Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/0768/GM, 20 juli 2017, beroep
Uitspraakdatum:20-07-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

nummer:            17/768/GM

betreft:               [klager]                datum: 20 juli 2017

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift ingediend door mr. F.A.M. Engels namens

[…], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan de penitentiaire inrichting (p.i.) Groot Alphen te Alphen aan den Rijn,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 6 februari 2017 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Veiligheid en Justitie.

Ter zitting van de beroepscommissie van 29 juni 2017, gehouden in de p.i. Vught, is gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. F.A.M. Engels.

De inrichtingsarts verbonden aan de p.i. Groot Alphen is niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

               

1.            De inhoud van het beroep

De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur van 27 december 2016, houdt in het niet bieden van adequate medische zorg na een black-out.

 

2.            De standpunten van klager en de inrichtingsarts

Door en namens klager is de klacht als volgt toegelicht.

Klager heeft begin 2016 een herseninfarct gehad. In december 2016 heeft hij opnieuw een black-out/licht herseninfarct gehad. Hij voelt zich niet veilig en is bang dat hij in de gevangenis zal overlijden. In verband met deze angst heeft hij om contact met de psycholoog verzocht. Hij heeft meermalen aangegeven dat het niet goed ging met zijn gezondheid en dat hij dringend naar de medische dienst moest. Wanneer hij contact met de inrichtingsarts zocht duurde dat weken. Er was geen adequate toegang tot de medische dienst. Op 17 januari 2017 is klager doorverwezen naar de neuroloog. Uit de his van 30 januari 2017 zou kunnen worden opgemaakt dat klager door de neuroloog is gezien, maar dit is niet juist. Hij is pas in april 2017 onderzocht door de neuroloog en in juni 2017 is er een dag een hartkastje geplaatst. De neuroloog heeft zijn medicatie veranderd. De uitslagen van het neurologisch onderzoek zijn nog niet binnen. Klager weet wel dat er afwijkingen zijn geconstateerd tijdens het dragen van het hartkastje. Klager heeft krachtverlies aan zijn linkerzijde. Hij heeft nog steeds geen psycholoog gezien. Klager is buiten de p.i. wel altijd onder behandeling van een psycholoog.

Namens de inrichtingsarts is het volgende standpunt ingenomen.

Klager is omdat hij bang is om nogmaals een herseninfarct te krijgen – hij heeft in januari 2016 een herseninfarct doorgemaakt – op nachtrapport geplaatst zodat er adequaat wordt gereageerd.

 

3.            De beoordeling

De beroepscommissie overweegt dat klager begin 2016 een herseninfarct heeft gehad en zich grote zorgen maakte over zijn gezondheid. Nadat hij in december 2016 een black-out had gehad, heeft hij zich gewend tot de medische dienst en meermalen aangedrongen op een gesprek en onderzoek door een arts, en op een gesprek met een psycholoog. Uit de medische gegevens blijkt dat klager ondanks de vele verzoeken sporadisch is gezien door de inrichtingsarts. Naar het oordeel van de beroepscommissie had, gelet op klagers medische voorgeschiedenis en reële angst, eerder onderzoek door de inrichtingsarts dienen plaats te vinden en was eerdere verwijzing naar de neuroloog en de psycholoog passend geweest.

De beroepscommissie is, het voorgaande in samenhang en onderling verband bezien, van oordeel dat het handelen door en namens de inrichtingsarts in strijd is met de in artikel 28 Pm neergelegde norm. Het beroep zal derhalve gegrond worden verklaard en aan klager zal een tegemoetkoming van € 25,= worden toegekend.

 

4.            De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en bepaalt de aan klager ten laste van de p.i. Groot Alphen toekomende tegemoetkoming op € 25,=.

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter,

drs. K.M.P.A.M. Habryka en drs. J.H.A.M.C. Schoenmaeckers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 20 juli 2017.

 

                secretaris            voorzitter
 

Naar boven