Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/0586/GB, 31 mei 2010, beroep
Uitspraakdatum:31-05-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 10/586/GB

Betreft: [klager] datum: 31 mei 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 25 februari 2010 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de gevangenis Dordrecht ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 1 oktober 1997 gedetineerd. Hij verbleef in de gevangenis/ISD Zoetermeer. Op 19 januari 2010 is hij overgeplaatst naar de gevangenis Dordrecht, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Blijkens de beslissing op het bezwaarschrift is klager niet geselecteerd voor de inrichting van zijn voorkeur wegens een lange wachtlijst voor die inrichting. Aan klager is echter niet gevraagd naar welke andere inrichting hij dan zou willen worden
overgeplaatst. Nu de gedetineerden zelf geen aanleiding hebben gegeven voor overplaatsing, had het op de weg van de selectiefunctionaris gelegen om zorgvuldig te bezien in welke penitentiaire inrichting (p.i.) klager het beste geplaatst kon worden. De
inrichting waar klager thans verblijft wordt gekenmerkt door een erg streng regime. Klager heeft geconstateerd dat er veel meer verboden is dan in andere inrichtingen. Verder loopt klager er tegen aan dat er erg veel verslaafde gedetineerden verblijven
en er veel drugs in omloop zijn. Hij vindt dat zeer onprettig.
Rekening zou moeten worden gehouden met het feit dat klager een zeer lang gestrafte is die bovendien geen sociale contacten in Nederland heeft. Klager krijgt geen bezoek. Het is daarom van groot belang dat de faciliteiten, waaronder ook de
mogelijkheden
bijvoorbeeld apparatuur op cel te mogen hebben, voor hem in verhouding belangrijker zijn dan voor gedetineerden die afleiding in de vorm van contact met de buitenwereld hebben.
Klager behoeft niet perse in de gevangenis Alphen aan den Rijn te worden geplaatst. Hij heeft begrip voor eventuele wachtlijsten. Klager zou ook kunnen instemmen met overplaatsing naar bijvoorbeeld Limburg. Het voordeel daarvan zou ook zijn dat zijn
advocaat hem dan vaker kan bezoeken. Ook een plaatsing in Krimpen aan den IJssel lijkt klager een verbetering.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager ontvangt in de p.i. Zoetermeer nagenoeg geen bezoek. Er is klager gevraagd of hij een voorkeur heeft voor plaatsing. Dus in principe werden gedetineerden één op één uitgeruild tenzij er een specifieke reden was hiervan af te wijken. Klager heeft
een voorkeur voor de gevangenis Alphen aan den Rijn uitgesproken. Deze gevangenis kent echter een zeer lange wachtlijst. De ontruiming moest voor
1 februari 2010 een feit zijn waardoor klager is overgeplaatst naar de gevangenis Dordrecht. Klager maakt bezwaar omdat zijn bezoek, dat hij overigens nagenoeg niet ontvangt, uit Utrecht afkomstig zou zijn. In beroep voert klager geen andere argumenten
aan. Gelet op het nauwelijks ontvangen van bezoek en zijn illegale status in Nederland ziet de selectiefunctionaris geen grond om aan de wens van klager tegemoet te komen. Mocht klager bezoek uit Utrecht ontvangen, dan is de reistijd acceptabel.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis Dordrecht is een inrichting voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. Klager heeft zijn voorkeur voor overplaatsing naar de gevangenis Alphen aan den Rijn kenbaar gemaakt. Aan een dergelijke voorkeur kunnen echter geen rechten worden ontleend. De selectiefunctionaris heeft gelet op de tijdsdruk achter de
ontruiming van de afdeling waar klager verbleef en de wachtlijsten bij de inrichting van klagers voorkeur in redelijkheid geen gehoor kunnen geven aan deze voorkeur. Een vermeend verschil in strengheid van het gevangenisregime binnen diverse
inrichtingen vormt geen selectiecriterium. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.
Hetgeen klager heeft aangevoerd over de bezoekmogelijkheden is onvoldoende zwaarwegend om tot een ander oordeel te kunnen komen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. L. Kersten, secretaris, op 31 mei 2010

secretaris voorzitter

Naar boven