Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/0284/TA, 20 mei 2010, beroep
Uitspraakdatum:20-05-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 10/284/TA

betreft: [klager] datum: 20 mei 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 20 januari 2010 van de beklagcommissie bij FPC 2 landen te Utrecht, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 12 april 2010, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam Over-Amstel, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. S.O. Roosjen, en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting [...], hoofd
behandeling, en [...], juridisch medewerker.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft
a het feit dat klager na zijn overplaatsing vanuit FPC De Kijvelanden naar FPC
2landen het eerder toegezegde verlof niet gerealiseerd kon krijgen;
b de aangekondigde maatregel om de pc’s van de patiënten van de kamers weg te halen met ingang van het moment dat er afdelingscomputers komen.

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag onder a en b op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De toezegging van De Kijvelanden dat klagers verlof in FPC 2landen snel weer zou worden opgestart en anders een verkorte procedure zou worden gevolgd is niet nagekomen. Klager heeft een aantal maanden geen verlof gehad en daardoor is zijn
resocialisatie
vertraagd.
Klagers beroep tegen zijn overplaatsing naar FPC 2 landen is door de beroepscommissie gegrond verklaard. Klager wil echter niet meer worden overgeplaatst, omdat hij dan weer zijn verlof zal missen.
Klager heeft zijn pc nog op zijn kamer. Er zijn nog geen pc’s op de afdelingen en door de inrichting is toegezegd dat klager zijn pc op kamer mag houden. De inrichting had dit beleid duidelijk van te voren kenbaar moeten maken. De inrichting had direct
een compensatie moeten aanbieden, zodra de pc’s van de kamers zouden worden verwijderd.
Nu is het zo dat ten aanzien van die patiënten aan wie eerder was toegestaan een pc op kamer te houden een soort ‘uitsterfbeleid’ wordt gehanteerd. Nieuwe patiënten mogen geen eigen pc meer op hun kamer hebben. Klager is er eigenlijk niet op achteruit
gegaan, maar hij wil toch een uitspraak van de beroepscommissie.
Klager kan zijn printer niet gebruiken, want de USB-poort is geblokkeerd door de inrichting.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Patiënten die eerder toestemming voor de invoer van een pc hebben gekregen mogen deze pc behouden. Bij nieuwe patiënten geldt het nieuwe beleid. Bij de invoer van pc’s wordt duidelijk gemaakt dat de USB-poort onklaar wordt gemaakt. Op het moment dat
klager in de inrichting werd geplaatst was het beleid ten aanzien van de invoer van pc’s nog niet uitgekristalliseerd.
Klager is op 3 september 2009 in de inrichting opgenomen. Het was klager bekend dat het verlofkader van FPC De Kijvelanden niet mee genomen kon worden naar een andere inrichting. De inrichting is verantwoordelijk voor het verloop van het verlof en
achtte een observatieprocedure noodzakelijk. De verkorte procedure bleek niet mogelijk. Klagers verlof is zo snel mogelijk (18 december 2009) aangevraagd en op 11 februari 2010 is de machtiging begeleid verlof afgegeven. In de Bvt noch in andere
regelgeving is een recht op verlof neergelegd.

3. De beoordeling
Ten aanzien van a:
Volgens vaste jurisprudentie van de beroepscommissie bestaat geen recht op verlof. Aan de mededeling van FPC De Kijvelanden, voor zover al gedaan, dat na overplaatsing het verlofkader meegenomen kon worden naar FPC 2landen kan klager geen rechten
ontlenen. Voorts blijkt uit de inlichtingen van het hoofd van de inrichting dat klager op de hoogte was van het feit dat het verlofkader niet meegenomen kon worden naar een andere instelling.

Ten aanzien van b:
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Overigens is namens de inrichting gesteld dat patiënten die toestemming hadden gekregen een pc in te
voeren deze pc mogen behouden.
Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. S.L. Donker, voorzitter, mr. drs. T.A.M. Louwe en mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 20 mei 2010

secretaris voorzitter

Naar boven