Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/3666/TB, 20 juli 2010, beroep
Uitspraakdatum:20-07-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/3666/TB

betreft: [klager] datum: 20 juli 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een beslissing van 23 december 2009 van de Staatssecretaris van Justitie, verder te noemen de Staatssecretaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Ter zitting van de beroepscommissie van 28 mei 2010, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam Over-Amstel, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsrouw mr. J. Serrarens, en namens de Minister van Justitie (hierna Minister), [...],
werkzaam bij de Dienst Justitiële Inrichtingen van het ministerie van Justitie en de getuige-deskundige [...], psychiater bij FPC De Kijvelanden.

Op verzoek van [medewerker Dienst Justitiele Inrichtingen en psychiater bij FPC De Kijvelanden] zijn zij beiden gehoord buiten aanwezigheid van klager. Klagers raadsvrouw was daarbij aanwezig.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft beslist klager te plaatsen over te plaatsen naar FPC Dr. S. van Mesdag te Groningen (hierna: Van Mesdag).

2. De feiten
Klager is bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak van 13 september 2007 veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 30 maanden met aftrek en ter beschikking gesteld (tbs) met bevel tot verpleging van overheidswege. De
Staatssecretaris heeft op 9 april 2008 beslist klager te plaatsen in Veldzicht. Vanuit Veldzicht is op 23 september 2008 verzocht om (wederzijdse) overplaatsing van klager in verband met beheersproblemen aldaar. Klager is bij besluit van 26 september
2008 geplaatst in De Kijvelanden van waaruit hij bij besluit van 23 oktober 2009 voor elf weken ter observatie is opgenomen in de Van Mesdag. Op 10 december 2009 heeft De Kijvelanden verzocht klager over te plaatsen naar een high care
longstayvoorziening.
Bij besluit van 23 december 2009 is klager geplaatst in de Van Mesdag.

3. De standpunten
Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager wil graag behandeld worden in de Van Mesdag. Klager verblijft al zeven maanden in afzondering en hij wordt alleen verzorgd. Op 8 oktober 2009 heeft klager een incident veroorzaakt in De Kijvelanden. Klager had een black-out en hij herinnert
zich
niet veel van het incident. Klager bestrijdt dat hij [...], hoofd risicomanagement & behandeling bij De Kijvelanden, naar het leven zou staan. Volgens klager waren er geen problemen in De Kijvelanden en verliep de behandeling goed. Klager heeft daar op
een behandelafdeling verbleven en diverse therapieën gevolgd. Volgens klager heeft hij inzicht gekregen in zijn problematiek. Hij is zich ervan bewust dat hij grote problemen heeft met agressie. Klager wil daar graag aan werken. Het is voor klager zeer
moeilijk om de regie uit handen te geven. Klager kan wel begrijpen dat hij de RIP-status (Risico Interventie Patiënten) heeft.
Klager is het eens met de pro justitia rapportage van februari/maart 2010 van [...], psycholoog, en [...], psychiater, waarin de rapporteurs concluderen dat er nog behandelmogelijkheden zijn. Klager is bereid daaraan mee te werken. Klager wil graag
geplaatst worden in de Van der Hoevenkliniek.
Klager heeft voorheen vijf maanden op de ‘sterretjes’afdeling in Veldzicht verbleven. Er was daar alleen sprake van stabilisatie en klager is daar niet behandeld. Klager heeft dus nog geen behandeling conform ‘state of the art’ gekregen. Klager dient
wel behandeld te worden.
De longstayaanvraag zal op 4 juni 2010 door de Landelijke Commissie Plaatsing (LAP) worden besproken.

Namens de Minister is inzake het beroep het volgende standpunt ingenomen.
Klagers behandelverloop kenmerkt zich door een gebrekkig probleembesef, schijnaanpassing en diverse ernstige agressieve incidenten. Het is meerdere klinieken niet gelukt om behandeling van klager van de grond te krijgen. De Kijvelanden schrijft in de
longstayaanvraag dat de behandeling van klager voornamelijk in het teken heeft gestaan van pogingen tot vergroten van zijn probleembesef en het bereiken van overeenstemming over de randvoorwaarden om tot behandeling te komen. De kans op herhaling van
ernstig agressief gedrag wordt zelfs binnen de gestructureerde (klinische) setting zeer groot geacht. Gelet op de aanleiding voor de ingezette longstayprocedure is het niet voor de hand liggend om klager gedurende deze procedure een nieuwe
behandelpoging aan te bieden. De behandeling is nu gericht op het voorkomen van incidenten. Psychiater [...] acht longstay nog niet aangewezen, maar is van mening dat de beheersproblematiek een zeer belangrijke rol speelt. Daarbij komt dat klager als
gevolg van zijn ernstige agressieve gedrag uiterst moeilijk plaatsbaar is.
De getuige-deskundige acht klager een moeilijk te beheersen persoon, zowel in een penitentiaire inrichting als in een tbs-kliniek. Het gaat een tijd goed totdat er weer een nieuw incident plaatsvindt. Vooral door het ingrijpen van een medepatiënt is
het
incident op 8 oktober 2009 redelijk goed afgelopen. Klager hoort thuis in een kleine setting met een strakke structuur. Indien klager het gevoel krijgt te worden afgewezen dan kan hij zeer agressief worden. Klager vergt veel aandacht en dat gaat ten
koste van medepatiënten. De getuige-deskundige zet kanttekeningen bij de genoemde pro justitia rapportage. Klager is twee jaar in behandeling en heeft tweemaal de mogelijkheid gehad een behandelrelatie op te bouwen. Klager is er steeds op uit om de
regie in handen te houden en dat geeft dagelijks problemen in de inrichting.

