Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/1147/GA, 23 augustus 2010, beroep
Uitspraakdatum:23-08-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 10/1147/GA

betreft: [klager] datum: 23 augustus 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de penitentiaire inrichting (p.i.) Ter Apel,

gericht tegen een uitspraak van 13 april 2010 van de alleensprekende beklagrechter van voormelde p.i., gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 19 juli 2010, gehouden in de p.i. Lelystad, is gehoord [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de p.i. Ter Apel.
Klager, die inmiddels in vrijheid is maar van wie geen vaste woon- of verblijfplaats bekend is, kon niet worden opgeroepen om ter zitting te verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft een disciplinaire straf van opsluiting in een strafcel voor de duur van vijf dagen, omdat klager niet heeft meegewerkt aan een verplichte urinecontrole.

De beklagrechter heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Een positieve score bij een nulmeting wordt niet bestraft. De uitslag van die nulmeting is echter wel van belang om te controleren of bij vervolgcontroles sprake is van afbouw. De uitspraak van de beklagrechter haalt het drugsontmoedigingsbeleid
onderuit omdat iedereen dan gaat weigeren om bij de eerste controle urine te produceren. Bij klager was geen medische reden aanwezig op basis waarvan hij niet zou kunnen plassen. Bij de bepaling van de wachtperiode is er vanuit gegaan dat ieder mens
binnen vier uur urine moet kunnen produceren. De urinecontrole die ’s morgens is gehouden, was niet van tevoren aangekondigd.

Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
De beroepscommissie begrijpt de uitspraak van de beklagrechter als volgt: wanneer een positieve score bij een nulmeting niet wordt bestraft, kan het niet kunnen produceren van urine evenmin worden bestraft. De beroepscommissie kan zich met deze
uitspraak niet verenigen. Aan klager is de opdracht gegeven om mee te werken aan een urinecontrole. Als hij in een periode van vier uur geen urine produceert, terwijl geen medische redenen aanwezig zijn op basis waarvan hij niet zou kunnen plassen,
voldoet hij niet aan de opdracht en is dat gedrag strafwaardig. De beslissing tot oplegging van de disciplinaire straf kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbilijk worden aangemerkt. Het beroep is derhalve
gegrond. De uitspraak van de beklagrechter zal worden vernietigd en het beklag zal alsnog ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Jousma, secretaris, op 23 augustus 2010

secretaris voorzitter

Naar boven