Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/0794/GB, 9 augustus 2010, beroep
Uitspraakdatum:09-08-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 10/794/GB

Betreft: [klager] datum: 9 augustus 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. H. Sytema, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 15 maart 2010 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem niet te plaatsen in een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 12 mei 2009 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring te Almere Binnen. Op 10 februari 2010 is hij geplaatst in de gevangenis Dordrecht, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
De vermeende bedreigingen en opruiing kunnen niet aan de beslissing ten grondslag worden gelegd, aangezien deze zich in het begin van klagers detentie hebben voorgedaan. Ook de veroordeling op grond waarvan klager momenteel preventief gehecht zit, mag
aan een verlofverlening niet in de weg staan, gelet op het feit dat de veroordeling niet onherroepelijk is. Uit oogpunt van resocialisatie is het van groot belang dat de stap naar de vrijheid soepel verloopt.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager komt niet in aanmerking voor plaatsing in een b.b.i. omdat ten aanzien van hem tweemaal een rapport is opgemaakt. Hij heeft zich onder meer schuldig gemaakt aan bedreiging en opruiing. Dit heeft geresulteerd in een verblijf op de landelijke
afzonderingsafdeling. Klager heeft hiermee laten zien zich niet goed aan te kunnen passen binnen detentie waardoor het onverstandig is hem meer vrijheden te verlenen. Ook het openbaar ministerie heeft aangegeven verlofmogelijkheden af te wijzen gezien
de lengte van het strafblad en de huidige veroordeling voor maar liefst zestien feiten. Tevens heeft klager een openstaande zaak, waardoor zijn einddatum nog niet vaststaat.

4. De beoordeling
4.1. Op grond van artikel 3 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden komen naast zelfmelders voor plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting in aanmerking gedetineerden die een beperkt vlucht- en maatschappelijk
risico vormen, een strafrestant hebben van maximaal achttien maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.

4.2. In de toelichting op dit artikel (Staatscourant 12 september 2000, nr. 176, pagina 9) staat dat bij de plaatsing in zeer beperkt en beperkt beveiligde inrichtingen de beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de samenleving
een
belangrijke rol speelt. Indicator bij de beoordeling daarvan is of de gedetineerde reeds eerder tijdens de huidige detentie met goed resultaat bewegingsvrijheid (onbegeleid) buiten de inrichting heeft genoten (algemeen verlof, schorsing van de
preventieve hechtenis, incidenteel verlof, strafonderbreking), alsmede of zich daarna omstandigheden hebben voorgedaan die aan deze indicator ernstig afbreuk doen. Gelet op het open karakter van de inrichting of afdeling spelen de aard, zwaarte en
achtergrond van het gepleegde delict en de persoonlijkheid van de gedetineerde een rol bij de beoordeling of betrokkene geschikt is voor plaatsing in een zeer beperkt of beperkt beveiligde inrichting of afdeling.

4.3. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.
Zoals blijkt uit de inrichtingsrapportage heeft de advocaat-generaal bezwaar tegen plaatsing in een b.b.i. omdat het recidiverisico groot is, waarbij klagers strafblad van 11 pagina’s en huidige veroordeling voor zestien feiten in aanmerking genomen
zijn. Verder blijkt uit de inrichtingsrapportage dat klager zich agressief opstelt tegenover het personeel. Op 3 november 2009 is hij nog bestraft ter zake van opruiend en agressief gedrag naar het personeel toe.
Het beroep zal ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter,
voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 9 augustus 2010

secretaris voorzitter

Naar boven