nummers: 10/131/GA, 10/161/GA en 10/164/GA
betreft: [klager] datum: 29 april 2010
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
de directeur van de gevangenis De Schie te Rotterdam,
en van de beroepschriften ingediend door mr. E.A. Blok, namens [...], verder te noemen klager,
gericht tegen uitspraken van 14 januari 2010 van de beklagcommissie bij de gevangenis De Schie,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraken waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak zijn gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 24 februari 2010 heeft de behandeling van de beroepen plaatsgevonden. Daarvan is een verslag opgemaakt, welke aan deze uitspraak is gehecht en waarvan de inhoud als hier ingelast en herhaald dient te worden
beschouwd. De beroepscommissie heeft de behandeling van de beroepen aangehouden tot 25 maart 2010.
Ter zitting van de beroepscommissie van 25 maart 2010, gehouden in de locatie De Schie te Rotterdam, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. E.A. Blok, [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de gevangenis De Schie, en [...],
afdelingshoofd.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van de klachten en de uitspraken van de beklagcommissie
De klachten betreffen de beslissing van 29 juli 2009 inhoudende de toepassing van toezichts- en veiligheidsmaatregelen voor veertien dagen.
Met betrekking tot het bezoek gaat het hierbij om
- individueel bezoek met toezicht,
- screening van de bezoekers,
- opname, afluisteren en waar nodig vertaling van de gesprekken met betrekking tot het geprivilegieerd bezoek en
- visitatie na afloop van bezoek.
Met betrekking tot de post gaat het om de inhoudelijke controle en kopiëren van poststukken.
Met betrekking tot de telefoon gaat het om
- het feit dat het personeel de verbinding legt,
- de screening van telefoonnummers en
- het opnemen, afluisteren en waar nodig vertaling van de gesprekken, met uitzondering van geprivilegieerde gesprekken (30910).
De klachten betreffen voorts de beslissing van 5 augustus 2009 inhoudende de verlenging van voornoemde maatregelen (30954) en de beslissing van 24 september 2009 eveneens inhoudende de verlenging van voornoemde maatregelen (31313).
De beklagcommissie heeft de klacht met nummer 30910 gegrond verklaard voor zover deze betreft het ontbreken van een toereikende motivering, maar ongegrond met betrekking tot de oplegging van de toezichtmaatregelen. Zij heeft bepaald dat aan klager een
tegemoetkoming toekomt van € 40,=. Zij heeft de klachten met nummers 30954 en 31313 ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraken weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager verblijft op een normaal beveiligde afdeling, maar door de toegepaste maatregelen wordt hij gestigmatiseerd. Er was een andere gedetineerde met hetzelfde profiel als klager, maar deze mocht zich vrij bewegen op de afdeling. Klager was niet op de
hoogte gebracht van het feit dat hij vermeld staat op de Lijst GVM. Klager is zonder toepassing van geweld ontsnapt. Sinds kort mag klager bellen naar mobiele nummers.
Namens klager is het woord gevoerd volgens een pleitnota, welke aan deze uitspraak is gehecht en waarvan de inhoud als hier ingelast en herhaald dient te worden beschouwd. Tevens is een selectiebeslissing van 15 juli 2009 verstrekt. Naar de inhoud
daarvan wordt verwezen.
Door en namens de directeur is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Bij binnenkomst in De Schie was klagers risicoprofiel ‘hoog’ als bedoeld op de Lijst GVM. Klager is geselecteerd voor een regime van algehele gemeenschap. Het is goed mogelijk om toezichtmaatregelen uit te voeren op een dergelijk regime. Dit gebeurt
vaker. Bij de beslissing van 29 juli 2009 heeft een zorgvuldige afweging plaatsgevonden. De beslissing had royaler omschreven kunnen worden, maar de motivering is voldoende duidelijk mede gezien klagers profiel, de toen recente ontvluchting en het
feit
dat hij net binnenkwam in De Schie. Op de eerste dag dat klager binnenkwam is direct telefonisch contact opgenomen met de p.i. Vught. Daarna volgde een schriftelijke reactie uit Vught. De risicobeperking zit in de toepassing van maatregelen en is
extern
gericht. Het risicoprofiel is opgesteld voor de tenuitvoerlegging van de detentie. In klagers geval is sprake van mediagevoeligheid en een succesvolle ontvluchting.
