Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/0439/GB, 12 april 2010, beroep
Uitspraakdatum:12-04-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 10/439/GB

Betreft: [klager] datum: 12 april 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 1 februari 2010 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Lelystad ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 6 januari 2008 gedetineerd. Hij verbleef in de gevangenis van de locatie Zoetermeer. Op 2 februari 2010 is hij overgeplaatst naar de gevangenis van de p.i. Lelystad.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Het zal met zekerheid vrijwel onmogelijk zijn om bezoek te kunnen ontvangen van klagers meest dierbare personen, te weten zijn moeder en zijn vriendin. Beiden zijn niet in de positie dat zij de reis naar Lelystad met het openbaar vervoer kunnen maken.
Klagers moeder heeft een slechte gezondheid en klagers vriendin is zwanger. Omtrent beiden is er een medische verklaring. Deze verklaringen zullen nog worden nagezonden.
In een nadere toelichting geeft klager aan dat de overplaatsing het gevolg was van een nieuw bestemmingsplan voor de penitentiaire inrichting (p.i.) Haaglanden, locatie Zoetermeer, waardoor klager verplicht moest worden overgeplaatst. Klager heeft nog
een poging gedaan dichter bij huis te worden geplaatst, maar hem werd medegedeeld dat dit niet mogelijk was. Er werd hem geadviseerd om op de nieuwe bestemming een overplaatsingsverzoek in te dienen, omdat de kans op honorering van het verzoek groot
zou
zijn.
Klager stuurt een verklaring van de huisarts van klagers moeder mee.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
De keuze viel op de p.i. Lelystad omdat daar capaciteit was vrijgemaakt voor de opvang van de groep gedetineerden die uit de p.i. Zoetermeer moest worden geplaatst. De gedetineerde werd daarbij in de gelegenheid gesteld zijn voorkeur kenbaar te maken.
Er heeft een groot aantal verplaatsingen plaatsgevonden, waarbij de Dienst Vervoer en Ondersteuning op een efficiënte manier een groot aantal gedetineerden heeft vervoerd naar de betreffende inrichting. Het was op dat moment niet mogelijk rekening te
houden met de opgegeven voorkeur van de gedetineerden. Tegen deze beslissing heeft klager bezwaar aangetekend. Voor de argumentatie verwijst de selectiefunctionaris naar deze beschikking. Daarin heeft hij duidelijk aangegeven dat klager via het Bureau
Selectie en Detentiebegeleiding (b.s.d.) van de inrichting waar hij verblijft een verzoek tot overplaatsing kan indienen. De selectiefunctionaris heeft een dergelijk verzoek niet ontvangen. Uit de verklaring van de huisarts blijkt niet wat de problemen
zijn. Er wordt verklaard dat de moeder van klager niet kan reizen in verband met haar leeftijd.

3.3. Klager heeft hier als volgt op gereageerd.
Voor de duidelijkheid geeft klager aan dat hem voor de overplaatsing slechts twee keuzes werden geboden, Lelystad en Dordrecht. Hij heeft toen bij het b.s.d. nog verzocht te mogen ruilen met iemand die naar Lelystad wilde maar voor Dordrecht was
geselecteerd. Dit werd niet gehonoreerd waar dat in andere gevallen wel werd toegestaan.
Klager vindt het bijzonder dat de selectiefunctionaris kennelijk twijfels heeft over een huisartsverklaring en dat hij zegt dat niet blijkt wat het probleem is. Voor de duidelijkheid: het gaat hier om klagers moeder die zoals te lezen is in verband met
haar leeftijd en de daarbij behorende problemen niet kan reizen.

4. De beoordeling
De selectiefunctionaris geeft in de selectiebeslissing van 18 januari 2010 het volgende aan: “In verband met de aankomende bestemmingswijziging van de afdeling waar u thans verblijft, wordt u overgeplaatst naar bovengenoemde unit en afdeling. Ik heb
helaas geen rekening kunnen houden met uw voorkeur”.
In de beslissing op het bezwaarschrift geeft de selectiefunctionaris vervolgens aan dat er gekozen is voor plaatsing in de p.i. Lelystad omdat daar een groot aantal cellen beschikbaar was om gedetineerden uit de p.i. Zoetermeer onder te brengen en dat
klagers voorkeur niet kon worden gehonoreerd. Hierbij wordt op geen enkele wijze aangegeven waarom er geen rekening kon worden gehouden met de door klager aangegeven voorkeur van plaatsing in de p.i. Alphen aan de Rijn. De op de onder 3.2 genoemde
gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris zal wegens een gebrek aan motivering dan ook worden vernietigd. De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een
termijn
van twee weken na ontvangst daarvan.
De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. L. Kersten, secretaris, op 12 april 2010

secretaris voorzitter

Naar boven