Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/1209/GA, 27 september 2010, beroep
Uitspraakdatum:27-09-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 10/1209/GA

betreft: [klager] datum: 27 september 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.J. Welvering, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 7 april 2010 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Hoogeveen,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het handelen van medewerkers van de afdeling Bevolking.

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
Klager moest voor een strafzaak verschijnen bij de kantonrechter. Het was de bedoeling van klager dat deze zitting zou worden uitgesteld tot na zijn detentie, zodat hij te zijner tijd zelf naar de zitting zou kunnen gaan en aan de hand van zijn
gewijzigde omstandigheden in ieder geval ook een strafmaatverweer zou kunnen voeren. Het is klager bekend dat wanneer je aangeeft wel te willen komen en je niet verschijnt de zaak zal worden aangehouden.
Klager beklaagt zich ten eerste over de onjuiste informatie die aan hem is verstrekt, namelijk dat hij wel kon aftekenen en dat de zaak dan zou worden aangehouden. In dat geval zou klager immers afstand doen van zijn aanwezigheidsrecht waardoor hij bij
verstek veroordeeld zou kunnen worden. Verder klaagt klager over de omstandigheid dat de afdeling Bevolking aan de rechtbank heeft laten weten dat klager niet wenste te komen. Hierdoor diende de kantonrechter klager bij verstek te veroordelen.
De medewerkers hebben in feite ten onrechte aangegeven dat klager afstand deed van zijn aanwezigheidsrecht. Klager wilde juist geen afstand doen. Zij hadden dus aan moeten geven dat klager weigerde af te tekenen, maar geen afstand deed van zijn
aanwezigheidsrecht. Door de afdeling Bevolking zijn excuses aangeboden, waarmee erkend is dat er een fout is gemaakt.
De werkzaamheden die door de afdeling Bevolking zijn verricht, zijn gedaan op basis van de door de directeur gedelegeerde bevoegdheid.

De directeur heeft in beroep volhard in het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt. Naar mening van de directeur is de beklagcommissie op terechte gronden tot de gedane uitspraak gekomen.

3. De beoordeling
Al dan niet aftekenen of afstand willen doen van het recht bij de kantonrechter te verschijnen is de eigen verantwoordelijkheid van de gedetineerde. Het ligt voor de hand dat een gedetineerde die overweegt afstand te doen - dan wel beoogt dat de
zitting
wordt uitgesteld - indien hij wordt bijgestaan door een advocaat met die advocaat overlegt. Indien hij niet over rechtsbijstand beschikt, ligt overleg met de griffie van het gerecht voor de hand. De bemoeienis van de afdeling Bevolking heeft het
karakter van een advies en is niet een beslissing als bedoeld in artikel 60 van de Pbw. Klager kon dan ook niet worden ontvangen in zijn beklag. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie onder aanvulling van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. L. Kersten, secretaris, op 27 september 2010

secretaris voorzitter

Naar boven