Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/1394/TA, 23 september 2010, beroep
Uitspraakdatum:23-09-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 10/1394/TA

betreft: [klager] datum: 23 september 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. S.J. Paans, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 11 mei 2010 van de beklagcommissie bij FPC De Kijvelanden te Poortugaal, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 6 augustus 2010, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Amsterdam, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. C. van Oort, en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting [...], juridisch
medewerkster, en [...], hoofd behandeling.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft:
a. een maatregel van afdelingsarrest d.d. 11 december 2009;
b. verlenging van de maatregel van afdelingsarrest d.d. 8 januari 2010.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Op 16 oktober 2009 is aan klager de maatregel van afzondering opgelegd. Deze maatregel is op 13 november 2009 verlengd. Op 11 december 2009 is
deze maatregel omgezet in een maatregel van afdelingsarrest. Op 8 januari 2010 is deze maatregel verlengd en op 20 januari 2010 opgeheven. Klager beklaagt zich over de totale duur van de opgelegde maatregelen.
De maatregelen zijn opgelegd omdat klager psychotische neigingen zou krijgen. Hij was gestresst en hoorde dingen die er niet waren. Tijdens de kamerafzondering is klagers medicatie aangepast. Hierna is zijn situatie verbeterd. Desondanks is de
maatregel
toch verlengd en is later een maatregel van afdelingsarrest opgelegd. Hiervoor bestond geen noodzaak. De beslissing van de inrichting de maatregelen te verlengen is onvoldoende onderbouwd. De inrichting heeft onvoldoende toegelicht waarom na aanpassing
van de medicatie klager nog altijd een bedreiging vormde voor de orde en veiligheid binnen de inrichting. Niet is gebleken dat klager zicht van de staf nodig had. De toestand van klager was een tijdelijke fase, die geen drie maanden heeft geduurd. Het
klopt dat klager tegen mensen is gaan aanlopen, maar dat staat los van de psychische toestand van klager. Het was een reactie op de houding van andere verpleegden.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Tijdens de tenuitvoerlegging van de maatregelen is het toestandsbeeld van klager steeds gevolgd. Klager heeft dagelijks contact
met het personeel. Gebleken is dat klager kon omslaan in zijn gedrag. Bedacht moet worden dat medicatie niet gelijk tot een verbetering zal leiden. Hoewel niet psychotisch, bleek hij toch nog gespannen. Aan patiënten wordt altijd uitleg gegeven over de
medicatie. Het was nodig klager over te plaatsen naar een andere afdeling omdat de prikkel op de sociotherapeutische afdeling voor hem te groot was.

3. De beoordeling
De beroepscommissie komt tot het oordeel dat de beklagcommissie op goede gronden en met juistheid op het beklag heeft beslist. De beroepscommissie acht het aannemelijk dat ook na de verbetering van klagers psychisch toestandsbeeld door de
antipsychotische medicatie, enig toezicht nodig was. De beroepscommissie merkt hierbij op dat de maatregel van afdelingsarrest minder ingrijpend is, dan de maatregel van afzondering. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. dr. E.J. Hofstee, voorzitter, drs. B. van Dekken en mr. A. van Waarden, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 23 september 2010

secretaris voorzitter

Naar boven