Nummer: 10/951/JB
Betreft: [klager] datum: 25 augustus 2010
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 78, eerste lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. S. Urcun, namens
[...], geboren op [1990], verder te noemen klager,
gericht tegen een beslissing van 1 april 2010 van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Ter zitting van de beroepscommissie van 29 juli 2010, gehouden in de justitiële jeugdinrichting (j.j.i.) De Heuvelrug, locatie Eikenstein te Zeist, zijn gehoord klager, en [...], selectiefunctionaris en [...], juridisch medewerker bij de Dienst
Justitiële Inrichtingen.
De raadsman mr. S. Urcun heeft schriftelijk bericht geen gebruik te maken van de gelegenheid ter zitting te worden gehoord.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de behandelafdeling, Individuele Traject Afdeling (ITA) van de j.j.i. Den Hey-Acker te Breda ongegrond verklaard.
2. De feiten
Bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak van 27 april 2007 is aan klager de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen opgelegd. Klager verbleef in de j.j.i. Teylingereind te Sassenheim.
Vanuit deze inrichting is hij geselecteerd voor de normaal beveiligde afdeling ITA van de j.j.i. Den Hey-Acker. Op 15 januari 2010 is klager geplaatst op een opvanggroep in Den Hey-Acker en eind maart 2010 is hij geplaatst op de ITA van genoemde
inrichting.
3. De standpunten
Door en namens klager is het beroep tegen de beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Van de negatieve gedragingen, zoals beschreven in de beslissing van 1 april 2010, is geen enkel bewijs. Het is klager op geen enkele wijze inzichtelijk gemaakt waarom hij direct werd overgeplaatst. In een inrichting wordt doorgaans elke dag
gerapporteerd welke voorvallen zich hebben voorgedaan en wie hierbij betrokken waren. Tevens wordt in het verblijfsplan vermeld wanneer een jeugdige zich heeft misdragen. Klager concludeert dat er geen bewijzen zijn dat hij zich heeft misdragen.
Uit geen enkel stuk blijkt dat de personen die beweren aangevallen dan wel bedreigd te zijn door klager aangifte hebben gedaan bij de politie.
Klager deelt mee dat er wel een incident in geweest in Teylingereind en dit wordt thans onderzocht. Wat er precies gebeurd is onduidelijk. Dat er incidenten zijn geweest in De Hartelborgt is niet waar. Klager verklaart dat hij een verkeerde keuze heeft
gemaakt door weg te lopen. De behandeling duurt al ruim drie jaar en er is nog geen vooruitgang. Klager hecht veel belang aan onderwijs en in Den Hey-Acker kan hij daar niet mee verder. Klager wil graag sportleraar worden. Er is nog geen echte
behandelplanbespreking geweest, omdat de behandeling van de vordering van de verlenging van de p.i.j. is uitgesteld.
Namens de Minister is het volgende standpunt naar voren gebracht.
De incidenten in De Hartelborgt en Teylingereind zijn gemeld aan DJI middels een melding bijzonder voorval. In Teylingereind, waar een groepsleider door klager is verwond, is aangifte gedaan. Dat in de Doggershoek en De Hartelborgt geen aangifte is
gedaan wil niet zeggen dat de incidenten niet dermate ernstig waren om aanleiding te zijn voor een overplaatsing.
De ITA-adviescommissie heeft positief geadviseerd. Op de ITA gaat het nu redelijk met klager. Klager heeft niet veel contact met andere jeugdigen. Volgende week is de zitting over de verlenging van de p.i.j.-maatregel en zal ook de strafzaak
betreffende
het incident in Teylingereind worden behandeld.
4. De beoordeling
Klager ondergaat de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen. Hiervoor zijn de behandelinrichtingen bestemd.
De afdeling ITA van de j.j.i. Den Hey-Acker is normaal beveiligd.
In het dossier bevinden zich meldingen bijzonder voorval van de j.j.i. De Doggershoek van 22 augustus 2008, De Hartelborgt van 23 november 2009 en Forensisch Centrum Teylingereind van 11 januari 2010. De stelling van klager en zijn raadsman dat er geen
schriftelijke stukken zijn van de in de brief van 1 april 2010 genoemde incidenten is derhalve onjuist.
Klager is op 27 november 2009 overgeplaatst naar een opvanggroep van Teylingereind. Uit de melding bijzonder voorval van 11 januari 2010 blijkt dat klager op 9 januari 2010 een groepsleider ernstig heeft mishandeld met een tostiapparaat. Naar
aanleiding
hiervan heeft Teylingereind aangifte gedaan en een aanvraag ingediend voor plaatsing van klager op een ITA. Deze aanvraag is op 25 januari 2010 besproken in de ITA-adviescommissie en deze heeft positief geadviseerd. Bij beslissing van 12 februari 2010
is klager aangemeld voor plaatsing op de normaal beveiligde behandelafdeling ITA van Den Hey-Acker.
Gelet op het voorgaande kan de beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet onredelijk of onbillijk worden genoemd.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. B.J. de Jong, voorzitter, ing. M.J. Mulders en drs H.P.J. Vos, leden, bijgestaan door mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 25 augustus 2010
secretaris voorzitter