Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/1456/GV, 5 juli 2010, beroep
Uitspraakdatum:05-07-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 10/1456/GV

betreft: [klager] datum: 5 juli 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. T. Bruinsma, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 19 mei 2010 genomen beslissing van de Minister van Justitie (de Minister),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Minister in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman, mr. T. Bruinsma, om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Minister heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Op grond van het gegeven dat klager vanaf 2005 ieder jaar in detentie heeft verkeerd, kan niet de verwachting worden gebaseerd dat het te verlenen verlof niet rustig en ongestoord zal verlopen. Het
Openbaar Ministerie verwijst in zijn negatieve advies naar de grote recidivekans in relatie tot de aard van de delicten waarvoor klager in het verleden is veroordeeld. Ten onrechte wordt daarbij aangegeven dat er tot nu toe geen interventies zijn
gepleegd om de kans op recidive met betrekking tot delictgedrag te verminderen. Klager heeft tijdens de huidige detentie de CoVa-training afgerond en werkt volledig mee aan TR. Ook niet juist is dat een onderdeel van het na de detentie verplichte
reclasseringstoezicht een training agressiebeheersing zal zijn. Uit de gesprekken die klager inmiddels tijdens de detentie heeft gevoerd en de onderzoeken die hij heeft ondergaan, is gebleken dat een training agressiebeheersing niet nodig/zinvol is.
Nadrukkelijk is tijdens de detentie dan ook de weg ingeslagen van de CoVa-training en daaropvolgend de leefstijltraining. Klager deelt evenmin de opvatting dat er een kans zou bestaan op ongewenste slachtofferconfrontatie. Bovendien wordt met die
stelling miskend dat de medeverdachte van klager, die slechts tot een iets kortere straf is veroordeeld, verlof geniet. Er wordt derhalve met twee maten gemeten. Klager heeft er recht op geleidelijk terug te kunnen keren in de gewone maatschappij.

Namens de Minister is de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Klager is in eerste aanleg veroordeeld voor meerdere geweldsdelicten. De laatste vijf jaren is klager met regelmaat veroordeeld wegens het plegen van geweldsdelicten in de regio waar
hij woonachtig is en met enige regelmaat gedetineerd. Klager neemt deel aan TR en heeft een CoVa-training gevolgd. Op dit moment is men bij TR druk doende om een klinische behandeling op te starten. Het Openbaar Ministerie acht ernstig gevaar voor
verstoring van de openbare orde en het plegen van nieuwe strafbare feiten aan de orde als er geen begeleiding is georganiseerd. Tevens acht men een risico aanwezig van een ongestoord verlof als gevolg van de agressieve persoonlijkheid van klager en van
een ongewenste slachtofferconfrontatie als klager zijn verlof in [...] doorbrengen. De rechtbank heeft o.a. bij vonnis bepaald dat klager een agressie regulatie training dient te volgen.
Klager wil zijn verlof in [...] bij zijn gezin doorbrengen. De politie staat niet negatief tegenover verlof onder de strikte voorwaarde dat het een ééndaags verlof betreft van 9.00 tot 17.00 uur met tweemaal een meldplicht en klager dient de gehele dag
bereikbaar te zijn via de GSM. De Minister onderschrijft het standpunt van het Openbaar Ministerie en maakt die tot de zijne. Het advies van het Openbaar Ministerie is zwaarwegend bij veroordeelden in eerste aanleg. In de inrichting is men bezig klager
klinisch te laten behandelen met betrekking tot zijn agressieprobleem. In relatie tot zijn vorderingen zal hij hierbij op een manier vrijheden genieten, die de Minister meer verantwoord acht.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de locatie Norgerhaven te Veenhuizen heeft positief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag, onder de voorwaarde klager eerst één dag van 7.30 uur tot 20.00 uur verlof te verlenen.
De advocaat-generaal bij het ressortparket te Leeuwarden heeft negatief geadviseerd en verwijst naar de geweldsdelicten waarvoor klager de afgelopen vijf jaren is veroordeeld. Gelet hierop vreest de advocaat-generaal voor een ernstig gevaar voor
verstoring van de openbare orde en het plegen van strafbare feiten, alsmede het risico van een ongestoord verlof als gevolg van de agressieve persoonlijkheid van klager. Tevens vreest de advocaat-generaal voor ongewenste confrontatie met de
slachtoffers
of anderzins betrokkenen, tenzij als voorwaarde wordt gesteld dat klager zich tijdens het verlof niet naar [...] zal begeven. De politie te Oosterwolde staat niet negatief tegenover verlof, mits onder strikte voorwaarden. De politie denkt aan een
aantal
losse dagen verlof, waarbij klager zich om 9.00 uur en 17.00 uur dient te melden aan het politiebureau. Tevens dient klager zijn GSM-nummer af te geven voor controle.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van dertig maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk, met aftrek, wegens onder meer openlijke geweldpleging en mishandeling en overtreding van de Opiumwet en Wet wapens en munitie. De fictieve einddatum van
klagers
detentie is op of omstreeks 23 mei 2011. Inmiddels is klager door het gerechtshof tot eenzelfde straf veroordeeld.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers eerste verlofaanvraag. Hij kan in totaal zes verlofaanvragen indienen.

Klager is blijkens de gegevens uit het uittreksel Justitiële Documentatie de afgelopen vijf jaren meerdere malen veroordeeld voor geweldsdelicten. De beroepscommissie is van oordeel dat voornoemde omstandigheid vooralsnog een contra-indicatie vormt
voor
verlofverlening en dat deze, ondanks de positieve adviezen van de inrichting en de politie, een afwijzing van klagers verlofaanvraag rechtvaardigt. De beroepscommissie hecht met name belang aan het negatieve advies van het Openbaar Ministerie en
betrekt hierbij het voornemen van de behandelend psycholoog en de TR-begeleider om klager in een kliniek ter behandeling te laten opnemen. De beslissing van de Minister kan derhalve, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen en gelet op de
weigeringsgronden zoals bedoeld in artikel 4 onder b, e, g en i van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 5 juli 2010

secretaris voorzitter

Naar boven