Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/0509/GA en 17/0556/GA, 9 juni 2017, beroep
Uitspraakdatum:09-06-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Vermissing  v

nummer:            17/509/GA en 17/556/GA

 

betreft:               [klager]                datum: 9 juni 2017

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschriften van

de directeur van de locatie Nieuwersluis en

[…], verder te noemen klaagster,

gericht tegen een uitspraak van 10 februari 2017 van de beklagcommissie bij de locatie Nieuwersluis, voor zover daartegen beroep is ingesteld,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

 

Ter zitting van de beroepscommissie van 12 mei 2017, gehouden in het Justitieel Complex Zaanstad, is gehoord […], juridisch adviseur bij de locatie Nieuwersluis.

Klaagster heeft afstand gedaan van het recht om ter zitting te worden gehoord.

 

Namens de directeur zijn ter zitting pleitnotities overgelegd. Een kopie hiervan is aan klaagster verzonden. 

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

 

1.            De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie

Het beklag betreft de vermissing van klaagsters mobiele telefoon na overplaatsing van de locatie Nieuwersluis naar de penitentiaire inrichting (p.i.) Ter Peel (NS-2016-081).

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard en klaagster ter zake een tegemoetkoming toegekend van € 30,= op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

 

2.            De standpunten van de directeur en klaagster

Door en namens de directeur is het standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep als volgt – samengevat en zakelijk weergegeven – toegelicht.

Klaagster heeft het klaagschrift te laat ingediend. De termijnoverschrijding is niet verschoonbaar. Klaagster is op 22 juni 2016 overgeplaatst naar Ter Peel. Klaagster voert aan dat zij twee weken na haar overplaatsing tijdens een controle van haar goederen heeft geconstateerd dat de mobiele telefoon zich niet bevond in de nagezonden dozen. Klaagster had het klaagschrift toen moeten indienen en niet pas op 17 augustus 2016. Er heeft telefonisch contact over de vermissing plaatsgevonden. Dit telefoongesprek vond plaats enkele dagen na 4 juli 2016, maar de directeur weet dat niet zeker. Daarvoor zou hij een telefoonlijst moeten opvragen. Tijdens dit telefoongesprek is klaagster meegedeeld dat haar telefoon niet in Nieuwersluis ligt.

De p.i. Ter Peel heeft getekend voor de ontvangst van klaagsters goederen, waardoor de aansprakelijkheid is overgegaan op die inrichting. Het klaagschrift had dan ook ingediend moeten worden bij de commissie van toezicht bij die inrichting. 

De directeur heeft geen invoerlijsten opgevraagd bij de p.i. Ter Peel.

Gedetineerden hebben één fouilleringszak. Het nummer van klaagsters fouilleringszak was 102. Bij vertrek uit de inrichting is de standaardprocedure dat de fouilleringszak in het bijzijn van de gedetineerde wordt geopend. Vervolgens stopt de gedetineerde de inhoud daarvan zelf in een doos. Daarna wordt de doos dichtgemaakt met tape en tekent de gedetineerde voor de ontvangst van de betreffende goederen. Van deze procedure is in klaagsters geval niet afgeweken. Klaagster heeft daar ook voor getekend. Weliswaar is het uitvoerformulier niet voorzien van een datum, maar niet is gebleken dat dit formulier niet ziet op de onderhavige overplaatsing. Klaagster heeft de andere goederen uit de  fouilleringszak wel ontvangen. Gezien het vorenstaande is voldoende komen vast te staan dat alle goederen uit de fouilleringszak zijn nagezonden.

Klaagster heeft haar standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep als volgt toegelicht. De tegemoetkoming is te gering omdat haar telefoon meer waard is dan de toegekende tegemoetkoming.

 

3.            De beoordeling

Klaagster beklaagt zich erover dat haar telefoon is kwijtgeraakt. Klaagster heeft twee weken na haar overplaatsing naar de p.i. Ter Peel geconstateerd dat haar telefoon zich niet bevond in de nagezonden dozen. Zij heeft niet direct beklag ingesteld omdat zij in de veronderstelling verkeerde dat haar telefoon nog in de locatie Nieuwersluis lag en erop vertrouwde dat de telefoon zou worden nagezonden. Hierover is telefonisch contact geweest met de locatie Nieuwersluis. Eerst toen haar duidelijk werd dat de telefoon niet boven water kwam, heeft zij beklag ingediend. De directeur van de locatie Nieuwersluis stelt dat klaagster in een telefoongesprek na 4 juli 2017 is medegedeeld dat de telefoon niet in de locatie Nieuwersluis ligt. Nu de directeur in beroep niet heeft kunnen onderbouwen wanneer dit telefoongesprek heeft plaatsgevonden, is de beroepscommissie van oordeel dat niet kan worden vastgesteld wanneer klaagster op de hoogte is geraakt van het feit dat de telefoon vermist was, zodat niet kan worden geconcludeerd dat klaagster de klacht te laat heeft ingediend.

Uitgangspunt is dat de verzendende inrichting aansprakelijk is voor de vracht en dat na het tekenen voor ontvangst door de ontvangende inrichting de verantwoordelijkheid overgaat op deze inrichting (circulaire vrachtvervoer en aansprakelijkheid bij schade van 31 oktober 2014, kenmerk 578934). Uit de vrachtbrief 15019416 blijkt dat op 21 juni 2016 drie dozen met goederen zijn opgehaald bij de locatie Nieuwersluis en dat deze dozen op 24 juni 2016 zijn afgeleverd. Voor de ontvangst van deze drie dozen is in de p.i. Ter Peel getekend. Conform de circulaire is de aansprakelijkheid voor de dozen derhalve overgegaan op de ontvangende inrichting, te weten de p.i. Ter Peel. Klaagster had haar klaagschrift derhalve moeten indienen bij de commissie van toezicht bij de p.i. Ter Peel. De beroepscommissie zal het beklag daarom verwijzen naar de beklagcommissie bij de p.i. Ter Peel teneinde het beklag te behandelen.

 

4.            De uitspraak

De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verwijst het beklag ter verdere behandeling naar de beklagcommissie bij de p.i. Ter Peel.

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M. Soffers, voorzitter, drs. M.J. Selnick Marzullo en mr. M.J. Stolwerk, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Boerhof, secretaris, op 9 juni 2017

 

Naar boven