Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/0582/TA, 31 augustus 2010, beroep
Uitspraakdatum:31-08-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 10/582/TA

betreft: [klager] datum: 31 augustus 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van, ingediend door mr. D.W.H.M. Wolters, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 22 februari 2010 van de beklagcommissie bij FPC 2landen te Utrecht, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 28 mei 2010, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam Over-Amstel, zijn gehoord klager, bijgestaan door mevrouw mr. A.L. Louwerse, kantoorgenoot van klagers raadsman mr. D.W.H.M. Wolters, en namens het
hoofd van voormelde tbs-inrichting [...], juridisch medewerker, en [...], hoofd behandeling.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
De klachten betreffen, voor zover in beroep aan de orde:
a. invulling van het dagprogramma;
b. het niet toekennen van een tegemoetkoming voor de gegrondverklaring van de klacht betreffende de afwezigheid van een bibliotheek;
c. het niet toekennen van een tegemoetkoming voor de gegrondverklaring van de klacht betreffende het ontbreken van kerkdiensten;
d. de beperkte bewegingsvrijheid;
e. het niet toekennen van een tegemoetkoming voor de gegrondverklaring van de klacht betreffende het ontbreken van een patiëntenraad;
f. het niet toekennen van een tegemoetkoming voor de gegrondverklaring van de klacht betreffende de afwezigheid van een kapper;
g. het niet toekennen van een tegemoetkoming voor de gegrondverklaring van de klacht betreffende het uitblijven van een financieel overzicht.
h. het feit dat klager na zijn overplaatsing vanuit FPC De Kijvelanden naar FPC
2landen het eerder toegezegde verlof niet gerealiseerd kon krijgen;

