Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/0989/GA, 19 augustus 2010, beroep
Uitspraakdatum:19-08-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 10/989/GA

betreft: [klager] datum: 19 augustus 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 26 maart 2010 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Krimpen aan de IJssel,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman R.A.L.F. Frijns om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het negeren van formele en materiële wetsartikelen tijdens de spitactie van het Interne Bijstand Team.

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Noch klager noch de directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep toegelicht.

3. De beoordeling
De directeur heeft op een zeker moment de beslissing genomen dat op 7 januari 2010 in alle cellen van leefafdeling D een zogenaamde spitactie plaats zou vinden. Dit betreft geen algemene, voor alle gedetineerden geldende regeling, maar een beslissing
die meerdere - vooraf vastgestelde - gedetineerden direct treft, waaronder ook klager. De beroepscommissie is dan ook van oordeel dat op zichzelf een klacht over een dergelijke spitactie ontvankelijk is.

Inhoudelijk overweegt de beroepscommissie als volgt.
Op grond van artikel 34 van de Pbw is het doel van een dergelijke actie de verblijfsruimte van gedetineerden op de aanwezigheid van verboden voorwerpen te onderzoeken, dit in het kader van de orde en veiligheid in de inrichting. De beroepscommissie
deelt de mening van de directeur van de inrichting dat indien hierbij de plicht zou bestaan dit vooraf schriftelijk mede te delen dit gevolgen kan hebben voor de uitkomst van de spitactie. Verboden voorwerpen zouden dan immers verstopt kunnen worden.
Gelet daarop en in aanmerking genomen dat klager zijn klachten niet heeft gespecificeerd, is onrechtmatig handelen door de directeur niet aannemelijk geworden. De beroepscommissie zal het beklag dan ook ongegrond verklaren.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag, maar verklaart dit beklag ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. C.J.G. Bleichrodt, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. L. Kersten, secretaris, op 19 augustus 2010

secretaris voorzitter

Naar boven