Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/0459/GA, 29 juli 2010, beroep
Uitspraakdatum:29-07-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 10/459/GA

betreft: [klager] datum: 29 juli 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 13 januari 2010 van de beklagcommissie bij de PI Tilburg,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten. Voorts heeft de beroepscommissie de directeur bij brief van 23 juni
2010 verzocht te reageren op de klachten met betrekking tot de vloerverwarming en de intercom.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de beklagen en de uitspraak van de beklagcommissie
De beklagen betreffen:
a. het feit dat klager niet beschikt over een sleutel van zijn celdeur;
b. het feit dat de vloerverwarming op klagers cel niet is gerepareerd;
c. het feit dat de deur op slot gaat als klager niet deelneemt aan sportactiviteiten;
d. het feit dat de intercom nog niet is gerepareerd;
e. het feit dat de koffie-/frisdrankautomaat in de bezoekzaal is verwijderd;
f. het feit dat de celdeur niet sluit als er brand uitbreekt;
g. het feit dat klager van het personeel geen fatsoenlijk antwoord kreeg op zijn vraag en
h. het feit dat de deur wordt gesloten indien men niet deelneemt aan de creatieve activiteiten.

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklagen op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. Klager is het totaal niet eens met deze uitspraken, waaronder de uitspraak die betrekking heeft op de intercom.

Namens de directeur is op verzoek van de beroepscommissie diens standpunt als volgt toegelicht. In de periode dat klager in de PI Tilburg verbleef is er geen sprake geweest van een kapotte intercom of (vloer-)verwarming in H002, de cel waar klager
verbleef. Achteraf waren er bij de technische dienst geen defecten te achterhalen. Het personeel geeft aan dat de verwarmingssystemen van de cellen per zes gekoppeld zijn. Er zouden toen dus nog vijf andere cellen uitgevallen dienen te zijn in de
periode waarover wordt geklaagd. Er zijn destijds geen andere klachten ingediend.

3. De beoordeling
De beroepscommissie komt tot het oordeel dat de beklagcommissie op goede gronden en met juistheid op de beklagen onder a, c, e, f, g en h heeft beslist. Het beroep zal in zoverre ongegrond worden verklaard.

Voor wat betreft de beklagen onder b en d overweegt de beroepscommissie het volgende. Artikel 16 van de Pbw houdt in dat de directeur de wijze van onderbrenging van de gedetineerde bepaalt. Uit het tweede en vijfde lid blijkt dat de verblijfsruimte die
de directeur aan een gedetineerde toewijst moet voldoen aan een aantal eisen welke zijn vastgelegd in de Regeling eisen verblijfsruimte penitentiaire inrichtingen. Artikel 6 en 7 van deze regeling betreffen onder meer de voorzieningen verwarming en
intercom. Klachten hieromtrent zijn derhalve ontvankelijk.
De beroepscommissie is echter van oordeel dat op geen enkele wijze vast is komen te staan dat er gebreken waren met betrekking tot de verwarming en intercom. De beklagen onder b en d zullen dan ook ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep voor wat betreft de beklagen onder a, c, e, f, g en h ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie.

De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie voor zover het de beklagen onder b en d betreft, verklaart klager alsnog ontvankelijk in deze beklagen, maar verklaart deze beklagen ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. C.J.G. Bleichrodt, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. L. Kersten, secretaris, op 29 juli 2010

secretaris voorzitter

Naar boven