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag onder a., d. en h. op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Ten aanzien van a.:
Het dagprogramma is zeer karig. Thans is er alleen het programma zeden en dat heeft klager al gevolgd. Klager wil graag het programma verlof volgen, maar dat wordt niet gegeven. Volgens de inrichting vallen er blokken uit door personeelsgebrek. Door de
uitval van blokken stagneert de behandeling. Doordat de klacht niet-ontvankelijk is verklaard kan klager daaraan niets doen. De klacht dient ontvankelijk en gegrond te worden verklaard. Een tegemoetkoming is op zijn plaats nu klager, naar verwachting,
vertraging oploopt in zijn behandeling.
Ten aanzien van b.:
Er is lange tijd geen bibliotheek geweest. Aan klager is ten onrechte geen tegemoetkoming toegekend. De klacht over het ontbreken van onderwijs is gegrond verklaard en daar is wel een tegemoetkoming van € 50,= toegekend. Klager vindt het onbegrijpelijk
dat hij geen tegemoetkoming ontvangt, nu de belangen bij het hebben van onderwijs en een bibliotheek niet anders zijn. Dat de bibliotheek er inmiddels is gekomen neemt niet weg dat klager nadeel heeft ondervonden. De compensatie waar de beklagcommissie
over praat betreft een eenmalige uitkering van € 50,=, die alle patiënten hebben ontvangen.
Ten aanzien van c.:
Dat het hoofd van de inrichting inmiddels de mogelijkheden van een gebedsruimte onderzoekt en dat om die reden geen compensatie wordt toegekend, neemt niet weg dat klager nadeel heeft ondervonden. Voor het ontbreken van onderwijs is wel een
tegemoetkoming toegekend van € 50,=. De compensatie waar de beklagcommissie over praat betreft een eenmalige uitkering van € 50,=, die alle patiënten hebben ontvangen. Uit de jurisprudentie van de beroepscommissie blijkt dat voor het eenmalig niet
kunnen bijwonen van de kerkdienst een tegemoetkoming van € 25,= is toegekend en voor de uitsluiting van het bijwonen van de kerkdienst een tegemoetkoming van € 50,=.
Ten aanzien van d.:
Klagers bewegingsvrijheid was beperkt tot de afdeling en dit komt in feite neer op afdelingsarrest. De inrichting heeft geen reden gegeven die de keuze om geen bewegingsvrijheid toe te kennen kan rechtvaardigen. Per 23 maart 2010 is er meer
bewegingsvrijheid voor de patiënten.
Ten aanzien van e.:
Ten onrechte is aan klager geen tegemoetkoming toegekend. Dat klager zich reeds in een vroeg stadium had teruggetrokken uit de patiëntenraad, doet daaraan niet af. Vanuit de inrichting werd ook tegenwerking ondervonden.
Ten aanzien van f.:
Dat er ten tijde van de behandeling van de klacht wel een kapper aanwezig was, doet niet af aan het feit dat gedurende vier maanden geen kapper aanwezig was en maakt evenmin dat om die reden geen tegemoetkoming zou moeten worden vastgesteld.
Ten aanzien van g.:
Er is geen tegemoetkoming toegekend, omdat klager slechts ongemak en geen financieel nadeel heeft ondervonden.
Ten aanzien van h.:
Medewerkers van de inrichting hebben klager bezocht in de Kijvelanden en hem zijn toezeggingen gedaan omtrent de verlofaanvraag en de wijze waarop de inrichting daarmee zou omgaan. Bij binnenkomst in de inrichting is hem medegedeeld dat het verlof
ingezet zou worden na twee maanden. Op 4 november 2009 is het verlofkader intern besproken en pas op 7 december 2009 is dit in de interne verlofadviescommissie besproken. Klager heeft zes maanden geen verlof gehad. Klager functioneerde niet goed in de
Kijvelanden, maar nu gaat het goed.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Ten aanzien van a.:
De inrichting geeft aan dat het dagprogramma in die periode beperkt was. Het is de bedoeling om elke patiënt 15 uur per week aan activiteiten te bieden, naast de zorg- of behandelprogramma’s. Klager is zeer actief in de kliniekwinkel, verzorgt de
urenregistratie van patiënten en geeft af en toe een computercursus. Gezien de inspanningen om het aanbod uit te breiden is er geen sprake van het niet betrachten van de zorgplicht. Het beroep dient niet-ontvankelijk te worden verklaard.
Ten aanzien van b:
De inrichting beschikt sinds december 2009 over een bibliotheek(ruimte). De inrichting heeft alle patiënten in december 2009 een geldbedrag van € 50,= aangeboden ter compensatie van de ongemakken die patiënten hebben moeten ondervinden bij het
opstarten
van de kliniek.
Ten aanzien van c:
Er is één vaste geestelijke verzorger van christelijke signatuur beschikbaar voor de duur van drie dagdelen per week. Daarnaast kunnen andere geestelijke verzorgers en/of humanistische raadslieden via deze contactpersoon ingeschakeld worden voor
maximaal zes uren per week. Vanaf de start van de kliniek kunnen patiënten bij deze geestelijke verzorgers terecht.
Ten aanzien van d.:
Het recht van patiënten conform artikel 32, tweede lid, Bvt om vier uur per dag met medeverpleegde door te brengen, is niet geschonden. Bij de start is in beginsel gekozen voor gesloten afdelingen en dit is opgenomen in de huisregels. Per 23 maart 2010
is de bewegingsvrijheid van patiënten uitgebreid. Voor patiënten die onbegeleide bewegingsvrijheid binnen de inrichting hebben, zoals klager, betekent dit dat zij zich zelfstandig naar de afdeling Dreef, waar de activiteiten plaatsvinden, en de
buitenplaats mogen begeven.
Ten aanzien van e.:
Het initiatief voor het opzetten van een patiëntenraad is bij de start van de inrichting neergelegd bij de patiënten. De inrichting verleent hierbij ondersteuning. De eerste bespreking met de directie heeft op 20 januari 2010 plaatsgevonden. Klager was
reeds in een vroeg stadium betrokken bij de opzet van de patiëntenraad. Hij heeft zich uit eigener beweging teruggetrokken.
Ten aanzien van f:
De kapper komt elke vier tot vijf weken langs in de inrichting.
Ten aanzien van g.:
De applicatie van patiëntengelden is in de eerste week van januari 2010 in gebruik genomen. Vanaf de opening hebben de patiënten wekelijks geld kunnen opnemen en werden er periodieke betalingen uitgevoerd. Het was niet mogelijk periodieke
rekeningoverzichten te ontvangen en maatschappelijk werk heeft handmatig per patiënt een rekeningoverzicht gemaakt.
Ten aanzien van h.:
Bij de opname van klager in 2landen is toegezegd dat het begeleid verlof na een gewenningsperiode en bij goed verloop aangevraagd zou worden. Een termijn van twee maanden is niet genoemd. Dat is ook niet haalbaar, aangezien de procedure voor een
verlofaanvraag bij het ministerie van Justitie minimaal 10 weken in beslag neemt. De beslissing tot het aanvragen van een begeleid verlofkader is besproken in de behandelbespreking van 4 november 2009. De aanvraag is op 7 december 2009 in de interne
verlofadviescommissie besproken en op 17 december verstuurd naar DJI. Het invullen van een verlofformat vergt heel veel tijd.

3. De beoordeling
De beroepscommissie merkt op dat bij de ingebruikneming van FPC 2landen de voorzieningen zeer beperkt waren. Het heeft wel enig tijd geduurd voordat alle onderdelen naar behoren functioneren.
Alle patiënten van FPC 2landen hebben in december 2009 een bedrag van € 50,= ontvangen ter compensatie van de ongemakken die zij hebben ondervonden bij het opstarten van de kliniek. Klager heeft voorts van de beklagcommissie een tegemoetkoming van €
50,= ontvangen voor de gegrondverklaring van zijn klacht over het ontbreken van onderwijs. De beroepscommissie is van oordeel dat klager voldoende financiële compensatie is geboden.

Ten aanzien van a. en d.:
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep ten aanzien van a. en d. zal derhalve ongegrond worden verklaard.

Ten aanzien van b. c., e., f:, en g.:
De beroepscommissie kan zich verenigen met het oordeel van de beklagcommissie geen tegemoetkoming toe te kennen. Het beroep zal dan ook ongegrond worden verklaard.

Ten aanzien van h.:
Volgens vaste jurisprudentie van de beroepscommissie bestaat geen recht op verlof. Aan de mededeling, voor zover al gedaan, dat het verlof ingezet zou worden na twee maanden, kan klager geen rechten ontlenen.
Het beroep zal ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
Zij verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie voor zover daartegen beroep is ingesteld.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. drs. F.A.M. Bakker, voorzitter, prof. dr. F.A.M. Kortman en mr. R.P.G.L.M. Verbunt, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 31 augustus 2010

secretaris voorzitter

Naar boven