Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/0635/GA, 9 juni 2017, beroep
Uitspraakdatum:09-06-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

nummer:            17/635/GA

 

betreft:               [klager]                datum: 9 juni 2017

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de locatie De Schie te Rotterdam,

gericht tegen een uitspraak van 16 februari 2017 van de beklagcommissie bij voormelde locatie, gegeven op een klacht van […], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 12 mei 2017, gehouden in het Justitieel Complex Zaanstad, zijn gehoord klager en […], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de locatie De Schie te Rotterdam.

Ter zitting heeft klager op schrift gestelde standpunten aan de directeur en de beroepscommissie overgelegd. Voorts heeft klager zijn twee radio’s ter zitting getoond.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

 

1.            De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie

Het beklag betreft het - ondanks verzoeken daartoe - niet (adequaat) optreden tegen geluidsoverlast veroorzaakt door geluidsinstallaties van medegedetineerden, waardoor klager hoofdpijnklachten heeft (S-2016-000788, S-2016-000789, S-2016-000791, S-2016-000792, S-2016-000806 en S-2016-000807).

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard en klager ter zake (nog) geen tegemoetkoming toegekend op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

 

2.            De standpunten van de directeur en klager

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep als volgt – samengevat en zakelijk weergegeven – toegelicht.

Klager verblijft op een afdeling die bestaat uit drie ringen met in totaal 72 gedetineerden. Klager stelt dat hij geluidsoverlast ervaart met name in de pauzes, avonden en nachten. Gedurende die dagdelen zijn de celdeuren gesloten en deze mogen dan niet worden opengemaakt. Bij de directeur zijn geen klachten van andere gedetineerden over geluidsoverlast bekend. Er is voldaan aan de zorgplicht. Het afdelingshoofd heeft aan alle gedetineerden van de afdeling een mededeling uitgereikt, waarin is vermeld dat de radio in beslag zal worden genomen als deze niet op een aanvaardbaar geluidsniveau staat. Aan personeel is alertheid gevraagd voor geluidsoverlast in de avond en nacht. De medische dienst heeft klager oordopjes verstrekt. Klager is aangeboden intern te worden overgeplaatst naar een kleinere afdeling, maar hij wilde dat niet. Het personeel heeft mede naar aanleiding van meldingen van klager meerdere controles uitgevoerd, maar toen is geen geluidsoverlast geconstateerd. Het betrof omgevingsgeluiden. Er was dan ook geen aanleiding gedetineerden een schriftelijk verslag aan te zeggen. Geluidsoverlast is subjectief. 

Klager heeft het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt– samengevat en zakelijk weergegeven – toegelicht.

Klager ervaart geluidsoverlast, omdat medegedetineerden hun radio hard aan hebben staan. Er is de hele dag sprake van geluidsoverlast. Hij vindt dat hij niet overgevoelig is voor geluid. Klager heeft het personeel tevergeefs gevraagd in zijn cel te luisteren naar hetgeen hij ervaart. De maatregelen die de directeur heeft genomen zijn niet afdoende. Tot op heden is nog geen geluidsinstallatie in beslag genomen en er is niemand een schriftelijk verslag aangezegd. De overlast is dusdanig dat het dragen van oordopjes niet helpt. Klagers spullen trillen in zijn cel. Klager wil niet intern worden overgeplaatst omdat er op de voorgestelde afdeling ook sprake is van geluidsoverlast, zij het in mindere mate. De bezoektijden zijn op die afdeling anders, waardoor zijn moeder haar privéleven om zou moeten gooien en klager vindt dat hij dat zijn moeder niet kan aandoen. Klager zal door de overplaatsing worden geplaatst in een eenpersoonscel en hij wil dat niet.

 

3.            De beoordeling

Vaststaat dat klager geluidsoverlast ervaart, veroorzaakt door geluidsinstallaties van medegedetineerden, en dat hij het personeel meerdere keren heeft verzocht dit te doen beëindigen. Aan de orde is de vraag of de directeur aan zijn zorgplicht heeft voldaan door voldoende concrete acties te ondernemen om de door klager ondervonden geluidsoverlast te doen beëindigen.

De beroepscommissie beantwoordt deze vraag bevestigend. Uit de stukken en het verhandelde ter zitting komt naar voren dat aan klager oordopjes zijn verstrekt en dat hem is aangeboden intern te worden overgeplaatst. Aan het personeel is opdracht gegeven om op de B-afdeling met name in de avond en nachtelijke uren bij geluidsoverlast direct verslag aan te zeggen. Aan alle gedetineerden op klagers afdeling is schriftelijk verzocht de radio op een aanvaardbaar niveau in te stellen waarbij is aangekondigd dat de radio in beslag zal worden ingenomen als het personeel constateert dat deze niet op een aanvaardbaar geluidsniveau staat. De beroepscommissie is van oordeel dat de directeur hiermee heeft voldaan aan zijn zorgplicht. Dat er geen radio’s in beslag zijn genomen of schriftelijke verslagen zijn aangezegd, maakt dat niet anders. De beroepscommissie ziet evenmin aanleiding voor de conclusie dat de directeur zijn zorgplicht heeft geschonden door niet in klagers cel nader onderzoek te verrichten naar de gestelde geluidsoverlast.

Gezien het vorenstaande zal de beroepscommissie het beroep van de directeur gegrond verklaren.

 

4.            De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M. Soffers, voorzitter, drs. M.J. Selnick Marzullo en mr. M.J. Stolwerk, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Boerhof, secretaris, op 9 juni 2017

 

Naar boven