Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/0726/GA, 2 augustus 2010, beroep
Uitspraakdatum:02-08-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 10/726/GA

betreft: [klager] datum: 2 augustus 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.C. Vingerling, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 8 maart 2010 van de beklagcommissie bij de gevangenis Alphen aan den Rijn,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Klager, zijn raadsman en de directeur van Alpen aan den Rijn hebben geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om te worden gehoord ter zitting van de beroepscommissie van 21 mei 2010, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag, zoals ook in beroep toegelicht, betreft de weigering om klager voor selectie voor te dragen, omdat hij geweigerd zou hebben deel te nemen aan een TR-traject.

De beklagcommissie heeft het beklag opgevat als te zijn gericht tegen voornoemde weigering en tegen de stelling dat klager niet heeft meegewerkt aan TR, en het beklag deels ongegrond verklaard en klager deels niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag
op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt schriftelijk als volgt toegelicht.
De beklagcommissie heeft de grondslag van de klacht verlaten. Er was niet geklaagd over het niet willen aannemen van klager. De klacht betreft het feit dat de directeur klager niet wenst voor te dragen voor selectie omdat klager geweigerd zou hebben
deel te nemen aan het TR-traject. In het klaagschrift, waarnaar inhoudelijk verwezen wordt, is uiteengezet waarom geen sprake is van een weigering.

De directeur heeft schriftelijk aangegeven dat hij in beroep volhardt in het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt.

3. De beoordeling
Uit het klaagschrift van 9 december 2009 dat namens klager is ingediend en uit de namens klager in beroep gegeven toelichting volgt dat (slechts) geklaagd wordt over de weigering klager voor te dragen voor selectie. Die weigering is naar het oordeel
van de beroepscommissie, gelet op de informatie over klagers gedrag en zijn (gebrek aan) motivatie, niet onredelijk of onbillijk. Het beklag is derhalve ongegrond. De beslissing van de beklagcommissie zal worden vernietigd voor zover klager deels
niet-ontvankelijk in zijn beklag is verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie voor zover de klacht deels niet-ontvankelijk is verklaard en verklaart het beklag (in zijn geheel) ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.H. de Wild, voorzitter, mr. Th.E.M. Wijte en mr. A. van Waarden, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 2 augustus 2010

De voorzitter is buiten staat deze uitspraak te ondertekenen.

secretaris voorzitter

Naar boven