Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/0661/GA, 27 mei 2010, beroep
Uitspraakdatum:27-05-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 10/661/GA

betreft: [klager] datum: 27 mei 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M.L. van Gaalen, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 23 februari 2010 van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Westlinge te Heerhugowaard,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 28 april 2010, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam Over-Amstel, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. M.L. van Gaalen, en de directeur van de locatie Westlinge [...].

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft een (orde)maatregel van overplaatsing van de locatie Het Keern (zeer beperkt beveiligde inrichting, hierna: z.b.b.i.) te Hoorn naar de locatie Westlinge te Heerhugowaard voor de duur van veertien dagen in verband met klagers
weigering
om deel te nemen aan de arbeid.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Er was geen sprake van werkweigering. Klager was ziek. Hij is niet daadwerkelijk gehoord door de directeur. De beslissing van de directeur stond al vast.
De schorsingsuitspraak 09/2837/SGA van 19 oktober 2009 is juist. Aan de selectiefunctionaris is de exclusieve bevoegdheid toegekend om een gedetineerde over te plaatsen. De directeur kan enkel tot externe tenuitvoerlegging overgaan in het geval van een
ordemaatregel van plaatsing in afzondering of een disciplinaire straf van opsluiting. Hiervan is geen sprake. Een ordemaatregel kan alleen worden opgelegd in verband met de handhaving van de orde en de veiligheid in de inrichting. Dit is in de
betreffende beslissing niet terug te vinden. Klager is zonder grond overgeplaatst.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De ordemaatregel is opgelegd in afwachting van herselectie. Omdat klager in een z.b.b.i. verbleef was er gevaar voor onttrekking aan detentie. Daarmee wordt bedoeld dat de ongestoorde tenuitvoerlegging van de detentie in gevaar is. Dit is niet
opgenomen
in de beslissing. Als een gedetineerde geen werkzaamheden meer verricht, wordt hij overgeplaatst naar de locatie Westlinge.
Het incident was niet zwaar genoeg om klager af te zonderen of om hem een disciplinaire straf op te leggen. Klager mocht in Westlinge gewoon meedoen aan het dagprogramma.
De reden voor het weglakken van ‘orde’ in de mededeling is niet bekend.

3. De beoordeling
Volgens de directeur is klager een ordemaatregel van afzondering opgelegd die ten uitvoer is gelegd in een andere inrichting.
Op grond van het bepaalde in artikel 24, eerste lid, Pbw kan een ordemaatregel enkel worden opgelegd indien sprake is van een of meer van de gronden als vermeld in artikel 23, eerste lid, Pbw. Op grond van artikel 25, eerste lid, Pbw kan de afzondering
in een andere inrichting worden tenuitvoer gelegd indien de tenuitvoerlegging in de inrichting waarin de maatregel is opgelegd op ernstige bezwaren stuit.

Uit de stukken en de toelichting ter zitting is gebleken dat klager niet is afgezonderd en dat hem is toegestaan om aan het dagprogramma deel te nemen.
De beroepscommissie is van oordeel dat de bestreden beslissing niet de (orde)maatregel aangeeft die klager is opgelegd noch de grondslag vermeldt voor oplegging van die (orde)maatregel. Zij zal derhalve het beroep gegrond verklaren en de uitspraak van
de beklagrechter vernietigen en het beklag gegrond verklaren. Nu klager verder geen beperkingen zijn opgelegd, is de beroepscommissie van oordeel dat er geen reden is voor toekenning van een tegemoetkoming.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij kent aan klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. dr. U. van de Pol, voorzitter, L. Diepenhorst MPA en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 27 mei 2010.

secretaris voorzitter

Naar boven