Met betrekking tot de verlengingsbeslissingen wordt opgemerkt dat onaanvaardbaar gedrag jegens personeel wordt meegewogen in het bepalen van risico’s. Klager heeft gezorgd voor onrust en vertoonde agressief gedrag. Dat wijst op het risico van een
moeilijk detentieverloop. Werkweigering is ook ordeverstoring, maar dat wordt minder zwaar meegewogen. De frequentie van het Operationeel Overleg (OO) is zes maanden, tenzij er redenen zijn om daarvan af te wijken. Dat is bijvoorbeeld gebeurd om klager
b.z.t. toe te kennen. Sinds vorige week is klagers profiel verlaagd naar ‘verhoogd’. Dit heeft te maken met klagers verdere detentieverloop. Met betrekking tot het incident met het mes wordt opgemerkt dat klager dezelfde straf heeft opgelegd gekregen
als de medegedetineerden op de afdeling wegens onrust veroorzaken tijdens een grootschalige actie. Het betrof een broodmes, dat klager toevallig in zijn hand had bij het binnentreden van zijn cel. Daarvan ging geen dreiging uit.
3. De beoordeling
De beklagen betreffen drie beslissingen van de directeur die een aantal bijzondere toezichtmaatregelen betreffen die zijn toegepast in de periode van 29 juli 2009 tot en met medio maart 2010.
Met betrekking tot het beklag gericht tegen de beslissing van 29 juli 2009 oordeelt de beroepscommissie dat uit het verhandelde ter zitting volgt dat de directeur direct informatie heeft ingewonnen over klagers verleden en status, de maatregelen die
daarbij zijn geïndiceerd en ook heeft geïnformeerd naar de tenuitvoerlegging van de maatregelen in de p.i. Vught. Daarop is vanwege veiligheidsoverwegingen besloten om ten aanzien van klager tijdelijk diverse toezichtmaatregelen toe te passen. Het feit
dat klager zelf niet op de hoogte was van zijn status kan niet aan de directeur van de gevangenis De Schie worden tegengeworpen. Gegeven de omstandigheden in deze zaak en met name klagers voorgeschiedenis, oordeelt de beroepscommissie dat de directeur
gerechtigd was om de toezichtmaatregelen tijdelijk toe te passen. Bovendien is de beroepscommissie van oordeel dat de bestreden beslissing voldoende gemotiveerd is. Het beroep van de directeur met nummer 10/131/GA zal derhalve gegrond worden verklaard
en het beroep van klager ongegrond. Het beklag met nummer 30910 zal alsnog in zijn geheel ongegrond worden verklaard.
Met betrekking tot de verlengingen van de toezichtmaatregelen van 5 augustus 2009 en 24 september 2009 overweegt de beroepscommissie als volgt.
Op 5 augustus 2009 moet de directeur worden geacht voldoende geïnformeerd te zijn over klagers situatie en de eventuele risico’s van een ongestoorde tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf. De vraag die vervolgens aan de orde is, is of die maatregelen
noodzakelijk zijn voor de handhaving van de orde, rust en veiligheid in de inrichting. Voor een oordeel hierover is van belang dat dient te blijken van een regelmatige belangenafweging omtrent de voortduring van de noodzaak van de opgelegde
maatregelen.
De enkele verwijzing naar klagers plaats op de GVM-lijst is daarvoor onvoldoende. De directeur dient in een dergelijk geval – zoals de beroepscommissie reeds eerder heeft overwogen – een eigen belangenafweging te maken welke belangenafweging minimaal
niet alleen maandelijks dient te geschieden maar ook dient te worden onderbouwd met schriftelijke verslaglegging en moet worden getoetst op basis van ook voor de gedetineerde voldoende inzichtelijke criteria. Van een dergelijke belangenafweging door de
directeur is onvoldoende gebleken. In dat licht is onduidelijk waaruit de afweging heeft bestaan voor het vergaande pakket van maatregelen.
Als motivering van de verlengingsbeslissing van 24 september 2009 heeft de directeur vermeld dat aan klager disciplinaire straffen zijn opgelegd. De straffen betreffen de wijze van optreden van klager in de inrichting van het personeel. Daargelaten de
ontoelaatbaarheid van dergelijk gedrag, waartegen met bestraffing is opgetreden, is niet duidelijk geworden op welke wijze dit gedrag bijdraagt aan het vlucht- en maatschappelijk risico van klager. Derhalve is de beslissing tot verlenging van de
toezichtmaatregelen onvoldoende gemotiveerd.
De beroepscommissie zal de beroepen 10/161/GA en 10/164/GA dan ook gegrond verklaren, de betreffende uitspraken van de beklagcommissie vernietigen en de beklagen met nummers 30954 en 31313 alsnog gegrond verklaren. Zij acht termen aanwezig voor het
toekennen van een financiële tegemoetkoming. De hoogte daarvan zal de beroepscommissie vaststellen op
€ 100,=.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep van de directeur (10/131/GA) gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart beklagnummer 30910 alsnog in zijn geheel ongegrond.
De beroepscommissie verklaart de beroepen 10/161/GA en 10/164/GA gegrond, vernietigt de uitspraken van de beklagcommissie en verklaart de klachten met nummers 30954 en 31313 alsnog gegrond. Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van €
100,=.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en mr. A.T. Bol, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 29 april 2010.
secretaris voorzitter