Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/0512/TA, 20 juli 2010, beroep
Uitspraakdatum:20-07-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 10/512/TA

betreft: [klager] datum: 20 juli 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

het hoofd van FPC de Kijvelanden te Poortugaal, verder te noemen de inrichting,

gericht tegen een uitspraak van 16 februari 2010 van de beklagcommissie bij genoemde inrichting, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 28 mei 2010, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam Over-Amstel, zijn gehoord namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting [...], juridisch medewerker en [...], hoofd behandeling.
Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorggedragen, heeft hij geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om te worden gehoord.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de overplaatsing van een instroomafdeling naar een behandelafdeling.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager is op 7 april 2008 opgenomen op de instroomafdeling Onyx en deze afdeling is per 1 januari 2009 een sociaal therapeutische afdeling geworden. Klager was geïndiceerd voor een supportieve behandelafdeling. Aangezien er op die behandelafdeling op
dat moment geen plaats was is klager op 4 november 2008 overgeplaatst naar de afdeling Koraal. Deze afdeling is vanaf januari 2009 de opnameafdeling van de inrichting. Klager is uiteindelijk op 26 november 2009 overgeplaatst naar een supportieve
afdeling, de afdeling Karmijn.
Klager heeft ook op de instroom- en opnameafdeling adequate behandeling gehad.
Het indiceren van zorgprogramma’s gebeurt individueel en heeft niets te maken met de afdeling waar men verblijft. Klager is niet beperkt in zijn bewegingsvrijheid. De bewegingsvrijheid van klager is niet eerder of later uitgebreid dan op een andere
afdeling het geval zou zijn geweest.
De afdelingen zijn niet heel erg verschillend, behalve de afdeling met een therapeutisch milieu. Deze is groepsgericht en daar is klager niet geschikt voor. Klager heeft geen nadeel ondervonden in zijn behandeling en bewegingsvrijheid.

Door en namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Klager is van mening dat hij te lang op een instroomafdeling heeft verbleven en dat daardoor zijn recht op behandeling als bedoeld in artikel 2 Bvt is geschonden. Gelet op artikel 56, eerste lid, onder e, van de Bvt is klager ontvankelijk in zijn
beklag.

Klager is op 7 april 2008 opgenomen in de inrichting op de afdeling Onyx. Aangezien de afdeling Onyx een therapeutische behandelafdeling is geworden is klager op 4 november 2008 overgeplaatst naar de afdeling Koraal. Vanaf januari 2009 is de afdeling
Koraal de opnameafdeling van de inrichting. Klager was geïndiceerd voor een supportief behandelmilieu en vanwege doorstromingsproblemen binnen de supportieve behandelafdelingen heeft klager lange tijd op een opnameafdeling verbleven. Het indiceren van
zorgprogramma’s gebeurt echter individueel en is niet afhankelijk van de afdeling van verblijf. Klager was voor twee zorgprogramma’s geïndiceerd en aan deze zorgprogramma’s kon hij tijdens zijn verblijf op de afdelingen Onyx en Koraal beginnen.
Overplaatsing naar een behandelafdeling was niet aangewezen, omdat klager niet geschikt werd geacht voor een therapeutische afdeling, waar een groepsgerichte behandeling plaatsvindt.
De bewegingsvrijheid van klager is op individuele gronden uitgebreid en dat heeft niet eerder of later plaatsgevonden dan op een andere afdeling het geval zou zijn geweest.
Gezien het voorgaande is de beroepscommissie is van oordeel dat klager niet is beperkt in zijn behandeling en bewegingsvrijheid.
Het beroep zal derhalve gegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr.drs. F.A.M. Bakker voorzitter, prof.dr. F.A.M. Kortman en mr. R.P.G.L.M. Verbunt, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 20 juli 2010

secretaris voorzitter

Naar boven