Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/0093/TA, 8 juni 2010, beroep
Uitspraakdatum:08-06-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 10/93/TA

betreft: [klager] datum: 8 juni 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. D.W.H.M. Wolters, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 12 januari 2010 van de alleensprekende beklagrechter bij FPK Oldenkotte te Rekken, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 6 mei 2010, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam Over-Amstel te Amsterdam, zijn gehoord klagers raadsman mr. D.W.H.M. Wolters, en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting [...], juridisch
medewerker.
Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorggedragen, heeft hij geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om te worden gehoord.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft:
a) beperking van contact met de voorzitter van de Tweede Kamer
b) beperking in het recht op printpapier.

De beklagrechter heeft het beklag op onderdeel a) ongegrond verklaard en klager niet-ontvankelijk verklaard in onderdeel b) van zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
a) De beperking moet volgens klager worden gezien in het licht van de hem op 13 en 14 augustus 2009 opgelegde post- en telefoonbeperkingen met betrekking tot het willen deelnemen aan de staatsloterij. Na die maatregelen heeft hij gedurende een aantal
dagen niet mogen bellen en geen post mogen ontvangen en verzenden. Zo heeft hij geen schriftelijk contact mogen hebben met de commissie van toezicht, de Raad en de Tweede Kamer.
b) Klager schrijft al zijn brieven op de computer. Hij kreeg op zijn verzoek altijd papier voor de printer, maar niet meer sinds hij weigert de hem voorgeschreven medicatie in te nemen. De inrichting moeten volgens hem de kosten voor het papier dragen,
omdat de inrichting dat altijd heeft gedaan. Zijn medepatiënten krijgen wel kosteloos printpapier verstrekt, maar alleen hij niet.
Klager denkt dat dit wordt gedaan om te voorkomen dat hij dagelijks vele brieven schrijft.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
a) Patiënten mogen altijd schriftelijk en telefonisch contact met geprivilegieerde instanties hebben. Daarin worden geen beperkingen opgelegd, juist ook niet ten aanzien van klager, die veel klaagt. Als het druk is, kan het personeel wel aangeven dat
een patiënt even moet wachten. Het gewenste contact vindt dan altijd nog dezelfde dag plaats.
b) Klager krijgt nog wel een bepaalde hoeveelheid briefpapier van de inrichting, maar wordt daarin beperkt, omdat hij vele materialen van de inrichting gebruikt, waaronder blanco briefpapier en enveloppen. De inrichting meent dat ze klager zo veel
mogelijk zelfstandig moet laten zijn en laat hem daarom zelf bijvoorbeeld in briefpapier voorzien. Dit is door het multidisciplinaire behandelteam besproken.
Ook andere patiënten krijgen briefpapier, maar die hoeven daarin niet te worden beperkt.

3. De beoordeling
a) Hetgeen in beroep is aangevoerd kan - voor zover dat is komen vast te staan - naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter. Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting is niet
aannemelijk te achten dat klager op enigerlei wijze is beperkt in de schriftelijke en/of telefonische contactmogelijkheden met een geprivilegieerde instantie.

b) Hetgeen in beroep is aangevoerd kan - voor zover dat is komen vast te staan - naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter, zij het op een andere grond, namelijk dat er geen wettelijk
recht op briefpapier bestaat en dus geen sprake kan zijn van schending daarvan.

Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter, ten aanzien van onderdeel b) van de klacht met verbetering van de grond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. S.L. Donker, voorzitter, prof. dr. F.A.M.M. Koenraadt en mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 8 juni 2010

secretaris voorzitter

Naar boven