4. De beoordeling
Bij de overplaatsing van ter beschikking gestelden dient de Staatssecretaris, op grond van artikel 11, tweede lid, van de Bvt in haar overwegingen te betrekken:
a) de eisen die de bescherming van de maatschappij tegen de gevaarlijkheid van de ter beschikking gestelde voor de veiligheid van anderen dan de ter beschikking gestelde of de algemene veiligheid van personen of goederen stelt, en
b) de eisen die de behandeling van de ter beschikking gestelde gezien de aard van de bij hem geconstateerde gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens stelt.

Uitgangspunt van het op grond van het IBO II-rapport door de Staatssecretaris geformuleerde beleid is dat alle tbs-inrichtingen geoutilleerd zijn voor iedere ter beschikking gestelde, met uitzondering van een aantal speciale categorieën, te weten
vrouwen, zwakbegaafden en extreem beheers- en vluchtgevaarlijke ter beschikking gestelden. Daarnaast wordt onderscheiden naar de primaire psychopathologie: psychotische stoornis of persoonlijkheidsstoornis.

De Staatssecretaris heeft de beslissing tot overplaatsing van klager genomen op basis van het overplaatsingsverzoek van De Kijvelanden van 17 december 2009 met inachtneming van klagers geslacht, zijn intelligentie, de ten aanzien van hem gestelde
diagnose en gegevens omtrent het bestaan van een beheers/vluchtrisico, alsmede de bestaande wachtlijsten.
Klagers RIP-status is op 5 maart 2009 voor de periode van een half jaar verlengd.
Uit de brief van De Kijvelanden van 28 juli 2009 aan de Minister betreffende de evaluatie van klagers RIP-status blijkt dat er onvoldoende gronden zijn, gezien de afgelopen periode op de behandelafdeling Robijn, om een verlenging van de RIP-status voor
klager aan te vragen. Bij een ernstige terugval kan klager voor een crisisplaatsing op de afdeling voor extreem vlucht en/of beheersgevaarlijken worden geplaatst en kan opnieuw een RIP-status worden aangevraagd.
Op 8 oktober 2009 heeft een zeer ernstig incident plaatsgevonden in De Kijvelanden en klager is op 23 oktober 2009 overeenkomstig artikel 13 Bvt voor een periode van zeven weken ter observatie opgenomen in de Van Mesdag. Deze periode is met vier weken
verlengd.
Op 10 december 2009 heeft De Kijvelanden verzocht klager over te plaatsen naar een high care longstayvoorziening. Bij besluit van 23 december 2009 is klager in afwachting van de uitkomst van de longstayprocedure geplaatst in de Van Mesdag.

Voor opname van tbs-gestelden meet een beheers/vluchtrisico zijn slechts enkele klinieken aangewezen, die beschikken over een afdeling voor extreem vlucht- en/of beheersgevaarlijke tbs-gestelden, te weten: De Kijvelanden, de Van Mesdag en Veldzicht.
De beroepscommissie is van oordeel dat gezien het ernstige incident in De Kijvelanden in oktober 2009, een overplaatsing van klager aangewezen was. Uit het dossier blijkt dat klager meermalen tot agressief gedrag is gekomen ten opzichte van
medepatiënten en personeel.

Klager heeft geen zwaarwegende argumenten aangevoerd die zouden kunnen of moeten leiden tot het oordeel dat de Staatssecretaris in redelijkheid niet tot de bestreden overplaatsingsbeslissing heeft mogen komen.
Het hiervoor overwogene in aanmerking genomen kan de beslissing klager over te plaatsen naar de Van Mesdag, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.
Door en namens klager is gesteld dat het beroep met name is gericht tegen het feit dat klager in de Van Mesdag geen behandeling wordt geboden. Klager verbleef voor zijn overplaatsing op een behandelafdeling van De Kijvelanden.
Namens de Minister is aangevoerd dat vanaf het moment dat door een tbs-kliniek een longstayaanvraag wordt gedaan en de longstayprocedure een aanvang neemt niet een nieuwe behandeling met de betreffende tbs-gestelde wordt gestart.

Aangezien de longstayprocedure geruime tijd kan vergen acht de beroepscommissie het echter van belang dat, mede in het licht van de recente pro justitia rapportage van [...], psycholoog, en [...], psychiater van respectievelijk 21 februari en 3 maart
2010, aan klager wel behandeling geboden wordt.

Het beroep zal ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. drs. F.A.M. Bakker, voorzitter, prof.dr. F.A.M. Kortman en mr. R.P.G.L.M. Verbunt, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 20 juli 2010

secretaris voorzitter

Naar boven