Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/1325/GV, 1 juli 2010, beroep
Uitspraakdatum:01-07-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 10/1325/GV

betreft: [klager] datum: 1 juli 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. S. Koster, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 27 april 2010 genomen beslissing van de Minister van Justitie (de Minister),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Minister in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Minister heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Het is voor klagers raadsvrouw lastig verweer te voeren nu klagers behandelcoördinator weigert om haar van informatie te voorzien. Klagers ouders hebben halverwege april laten weten dat zij klager graag thuis zouden ontvangen. Gezien het feit dat dit
de
woning betreft waar klager voor zijn detentie verbleef en hij daar na september eveneens zal terugkeren, valt niet in te zien waarom dit geen geschikt verlofadres is. Vanuit het oogpunt van resocialisatie is het van groot belang dat klager langzaam
went
aan het terugkeren in de samenleving en in zijn gezin. Niet valt in te zien waarom dit maatschappelijk onaanvaardbaar zou zijn. Klager heeft van 15 september 2009 tot en met 24 september 2009 incidenteel verlof genoten waarbij hij zich aan alle
afspraken heeft gehouden.

Namens de Minister is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klagers gedrag in de inrichting waar hij thans verblijft, geeft geen aanleiding om vertrouwen te hebben in een toe te kennen verlof. Klager scoort regelmatig positief bij urinecontroles op het gebruik van soft- en harddrugs. Klager heeft geprobeerd
middels zijn bezoekers drugs in te voeren in de inrichting. Klager heeft met regelmaat problemen met medegedetineerden en personeel waardoor hij wordt uitgesloten van het dagprogramma en met een time-out achter de deur moet. Tevens ligt er een negatief
advies van de politie omtrent zijn verlofadres. Het is niet bekend dat klager eerder met incidenteel verlof is geweest, dat is ook niet op te maken uit de registratiekaart.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van het PPC Amsterdam Over-Amstel heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag.
De Officier van Justitie bij het arrondissementsparket te Amsterdam heeft aangegeven geen bezwaar te hebben tegen verlofverlening.
De politie Amsterdam heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag. Tijdens eerdere bezoeken van klager aan het opgegeven verlofadres is er vaak onrust geweest onder de bewoners in het appartementencomplex. Tussen klager en een aantal
bewoners is ook een zeer gespannen situatie ontstaan waarbij meerdere malen om politieassistentie is verzocht.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van tien maanden met aftrek, wegens het plegen van diefstal met geweld. Aansluitend dient hij een gevangenisstraf te ondergaan van 14 dagen en de tenuitvoerlegging van een eerder voorwaardelijk opgelegde
gevangenisstraf van 21 dagen. Klagers einddatum valt op of omstreeks 17 september 2010.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers eerste verlofaanvraag.

De Minister heeft het verzoek om algemeen verlof afgewezen omdat de politie Amsterdam negatief heeft geadviseerd en klager tijdens zijn huidige detentie drugs heeft gebruikt, hetgeen is gebleken uit urinecontroles van 7 december 2009, 26 maart 2010, 7
april 2010 en 22 april 2010. Ten aanzien van de grond van het recent scoren op het gebruik van drugs geldt dat een dergelijk gebruik een contra-indicatie oplevert voor het verlenen van verlof. De politie Amsterdam heeft negatief geadviseerd omdat
tijdens bezoeken van klager op het opgegeven verlofadres meerdere malen spanning is ontstaan tussen klager en medebewoners waarbij om politieassistentie is verzocht. De beslissing van de Minister kan, bij afweging van alle in aanmerking komende
belangen
en gelet op de weigeringsgronden in artikel 4 onder b en c van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Gelet op het vorenstaande zal het beroep ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van bc. L. van Alff, secretaris, op 1 juli 2010

secretaris voorzitter

Naar boven