Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/0708/GA, 14 juli 2010, beroep
Uitspraakdatum:14-07-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 10/708/GA

betreft: [klager] datum: 14 juli 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 23 februari 2010 van de beklagcommissie bij de locatie Westlinge te Heerhugowaard,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 21 mei 2010, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, zijn gehoord klager en [...], directeur van de locatie Westlinge.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een disciplinaire straf van drie dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel en een overplaatsing naar paviljoen A (2010/8) en het feit dat voornoemde beslissing niet binnen 24 uur aan klager is uitgereikt
(2010/9).

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Twee medegedetineerden wilden dat klager uit de keuken ging, terwijl klager aan het koken was. Ze hadden zijn spullen gepakt, waaronder een pan waarin rijst werd gekookt. Klager heeft aan de piw-er gezegd dat er niets aan de hand was. De inhoud van het
rapport klopt niet. Klager heeft geen ‘prikken’ gezegd. Klager heeft geen ruzie gehad met een piw-er en hij kent die piw-er ook niet.
Klager heeft de mededeling 40 minuten te laat uitgereikt gekregen. Hij wist van zijn straf, maar het gaat om het principe. Als klager vijf minuten te laat komt op de arbeid, krijgt hij een boete. In het Bajesboek staat dat de strafmededeling binnen 24
uur uitgereikt moet worden.

De directeur heeft in beroep volhard in het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt.

3. De beoordeling
Gezien de inhoud van het op ambtseed opgemaakte rapport van 4 januari 2010 kon de directeur het gedrag van klager als strafwaardig beoordelen. De beroepscommissie ziet geen aanleiding om te twijfelen aan de inhoud van het rapport. De beslissing om aan
klager een disciplinaire straf op te leggen kan dan ook niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.
Met betrekking tot de uitreiking van de mededeling overweegt de beroepscommissie dat indien een disciplinaire straf ingevolge artikel 57, eerste lid, van de Pbw, wordt opgelegd overeenkomstig het bepaalde in artikel 58, eerste lid, van de Pbw
onverwijld
een schriftelijke mededeling aan een gedetineerde dient te worden uitgereikt. Uit de stukken volgt dat de schriftelijke mededeling na 24 uur en 40 minuten aan klager is uitgereikt. De beroepscommissie is van oordeel dat de uitreiking na 24 uur en 40
minuten in casu als onverwijld kan worden aangemerkt. De beroepscommissie tekent hierbij nog aan dat klager door de verlate uitreiking ook niet in enig (procesrechtelijk) belang geschaad is. Derhalve zal ook het beroep inzake dit onderdeel ongegrond
worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.H. de Wild, voorzitter, mr. Th.E.M. Wijte en mr. A. van Waarden, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 14 juli 2010

secretaris voorzitter

Naar boven