Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/0563/GA, 12 mei 2010, beroep
Uitspraakdatum:12-05-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 10/563/GA

betreft: [klager] datum: 12 mei 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de locatie Noordsingel Rotterdam (PIA),

gericht tegen een uitspraak van 18 februari 2010 van de beklagcommissie bij voormelde locatie, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 9 april 2010, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, is gehoord [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur bij de locatie Noordsingel Rotterdam. Klager heeft schriftelijk bericht niet ter zitting
te
zullen verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een officiële waarschuwing, omdat klager de regels verbonden aan het penitentiair programma heeft overtreden.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De beklagcommissie verwart. het reglementair verlaten van de vaste werkplek voor het uitvoeren van werkzaamheden en/of bijvoorbeeld toiletbezoek
met
het ongeoorloofd onbevoegd afwezig zijn. Dit laatste is een geheel andere zaak. Dat over dit soort zaken in detail regels moeten zijn opgenomen in de huisregels, is niet werkbaar. Juist daarvoor bepaalt artikel 9, eerste lid, van de Penitentiaire
maatregel dat de deelnemer aan het penitentiair programma zich gedraagt overeenkomstig de aanwijzingen van degene die is belast met zijn begeleiding. Klager heeft zich niet gehouden aan de aanwijzingen. Dit blijkt uit de rapportage van de
reclasseringsambtenaar en het verzoek van de directeur hiertegen maatregelen te treffen. Gelet op de ernst van de overtreding is besloten klager een waarschuwing te geven. Klager heeft zich niet gehouden aan de afspraken over de aanwezigheid op de
werkplek. Afgesproken was dat klager wijzigingen in de werktijden zou melden. Dat heeft hij niet gedaan. De verkeersopstopping waar klager bij een van de incidenten op doelt vond ’s nachts plaats. Klager werkte vroeger stipt op tijd. Maar vanaf 1 mei
2009 niet meer. Nu verloopt alles weer prima.

Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager vindt hetgeen de directeur in zijn beroepschrift van 25 februari 2010 stelt onbegrijpelijk. In het PP/ET-traject is het verplicht een
arbeidscontract te tekenen waarin de werksituaties worden beschreven die niet in de standaardregels van een penitentiair programma zijn opgenomen. Verder is op het arbeidscontract de CAO Aardappel, Groente en Fruit van toepassing. Via dit contract is
het mogelijk van de standaardregelgeving van het penitentiair programma af te wijken. Klager wil bij een gegrondverklaring van het beklag geen tegemoetkoming van € 15,=, maar per direct in een PP/ET traject geplaatst worden.

3. De beoordeling
De beroepscommissie is van oordeel dat voldoende is komen vast te staan dat klager tekort is geschoten in het melden bij zijn trajectbegeleider van zijn afwezigheid en wijzigingen van zijn werktijden. In het incidentenrapport van 3 juni 2009 van
Reclassering Nederland, wordt melding gemaakt van drie incidenten op 6 mei, 26 mei respectievelijk 3 juni 2009. De beroepscommissie acht klagers lezing dat zijn afwezigheid op deze momenten voortvloeit uit de in zijn arbeidscontract genoemde
“allerhande
werkzaamheden”, onvoldoende aannemelijk geworden. Het is aan klager zijn trajectbegeleider zo volledig mogelijk te informeren. Het beroep van de directeur zal derhalve gegrond worden verklaard. De uitspraak van de beklagcommissie zal worden vernietigd
en het beklag zal alsnog ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart. het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart. het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.H. de Wild, voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en mr. dr. L.M. Moerings, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 12 mei 2010

secretaris voorzitter

Naar boven