Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/0537/GA, 12 juli 2010, beroep
Uitspraakdatum:12-07-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 10/537/GA

betreft: [klager] datum: 12 juli 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 15 februari 2010 van de beklagcommissie bij de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 16 juni 2010, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam-Overamstel, is gehoord klager.

De directeur van de locatie Zuyder Bos heeft schriftelijk laten weten niet ter zitting te zullen verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft klagers plaatsing op een meerpersoonscel met rokers.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager heeft vier en een halve maand met rokers op de meerpersoonscel verbleven en constant gevraagd om te mogen wisselen. Dit is telkens geweigerd. P.i.w.-ers hebben klager gezegd dat hij maar een klacht moest indienen en klager heeft dat op 11
november 2009 gedaan.
Klager rookt zelf niet en kan niet tegen rook. Hij heeft tegen verschillende p.i.w.-ers gezegd dat hij door het roken van de medegedetineerde(n) last van zijn keel kreeg en niet kon ademen. Hij heeft last van slaapapneu.
Volgens de directeur moest klager, als hij last had van het roken, er met zijn celgenoten zelf maar uit zien te komen. In vier en een halve maand heeft klager met ongeveer veertien verschillende rokers op cel verbleven. Gezegd is dat klager niet van
cel mocht wisselen. Klager heeft zes dagen alleen in de meerpersoonscel verbleven, omdat de celgenoot in de afzonderingscel was geplaatst.
De directeur heeft gesteld dat klager sinds 11 december 2009 een celgenoot had die niet rookte. Dit is niet juist. De celgenoot bleek een roker te zijn. Dit is ook toegegeven door het personeel.
Klager zit inmiddels in een eenpersoonscel. In het huis van bewaring was het geen enkel probleem om met een niet roker geplaatst te worden, maar in de gevangenis had men er geen oren naar.

De directeur heeft gepersisteerd bij het standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie en daaraan toegevoegd dat roken/niet roken geen criterium is voor het wel of niet plaatsen op een meerpersoonscel.

3. De beoordeling
Klager heeft aangegeven dat hij vier en een halve maand met (een) rokende medegedetineerde(n) op een meerpersoonscel heeft verbleven en frequent heeft aangegeven dat hij lichamelijk last ondervond van het (mee)roken en meermalen heeft verzocht om op
een
meerpersoonscel te geplaatst te worden met (een) niet rokende gedetineerde(n). Door de directeur is gesteld dat klager met ingang van 11 december 2009 op een meerpersoonscel is geplaatst met een niet rokende gedetineerde. Dit is door klager gemotiveerd
betwist.

Naar het oordeel van de beroepscommissie mocht klager ervan uitgaan dat de directeur vanuit de zorgplicht die hij heeft jegens klager ervoor zorgdraagt dat klagers gezondheid wordt beschermd tegen ongewilde en vermijdbare schadelijke invloeden van
tabaksrook van medegedetineerde(n)

De beroepscommissie is van oordeel dat de directeur, door klager als niet roker op een meerpersoonscel met (een) rokende medegedetineerde(n) te plaatsen en geen acht te slaan op klagers verzoeken om hem bij (een) niet rokende gedetineerde(n) te
plaatsen, aanmerkelijk te kort is geschoten in de uitoefening van zijn zorgplicht jegens klager.

De beroepscommissie zal het beroep gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en het beklag alsnog gegrond verklaren. Zij kent klager, nu aannemelijk is geworden dat hij door het handelen van de directeur ernstig ongemak heeft
ondervonden, ter zake een tegemoetkoming van € 120,= toe.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond. Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 120,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.H. de Wild, voorzitter, mr. A.T. Bol en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 12 juli 2010

secretaris voorzitter

Naar boven