Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/0144/TA, 8 juni 2010, beroep
Uitspraakdatum:08-06-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Post  v

Uitspraak

nummer: 10/144/TA

betreft: [klager] datum: 8 juni 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. D.W.H.M. Wolters, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 12 januari 2010 van de alleensprekende beklagrechter bij FPK Oldenkotte te Rekken, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 6 mei 2010, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam Over-Amstel te Amsterdam, zijn gehoord klagers raadsman mr. D.W.H.M. Wolters, en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting [...], juridisch
medewerker.
Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorggedragen, heeft hij geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om te worden gehoord.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft het ontvangen van geopende post op 29 september 2009.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De religiefolder is niet van algemene aard, maar persoonlijk aan klager gestuurd. Het verpakkingsplastic was niet beschadigd, maar opengescheurd. Het poststuk is verder te laat aan klager uitgereikt. Klager heeft de folder drie dagen op kantoor van de
staf zien liggen zonder dat die aan hem is uitgereikt.
Overigens is de maanden vóór deze kwestie al eerder post van klager geopend.
Klager komt daarom in aanmerking voor een tegemoetkoming vanwege de beperking in het contact met de buitenwereld.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Volgens de teamleiding worden poststukken aan het eind van de dag aan de patiënten uitgereikt. Soms komen poststukken beschadigd binnen. Patiënten hoeven ook in dat geval niet onredelijk lang op uitreiking daarvan te wachten.
In plastic verpakte tijdschriften worden niet geopend.
In het verleden zijn er klachten geweest over het openen van post buiten aanwezigheid van patiënten.

3. De beoordeling
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan - voor zover dat is komen vast te staan - naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter. Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting is niet
aannemelijk geworden dat kan worden gesproken van het doelbewust openen van een poststuk buiten aanwezigheid van klager.
Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. S.L. Donker, voorzitter, prof. dr. F.A.M.M. Koenraadt en mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 8 juni 2010

secretaris voorzitter

Naar boven