Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/0078/TB, 19 juli 2010, beroep
Uitspraakdatum:19-07-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 10/78/TB

betreft: [klager] datum: 19 juli 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.A.W. Knoester, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een beslissing van 6 januari 2010 van de Minister van Justitie, verder te noemen de Minister,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Ter zitting van de beroepscommissie van 24 juni 2010, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam-Overamstel, zijn gehoord klager, bijgestaan door mr. W. Mijnders, kantoorgenote van klagers raadsman mr. J.A.W. Knoester, en namens de Minister,
mevrouw [...], werkzaam bij de Dienst Justitiële Inrichtingen van het ministerie van Justitie.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Minister heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het PBC voor nader onderzoek afgewezen.

2. De feiten
Klager is bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak ter beschikking gesteld (tbs) met bevel tot verpleging van overheidswege. Op 26 september 2006 is beslist om hem te plaatsen in het forensisch psychiatrisch centrum (fpc) Dr. S. van Mesdag te
Groningen. Op 7 september 2009 is beslist om hem over te plaatsen naar Hoeve Boschoord.
Bij brief van 7 december 2009 heeft klagers raadsman verzocht om klager naar het PBC over te plaatsen. Bij brief van 6 januari 2010 heeft de Minister geantwoord dat het verzoek is afgewezen.

3. De standpunten
Klager kan zich niet verenigen met de afwijzing van zijn overplaatsingsverzoek.
Uit de door dr. [...] uitgebrachte rapportage volgt dat niet is gebleken van een ziekelijke stoornis of een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens in de zin van een persoonlijkheidsstoornis. Klager is zwakbegaafd. Tbs met dwangverpleging lijkt
niet de meest geëigende weg. Dr. [...] heeft geadviseerd om klager voor een onafhankelijke risicotaxatie in combinatie met een gedegen diagnostiek in het PBC op te nemen.
De huidige diagnose is niet duidelijk. Het fpc Dr. S. van Mesdag heeft geen duidelijke diagnose kunnen stellen.
Met een opname in het PBC wordt geen terugplaatsing naar het fpc Dr. S. van Mesdag beoogd.
Klager gebruikt sinds kort nieuwe medicatie, Seroquel, en is daardoor veel rustiger. Als hij stabiel is en goed ingeregeld op de medicatie, zou hij terug mogen naar het f.p.c. Dr. S. van Mesdag.
Verder gebeurt er weinig in Hoeve Boschoord. Klager zit veel op de afdeling en op zijn kamer. Hij kan veel op bed blijven liggen. Hij volgt wel kunstzinnige vorming. In het fpc Dr. S. van Mesdag zou hij weer lekker kunnen werken. Hij wil altijd wel
goed
meewerken. Als er nieuw onderzoek zou plaatsvinden, zou hij daar wederom aan meewerken. Hij heeft het delictscenario al 100 keer besproken en kan dat nogmaals doen.
Hij kan niet goed lezen en schrijven.
Het beroep heeft geen betrekking op de beslissing tot overplaatsing naar Hoeve Boschoord en is ook niet gericht tegen het voortduren van klagers tbs.

Namens de Minister is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager heeft op 29 januari 2008 verzocht om overplaatsing en is bij beslissing van 7 september 2009 in Hoeve Boschoord geplaatst. Ten tijde van de bestreden beslissing verbleef klager nog maar drie maanden in Hoeve Boschoord. Gelet op de korte periode
die hij in Hoeve Boschoord verblijft, ligt het niet in de rede om hem over te plaatsen naar het PBC. Aan behandeling gaat diagnose vooraf en die kan gestart worden in Hoeve Boschoord.
Klager bevindt zich nog in de onderzoeksfase. Hoeve Boschoord is voor klager een passende behandelsetting in verband met zijn intellectuele capaciteiten.
De onderzoeksresultaten van dr. [...] zullen voor zover mogelijk worden betrokken in de behandeling van klager.

4. De beoordeling
Uit vaste jurisprudentie van de beroepscommissie, onder meer 00/657/TB van 20 november
2000, en 07/2890/TB van 20 maart 2008, volgt dat een afwijzing van het verzoek om overplaatsing (ter observatie) van een ter beschikking gestelde een voor beroep vatbare beslissing betreft.

Namens de Minister is aangevoerd dat klager, die op eigen verzoek is overgeplaatst naar een andere tbs-inrichting, ten tijde van de bestreden beslissing nog maar drie maanden in Hoeve Boschoord verbleef. Klager, die zwakbegaafd is, bevond zich op dat
moment nog in de onderzoeksfase en de diagnose diende nog opgemaakt te worden.
De beroepscommissie is van oordeel dat, gelet op het bovenstaande, de beslissing tot afwijzing van klagers verzoek tot overplaatsing naar het PBC voor nader onderzoek, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of
onbillijk kan worden aangemerkt.
Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. dr. E.J. Hofstee, voorzitter, drs. J.R. van Veldhuizen en mr. R.P.G.L.M. Verbunt, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 19 juli 2010

secretaris voorzitter

Naar boven