Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/0049/GA, 20 mei 2010, beroep
Uitspraakdatum:20-05-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 10/49/GA

betreft: [klager] datum: 20 mei 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van het detentiecentrum Alphen aan den Rijn,

gericht tegen een uitspraak van 5 januari 2010 van de beklagcommissie bij het detentiecentrum Alphen aan den Rijn, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 28 april 2010, gehouden in de penitentiaire inrichting Amsterdam Over-Amstel, zijn gehoord [...], plaatsvervangend locatie-directeur van het detentiecentrum en [...], coördinator beklagzaken bij het
detentiecentrum.

Klagers raadsvrouw mr. drs. I.N. Wildschut heeft schriftelijk meegedeeld dat zij noch klager ter zitting zal verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het duwen en slaan door personeel, als gevolg waarvan klagers wang is gekneusd/opgezet en hij een schaafwond op zijn rug heeft.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard en aan klager een tegemoetkoming van € 10,= toegekend op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
Door en namens de directeur is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Abusievelijk is ervan uitgegaan dat klager over de opsluiting in de strafcel klaagde. Pas op de zitting bleek duidelijk dat het beklag om een ander onderwerp ging. Verzocht is om de behandeling van de zaak aan te houden, maar omdat - op verzoek van de
raadsvrouw - de zaak al eerder was aangehouden, is het verzoek van de directeur afgewezen.
De beschuldiging van klager dat hij mishandeld zou zijn door het personeel diende nader uitgezocht te worden. Uit dit onderzoek is niet gebleken dat klager is mishandeld.
Klager was in de strafcel geplaatst en had een kussen tegen de benen van een toezichthouder geschopt. Getracht is om de celdeur te sluiten, maar klager kwam toch weer naar voren en schopte tegen de celdeur, waardoor deze niet gesloten kon worden. Hij
is
achterin de cel gelegd zodat het personeel de cel kon verlaten. De directeur heeft lang met klager gesproken, wilde het incident klein houden, omdat klager al zeven dagen in de strafcel zat. Klager had een straf opgelegd kunnen worden, maar dit is niet
gedaan.

Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt niet toegelicht.

Klagers raadsvrouw heeft verzocht om de behandeling van het beroep aan te houden, omdat zij op de datum van de zitting verhinderd was in verband met een cursus.
De raadsvrouw is telefonisch door het secretariaat van de Raad geantwoord dat op het verzoek ter zitting van de beroepscommissie zou worden beslist en dat zij haar reactie op het beroep van de directeur ook schriftelijk kon geven.

2. De beoordeling
De beroepscommissie acht zich voldoende ingelicht om op het beroep te beslissen en wijst het verzoek van klagers raadsvrouw om de behandeling van het beroep aan te houden af.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard, omdat de directeur, die ervan uitging dat het beklag betrekking had op een ander onderwerp, het beklag niet inhoudelijk had weersproken.

In beroep heeft de directeur alsnog verweer gevoerd. Uit de stukken en het verweer van de directeur ter zitting van de beroepscommissie is weliswaar gebleken dat tegen klager geweld is gebruikt, maar niet is gebleken dat dit van een dusdanig karakter
was dat er sprake zou zijn van mishandeling van klager. Derhalve zal de beroepscommissie het beroep gegrond verklaren, de beslissing van de beklagcommissie vernietigen en het beklag alsnog ongegrond verklaren.

3. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart. het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart. het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. dr. U. van de Pol, voorzitter, L. Diepenhorst MPA en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 20 mei 2010.

secretaris voorzitter

Naar boven