwet. Het OM acht het recidiverisico groot. De politie Haaglanden heeft negatief geadviseerd ten aanzien van het door klager opgegeven verlofadres nu er sprake
is van drugsoverlast in de omgeving van het verlofadres. Gelet op het voorgaande oordeelt de beroepscommissie dat de selectiefunctionaris heeft kunnen besluiten dat plaatsing in een b.b.i. thans niet aan de orde is. Het beroep zal ongegrond worden
verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema,
voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van bc. L. van Alff, secretaris, op 20 september 2010

secretaris voorzitter

Naar boven