Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/0311/JA, 12 juli 2010, beroep
Uitspraakdatum:12-07-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 10/311/JA

betreft: [klager] datum: 12 juli 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 74, tweede lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], geboren op [1992], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 25 januari 2010 van de beklagcommissie bij het Forensisch Centrum Teylingereind te Sassenheim (hierna: Teylingereind),

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 15 april 2010, gehouden in de justitiële jeugdinrichting De Heuvelrug, locatie Eikenstein te Zeist, zijn gehoord klager en [...], directeur behandeling, en [...], jurist, bij Teylingereind.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag houdt in dat een observatieverslag met daarin privé informatie over klager in handen is gekomen van een groepsgenoot.

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Een groepsgenoot heeft klager gezegd dat hij het verslag op de gang had gevonden. Klager geloofde dat niet, maar de jongen heeft hem het verslag getoond. Klager kan de naam van die jongen niet noemen. Dat is niet veilig voor hem. Klager heeft het
verslag in handen gekregen in ruil voor een telefoonkaart en een pakje sigaretten. Het bleken kopietjes te zijn. Klager wist dat niet van te voren. Je kunt op school kopiëren. Bij een andere jongen is dit ook gebeurd.
Klager heeft het een paar dagen later aan een teamleider verteld en die geloofde hem niet, wilde het eerst zelf onderzoeken. De teamleider wilde het gekopieerde verslag zien, maar klager had dit aan zijn advocaat toegestuurd. De teamleider zei dat hij
er over twee weken op terug zou komen bij klager. Klager heeft de kopieën opgevraagd bij zijn advocaat. De teamleider hield hem steeds aan de praat.
Hij heeft de rapportage niet zeven dagen, maar twee dagen, in zijn bezit gehad.
Klager heeft niet aan zijn advocaat gevraagd om ter zitting te verschijnen. Klager heeft de oproep voor de zitting pas gisteren ontvangen.

Door en namens de directeur is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager heeft op 27 november 2009 bij zijn teamleider aangegeven dat een andere jongere een verslag over hem in zijn bezit had. De klacht dateert van 28 december 2009. Op grond van artikel 66, vijfde lid, Bjj heeft klager niet tijdig beklag ingediend.
Klagers signalen zijn vanaf het begin serieus genomen en er is onderzoek ingesteld. Daarnaast heeft Teylingereind half januari 2010 een extern onderzoeksbureau (BING) ingeschakeld die het incident en de informatiebeveiliging in het algemeen heeft
onderzocht.
Het in ruil voor een telefoonkaart en een pakje sigaretten overhandigen van het verslag valt aan te merken als afpersing. De teamleider heeft aan klager gevraagd om de naam van degene die klager afperste bekend te maken en om hem het verslag te laten
zien. Klager heeft aangegeven dat het verslag bij zijn advocaat lag en dat het opgestuurd moest worden. De teamleider heeft ongeveer twee weken later een niet origineel exemplaar van klager ontvangen. Niet is aangetoond dat het verslag inderdaad via de
advocaat is verstuurd. Teylingereind is niet door klagers advocaat benaderd. Een termijn van twee weken voor versturen van een verslag is vrij lang.
In het BING-rapport zijn meer bijzonderheden over het verslag vermeld. Voordat een groepsverslag wordt vastgesteld, heeft de jongere de mogelijkheid om zijn eigen mening op te schrijven en onderdelen van het verslag te bespreken met de groepsleiding.
Dit is ook hier gebeurd. Na de bespreking is het verslag bij klager gelaten zodat hij er nog eens over kon denken en tot zich kon nemen. Dit is bij ons gebruikelijk. Het originele groepsverslag is zeven dagen in handen van klager geweest en na zeven
dagen ingenomen door een groepsleider. Het document, dat klager aan Teylingereind heeft gegeven, is geen origineel exemplaar maar een kopie. De handgeschreven tekst is niet de originele tekst. Er zijn meerdere gaatjes aanwezig die erop duiden dat het
vaker geniet is geweest. Tevens is er een blauwe afdruk te zien, waaruit blijkt dat in het document een nietje aanwezig was. Aan de randen van de drie pagina’s zijn sporen, die erop wijzen dat het document gekopieerd dan wel gescand is. Klager wil niet
zeggen welke andere jongere zijn verslag had c.q. wie hem heeft afgeperst.
Aan een andere jeugdige is compensatie toegekend voor de omstandigheid dat hij een rapportage in handen had, die hij niet in handen kon hebben. Daar kon wel gereconstrueerd worden waar de informatie vandaan kwam en van welke persoon dan wel medewerker.
In dat geval werd de fout herkend en erkend. Na het BING-onderzoek is bij Teylingereind de vraag gerezen of misschien ten onrechte compensatie is aangeboden. Er is nog een ander geval waarin onderzoek heeft plaatsgevonden en daarin is geen compensatie
geboden. Deze kwesties speelden eind december 2009. In januari 2010 is de compensatie aangeboden in het eerste geval.
In het onderhavige geval zijn er verschillende scenario’s denkbaar. Vragen blijven onbeantwoord. Klager kan hier helderheid over geven, maar weigert dit. De weigering om de naam te noemen van degene, die hem heeft afgeperst, heeft tot een impasse in
het
onderzoek geleid. Klager wekt de indruk een eigen aandeel te hebben gehad in het bezit van het verslag. Klager kan niet aantonen dat het verslag via een andere jongere, zichzelf of langs een andere weg in zijn bezit is gekomen. Klager heeft aangegeven
dat hij blijkbaar op school kan kopiëren. Hoewel dit niet de bedoeling is , wordt niet uitgesloten dat het verslag op school gekopieerd is. Niet kan worden gesteld dat Teylingereind het verslag is kwijtgeraakt en daarmee de privacy van klager heeft
geschonden.

