Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/0837/GA, 11 juni 2010, beroep
Uitspraakdatum:11-06-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 10/837/GA

betreft: [klager] datum: 11 juni 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 3 maart 2010 van de beklagcommissie bij locatie De Kruisberg te Doetinchem,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Van klager, die inmiddels in vrijheid is gesteld, is geen adres bekend.
De directeur van voormelde locatie heeft schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter zitting van de beroepscommissie, op 11 mei 2010 gehouden in de locatie De Berg te Arnhem, te verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een disciplinaire straf van opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel voor de duur van drie dagen zonder televisie, waarvan de eerste dag in een strafcel dient te worden ondergaan.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt, zakelijk weergegeven, schriftelijk toegelicht.
Klager ontkent aan het touchscreen van de biometrie-apparatuur te hebben gezeten. Hij heeft zijn vinger op het scanapparaat gelegd omdat een medegedetineerde dat vroeg. Die medegedetineerde heeft vervolgens handelingen op het touchscreen uitgevoerd
waardoor klagers pasfoto op het scherm verscheen. Een bewaarder zag dit. Klager geeft aan dat niet mogelijk is om tegelijkertijd je vinger op het scanapparaat te houden en het touchscreen te bedienen omdat die apparaten te ver uit elkaar liggen. Ook
moet je om het touchscreen te kunnen bedienen de Nederlandse taal beheersen. Klager spreekt geen Nederlands en kan het zeker niet lezen. Klager ontkent agressief of onredelijk te zijn geweest op het moment dat zijn televisie van cel verwijderd werd.
Hij
wijt de problemen aan de taal. Klager is Roemeen, spreekt Spaans en is sinds enkele maanden de Engelse taal aan het leren. Ook de behandeling van de klachtzaak is door taalproblemen niet goed gegaan. Er was geen Roemeense tolk geregeld en er werd in
het
Spaans vertaald door een personeelslid van de inrichting. Klager trekt de neutraliteit van deze persoon in twijfel. Hij ziet opmerkingen van de directeur in de uitspraak die niet zijn vertaald.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Gedetineerden mogen alleen onder begeleiding van het personeel aan de apparatuur voor de biometrie komen. Vast staat dat klager aan een onderdeel van de biometrie-apparatuur heeft gezeten terwijl dit niet mocht. Welk onderdeel dat was maakt voor de
strafwaardigheid van dit gedrag niet uit. Klager is hiervoor verslag aangezegd en de directeur heeft hem hiervoor in eerste instantie een straf van drie dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel opgelegd. De beroepscommissie acht
deze beslissing bij afweging van alle in aanmerking komende belangen niet onredelijk of onbillijk.
Toen klager weigerde zijn televisie van cel te halen en (zoals de beroepscommissie op grond van de stukken als vaststaand aanneemt) dreigend naar een piw-er was, is hij naar de strafcel gebracht en is voornoemde disciplinaire straf in die zin gewijzigd
dat de eerste dag ten uitvoer werd gelegd in de strafcel en aansluitend twee dagen op eigen cel. Die wijziging van de eerder opgelegde disciplinaire straf is in strijd met de wet. De directeur had voor het gedrag van klager in zijn cel een nieuwe
disciplinaire straf kunnen opleggen die aansluitend aan de eerder opgelegde straf ten uitvoer had kunnen worden gelegd. Het beroep zal derhalve gedeeltelijk gegrond worden verklaard, de uitspraak van de beklagcommissie zal in zoverre worden vernietigd
en het beklag zal alsnog in zoverre gegrond worden verklaard. De beroepscommissie is van oordeel dat klager met de gedeeltelijke gegrondverklaring voldoende tegemoet wordt gekomen en zal hem geen financiële tegemoetkoming toekennen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond voor zover de disciplinaire straf is gewijzigd in tenuitvoerlegging van de eerste dag in een strafcel, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag in zoverre alsnog
gegrond. De beroepscommissie verklaart het beroep voor het overige ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en MA J. Schagen, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S. Jousma, secretaris, op 11 juni 2010

secretaris voorzitter

Naar boven