Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/1115/GA, 23 september 2010, beroep
Uitspraakdatum:23-09-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Bezoek  v

Uitspraak

nummer: 10/1115/GA

betreft: [klager] datum: 23 september 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 12 april 2010 van de beklagcommissie bij het huis van bewaring (h.v.b.) Alphen aan den Rijn,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormeld h.v.b. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de weigering om een relatiebezoek te kunnen verschuiven in verband met een op dezelfde ochtend ingepland bezoek van de advocaat.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
Klager is nog steeds van mening dat het recht op een keer bezoek per week hem ontnomen is. Zijn klacht is ten onrechte ongegrond verklaard. Klager heeft de huisregels van het h.v.b. niet overtreden en had het recht om het reeds geplande bezoek van 11
maart 2010 te annuleren en opnieuw in te plannen op 12 maart 2010, twee dagen van te voren. Klager wenst dat de ongegrondverklaring wordt vernietigd en dat hij in zijn geleden schade wordt gecompenseerd.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep als volgt toegelicht.
De directeur kan zich vinden in de uitspraak van de beklagcommissie en blijft bij het verweer op het klaagschrift van klager. In reactie op de toelichting van klager reageert de directeur als volgt. Klager heeft op 2 maart 2010 een bezoekmoment laten
inplannen voor 11 maart 2010. Op 10 maart 2010 is klager door zijn advocaat ge?nformeerd over het feit dat de advocaat ook op 11 maart 2010, op hetzelfde moment als het relatiebezoek, op bezoek zou komen. Klager heeft hierop gevraagd of het
bezoekmoment
verplaatst kon worden naar de vrijdag. Dit is op een dergelijk korte termijn echter niet mogelijk. In de huisregels van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Alphen aan den Rijn staat bij punt 3.8.1. omschreven dat dit uiterlijk twee werkdagen van
tevoren schriftelijk dient te gebeuren. Klager heeft er toen zelf voor gekozen om zijn bezoekmoment te annuleren. Later op de dag kwam klager hierop terug en vond hij dat hem onrecht was aangedaan. Klager geeft aan dat zijn advocaat via de
bevolkingsadministratie een bezoekafspraak op 11 maart 2010 heeft gemaakt. Hij gaat er vanuit dat dit wordt doorgegeven aan de gedetineerde. Dit is echter niet het geval. Het doorgeven van afspraken behoort niet tot de taken van de afdeling bevolking.
Klager kan zeer uitgebreid communiceren met zijn advocaat en had een en ander op voorhand kunnen regelen.

3. De beoordeling
In de huisregels van de p.i. Alphen aan den Rijn (versie 1 juli 2008) is bij 3.8.1. Persoonlijk bezoek onder het kopje Algemeen het volgende bepaald:
“Om de verdeling van de beschikbare bezoekmomenten zo eerlijk mogelijk te laten verlopen is de volgende regeling van kracht: Indien uw bezoek verhinderd is te komen, dient u dit uiterlijk twee werkdagen van tevoren schriftelijk aan te geven bij de
bezoekplanner.”
Het relatiebezoek van klager was ingepland op donderdag 11 maart 2010. Toen klager op woensdag 10 maart 2010 aan het personeel vroeg of zijn relatiebezoek verzet kon worden naar vrijdag 12 maart 2010 was dat gelet op de in de huisregels genoemde
termijn
te laat. Klager heeft er vervolgens zelf voor gekozen om het bezoek van de advocaat door te laten gaan en zijn relatiebezoek te annuleren. De weigering om het relatiebezoek van klager te verzetten is niet in strijd met een wettelijk voorschrift en kan,
bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.
Het beroep zal ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de
beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Jousma, secretaris, op 23 september 2010

secretaris voorzitter

Naar boven