Desgevraagd heeft de directeur behandeling verklaard dat het juist is dat eerst een gesprek met het afdelingshoofd plaatsvindt voordat er een beklagformulier wordt verstrekt. Getracht wordt om het probleem op te lossen. Als een jongere het daarmee niet
eens is, kan hij in beklag. Met de klachttermijn wordt soepel omgesprongen.
Het BING-rapport betreft een vertrouwelijk rapport, het bevat onder andere gegevens over de informatie beveiliging van Teylingereind, en wordt om die reden niet als processtuk ingebracht.

3. De beoordeling :
Klager is door de beklagcommissie niet-ontvankelijk verklaard in het beklag, omdat hij op 28 december 2009 beklag heeft ingediend ter zake van een incident dat had plaatsgevonden op 15 november 2009 en klager daarmee de in artikel 66, vijfde lid, Bjj
vermelde termijn zou hebben overschreven.
Gebleken is dat inrichtingspersoneel tegen klager heeft gezegd dat de inrichting eerst zelf onderzoek wilde instellen. Dit maakt dat de beroepscommissie van oordeel is dat de tijd die met dit onderzoek is verstreken niet kan tegengeworpen aan klager en
dat redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat klager in verzuim is geweest. De beroepscommissie zal derhalve de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en klager alsnog ontvangen in het beklag.

Evenals de instelling ziet de beroepscommissie zich geplaatst voor het feit dat klager om hem moverende redenen niet de naam wil noemen van de persoon die (een deel van) een verslag over hem in handen heeft gehad en klager daarvan tegen vergoeding een
kopie wilde geven. Dit maakt een goed inzicht in de zaak moeilijk.
Ervan uitgaande dat het waar is dat klager is benaderd door een medegedetineerde die het verslag in zijn bezit had, moet de vraag worden beantwoord of het aan Teylingereind te wijten is dat een deel van het verslag in handen is gekomen van een ander
dan
klager.
Onweersproken is dat klager het originele verslag na de bespreking met de medewerkers van Teylingereind enige dagen in zijn bezit heeft gehad om de inhoud nog eens in alle rust te overdenken. In die periode droeg klager medeverantwoordelijkheid voor
het
bewaren van het verslag.
Klager en Teylingereind zijn het erover eens dat het verslag dat de medegedetineerde aan klager heeft getoond een kopie was. De mogelijkheid bestaat dat er een kopie is gemaakt van het originele verslag in de dagen, waarin klager het verslag in zijn
bezit had.
De mogelijkheid bestaat dat dit mede te wijten is aan Teylingereind, maar nu klager geen verdere informatie wil verschaffen over de persoon die hem het verslag heeft aangeboden, onthoudt klager daarmee Teylingereind de mogelijkheid om hiernaar
onderzoek
te doen.
Gelet op het bovenstaande is de beroepscommissie van oordeel dat niet aannemelijk is geworden dat Teylingereind onzorgvuldig en of verwijtbaar jegens klager zou hebben gehandeld. De beroepscommissie zal het beklag alsnog ongegrond verklaren.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart klager alsnog ontvankelijk in het beklag, maar verklaart dit beklag ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. J. Calkoen-Nauta, voorzitter, R. van Benthem RA en prof. dr. N.W. Slot, leden, bijgestaan door mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 12 juli 2010

secretaris voorzitter